Onze volgende bestemming is Berat. Een stadje in de bergen midden in Albanië en geroemd als de mooiste plaats van het land. In ieder geval is het officieel werelderfgoed.
Het bescheiden plaatsje bestaat al 2500 jaar en werd gesticht door de zogenaamde ‘Illyriërs’, een naam die je veel tegen komt als je over Albanië leest. Het blijkt de verzamelnaam die de oude Grieken gaven aan de vele stammen die ten noorden van Athene woonden, op de Balkan dus, en die los-vast met elkaar optrokken, onder andere als piraten op de Middellandse Zee. Helaas hadden ze de historische pech dat zich pal naast hen, in Italië, een supermacht ontwikkelde die geen geduld had met piraterij op de mare nostrum (onze zee) en de Illiërs in een drietal zogeheten ‘Illyrische Oorlogen’ een kopje kleiner maakte en hun gebied inlijfde. Zo doofde de Illyrische cultuur uit, alleen de taal is bewaard gebleven, het onbegrijpelijke Albanees dat tot geen enkele taalfamilie hoort en alleen in Albanië en Kosovo wordt gesproken.
Het huidige Berat is inderdaad een mooi plaatsje, aan weerszijden van de Osumi-rivier. Karakteristieke witte huizen staan op elkaar gestapeld op de hellingen en helemaal bovenaan vind je, alweer, een kasteel. Aan die huizen, daterend uit de 14e tot 16e eeuw, dankt Berat zijn naam dat zoiets betekent als ‘stad van 1000 ramen’. Er is ook een moderne boulevard vol restaurantjes en cafeetjes waar wij ‘s avonds eten.
Op papier brengen wij hier drie dagen door, maar in de praktijk zijn we er een stuk korter. Ten eerste zitten wij eerst op een camping een eind buiten Berat omdat daar vlakbij een zwembad is waar we een middagje doorbrengen. Of ja, camping, camping… Campings in Albanië zijn eigenlijk vooral een stuk grond, met meer of minder grind, die een familie heeft ingericht als een soorttement parkeerplaats voor campers. Ik denk dat je hier de befaamde wet van de stuwende achterstand aan het werk ziet: precies op het moment dat toerisme in Albanië van de grond kwam, zeg tien jaar geleden, begon ook het aantal campers exponentieel toe te nemen, dus waar je in West-Europa kunt zien hoe op mooie campings in natuurlijke setting jaar na jaar de camper de traditionele tent verder terugdrijft, hebben ze hier die hele tent-fase maar overgeslagen en campings aangelegd speciaal voor campers. Wat verder niets afdoet aan de gastvrijheid, want die is hartverwarmend. Uiterst vriendelijk word je ontvangen, met een welkomstdrankje of een schaaltje fruit. Goed voor je gasten zorgen, is een kernwaarde in de Albanese cultuur.
En ten tweede gaat er nog een dag zitten in een andere activiteit. Want die Osumi-rivier, die zo flauwtjes door Berat stroomt, komt natuurlijk ergens uit de bergen vandaan en onderweg heeft zij in een periode van 3 miljoen jaar een spectaculaire kloof uitgesleten, de Osumi Canyon ofwel de Grand Canyon van Albanië: 13 km lang met wanden van wel 120 meter hoog. In het voorjaar kan er worden geraft, maar daarvoor staat het water nu veel te laag, en dus gaan we canyoning doen.
Om één uur middags worden we opgepikt door onze gids. Hij rijdt ons zo’n anderhalf uur de bergen in, scheurend over de slingerende weg alsof hij aan het karten is ("the car knows the road by itself," beweert hij) terwijl hij ons tegelijkertijd onderhoudt - want het is zeker geen domme jongen - met allerlei verhalen over de Albanese cultuur en geschiedenis. We komen tenslotte aan op een veldje in de middle of nowhere. Samen met de andere deelnemers, een Franse familie met twee tienerzonen, worden we in wetsuit en tuigje geholpen en dan vertrekken we, te voet, richting canyon. Klauteren over rotsblokken, door ijskoude poelen waden of zwemmen, balanceren langs smalle richels en liefst 4 keer abseilen…
Zo’n drie uur later staan we eindelijk op de bodem van de kloof en zien de verweerde wanden hoog boven ons uittorenen. Prachtig! Op zo’n moment vraag ik me wel altijd af: waar staan nou de indianen te wachten met hun rotsblokken? Teveel Lucky Luke gelezen vroeger…
We wandelen-waden door de deels drooggevallen rivier naar de ‘uitgang’ van de canyon waar een weg is en twee auto’s staan te wachten om ons weer op te pikken. Bij een restaurantje eten we nog een broodje met z’n allen en daarna worden we teruggereden; de eigenaar van het bedrijfje rijdt met ons mee, het is een even vrolijke als energieke jongen die 7 jaar geleden met canyoning is gestart. De zaken gaan goed, toerisme is booming in Albanië, maar hij wil nog veel meer, volgens hem zijn er nog heel veel onontdekte grotten in Albanië en hij heeft ook plannen voor een zipline over de canyon heen… Pas na negenen, in het donker, zijn we weer terug bij de camper, een prachtige ervaring rijker.
De volgende dag verlaten we Berat en rijden naar Vlorë, aan de kust. We kunnen onze borst nat maken - en de rest ook - voor weer een nieuwe activiteit: we gaan duiken.
28 – 31 juli 2025
Geen opmerkingen:
Een reactie posten