Madrid

1 - 5 april 2010

Een stedentrip naar Spanje gaat negen van de tien keer naar Barcelona. Of in mijn geval, drie van de vier keer. Ik was al drie keer in Barcelona geweest voor ik m’n toeristische vizier richtte op die andere Iberische schietschijf, Madrid. 

Het valt ook wel te begrijpen, want Barcelona is hot en hip en leuk, terwijl Madrid...eh...Madrid...ja, wat kunnen we zeggen over Madrid? Het Prado staat er, een soort Rijksmuseum maar dan nòg groter. Maar verder? Kortom, hoog tijd om er eens een kijkje te nemen.


We plannen ons uitstapje tijdens het Paasweekend. Staat Pasen normaal al in het teken van eieren, voor ons ditmaal nog eens extra, want een paar dagen voor vertrek zijn we gestart met ons IVF-traject en heeft er een eerste punctie plaatsgevonden gevolgd door de allereerste ‘terugplaatsing’, ofwel de injectie van een in-glas-bevruchte eicel rechtstreeks in de baarmoeder. Dus terwijl we naar Madrid afreizen is Christel feitelijk zwanger en dat hoopvolle gegeven reist uiteraard het hele weekend met ons mee.

Plaza del Carmen met hotel Petit Palace

Vanaf vliegveld Barajas kunnen we met de metro naar de stad, altijd handig. Ons hotel zit hartje centrum, aan het Plaza del Carmen, een klein pleintje dat met name diep in de nacht tot leven komt zoals we zullen ontdekken. Eerst, om vier uur ’s nachts, stroomt er een groot theater leeg; en vervolgens sluiten om zes uur ’s nachts de café’s zodat er weer even een vrolijk momentje op straat ontstaat, pal voor ons raam. Onze kamer zit namelijk aan de voorkant, daar had ik speciaal om gevraagd omdat ik graag straatleven gadesla, liever dan uit te kijken op een saaie binnenplaats. Dus we klagen niet hoor. Ons hotel heet Petit Palace en is –niettegenstaande de nostalgische naam- vlekkeloos strak en modern ingericht met wifi èn laptop op iedere kamer. Verder wordt er een excellent ontbijt geserveerd in een bloedhete kelder.

Uitzicht vanaf balkon(netje)

We zijn gearriveerd op de donderdag voor Pasen. Wanneer we ’s avonds nog een ommetje maken richting het mooiste plein van Madrid, Plaza Mayor, stuiten we prompt op een grote paasprocessie. Het plein is afgeladen vol en ook elders heerst gezellige Spaanse bedrijvigheid. Wanneer we wat foto’s willen maken ontdekken we dat de batterij bijna leeg is. Terug op de hotelkamer blijkt dat de reservebatterij ook leeg is en dat we de oplader zijn vergeten. In totaal slagen we erin 19 foto’s van Madrid te maken, een pre-digitaal aantal.

Plaza Mayor

 De volgende dag is het Goede Vrijdag en maken we een lange wandeling door de stad. Het is een mooie zonnige dag, al blijft het fris. Madrid ligt op de Spaanse hoogvlakte (de meseta ofwel tafelblad) en het wordt er verdomd koud ’s winters. ‘Negen maanden winter en drie maanden hel’ luidt volgens ons reisgidsje een gezegde over het Madrileense klimaat. We slenteren een flink eind zuidwaarts, tot aan Estacion de Atocha, een ouderwets 19e-eeuws treinstation waarvan de hal in de jaren negentig is verfraaid met een weelderige tropische tuin en een vijver vol schildpadjes. Bijzonder om te zien, bovendien is het er lekker warm en kunnen we een beetje opwarmen. Terug wandelen we door het Parque del Retiro, een voormalige paleistuin en nu het groene hart van de stad. Brede bomenrijke lanen, een meer met roeibootjes, veel tarotlezers en straatartiesten –  ‘de man zonder hoofd’ blijkt een populaire act hier.

Estacion de Atocha

‘s Avonds tapas gegeten in een pijpenla waarvan de muren volhangen met bankbiljetten. Het zal nooit wennen, die Spaanse eettijden: tien uur aan tafel is echt te laat voor ons. Na afloop halen we een ijsje bij Ben & Jerry’s en lepelen dat weg terwijl we op een bankje op het Plaza de la Puerta del Sol naar de menigte kijken, want ondanks het late tijdstip is het nog ontzettend druk op straat. Plaza Mayor mag dan een toeristische trekpleister zijn met z’n fraaie bogen, beelden en tierlantijnen, maar Puerta del Sol is het echte centrum van de stad…en van het land, want alle afstanden in Spanje worden gerekend vanaf Puerta del Sol. Op dit plein, meer een convergentie van straten, loopt van oudsher het volk te hoop voor revoluties en demonstraties, en tegenwoordig voor oudejaarsvieringen en voetbalwedstrijden. Ik zag later eens een hilarisch filmpje van de wedstrijd Spanje - Nederland, WK 2014 in Brazilië, toen honderdduizend Madrilenen verwachtingsvol toestroomden om hun helden toe te juichen en met groeiend ongeloof en afgrijzen zagen hoe deze met 1-5 werden afgedroogd – met uitzondering van een klein plukje Oranje idioten midden in de menigte dat steeds uitzinniger werd.

Parque del Retiro

Zaterdag bezoeken we het Centro de Arte Reina Sofia, dat vanwege z’n moderne buitenkant met glazen liften ook wel ‘Sofidou’ wordt genoemd, een knipoog naar Centre Pompidou in Parijs. Dit museum is gewijd aan Spaanse moderne kunst. Hoogtepunt is de ‘Guernica’ van Picasso, een enorm doek (3,5 bij 7,5 meter) uit 1937, geschilderd naar aanleiding van het bombardement van het plaatsje Guernica tijdens de Spaanse burgeroorlog. Ik ben van oudsher een groot fan van Picasso en heb jarenlang een kleine reproductie van de ‘Guernica’ op de deur van mijn kledingkast gehad toen ik nog op kamers woonde. (Merkwaardige uitdrukking toch, ‘op kamers’: over het algemeen woont een student slechts ‘op’ één kamer, enkelvoud dus. Maar omdat ik in mijn langgerekte studententijd zoveel verschillende kamers heb gehad,  10 in totaal, acht ik de meervoudsvorm in mijn geval toch van toepassing.) Wat fantastisch om na al die jaren nu het echte werk eens te zien!


Wanneer we weer op straat staan, ontdekken we dat het regent. Het is het eind van de middag. We schuilen in een tapasbar en eten een paar ‘hapjes’ die voor ons eigenlijk een complete maaltijd betekenen. Daarna zoeken we onze toevlucht in een bioscoop, waar we ‘Shutter island’ van Scorsese zien, in de Engelse versie uiteraard. Wanneer we ’s avonds laat terugkeren bij ons hotel zijn de ‘hapjes’ eindelijk uitgewerkt, we hebben trek en vergrijpen ons aan een hamburger bij de MacDonalds aan de Gran Via (Grote Straat) die achter ons hotel loopt. Dat kon toen nog, in ons onbezorgde pre-vegetarische leven. Een jaar later zou dat voorbij zijn.

Zondag stappen we op de trein voor een ritje van 45 kilometer naar het Escorial. Een collega van mij tipte mij hierover. Het Escorial is een immens kasteelcomplex gebouwd op last van Filips II, de machtigste man in zestiende-eeuws Europa, 42 jaar lang alleenheerser van wereldrijk Spanje en in die hoedanigheid ook ‘onze’ koning, dus van de Nederlanden die destijds bestonden uit België en Nederland samen. Onder zijn bewind begon de Tachtigjarige Oorlog. Bij zo’n megalomaan figuur hoort een megalomaan bouwwerk. Het Escoriaal is ongelooflijk. 200 meter in het vierkant, 4000 kamers, 16 kilometer gangen. Fantastische zalen met gewelfde plafonds vol fresco’s, zoals de Bibliotheek die 54 meter lang is. In een crypte, een kleine ronde ruimte die geheel uit goud en marmer bestaat en waar het steenkoud is, bevindt zich de koninklijke grafkelder: hier zijn liefst 26 Spaanse vorsten en vorstinnen in rijk versierde kisten opgeborgen, van Karel V uit de zestiende eeuw tot Maria van Bourbon, overleden in 2010 en oma van de huidige Spaanse koning. Het is een fascinerend idee om met al deze personages uit geschiedenisboekjes in een ruimte te zijn.

Buiten warmen we weer een beetje op in het bleke voorjaarszonnetje. Daarna nemen we de trein terug naar Madrid en sluiten ons weekendje af in een klein Indiaas restaurantje dat z’n deuren tenminste vóór tien uur ’s avonds al heeft geopend.

Op maandag vliegen we terug. Terug naar huis, werk en, helaas, de rest van een langdurig IVF-traject. Want een week na terugkomst wordt Christel ongesteld. Die eerste terugplaatsing is dus geen succes geweest. Nee, voordat Christel definitief zwanger raakte zouden we twintig maanden, negen terugplaatsingen en een hoop andere tripjes en reisjes verder zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten