Voor ons jaarlijkse fietsavontuur wilden Wim en ik eens iets anders. Geen platgestampte polderpaden ditmaal, maar iets ruigers en woesters, iets voor echte mannen – maar asjeblieft niet te zwaar natuurlijk. Dat werd dus de Vennbahn.
De
Vennbahn is een fietsroute van 125 kilometer die van Aken naar Troisvierges (Luxemburg)
loopt. De route volgt het tracé van een voormalig goederentreintje en gaat dus
dwars door de natuur, maar is wel zo goed als vlak. Precies wat we wilden.
Helaas waren we zo stom om niet gewoon in Aken op te stappen, maar in plaats
daarvan vanuit Maastricht studentikoos in zuidoostelijke richting te fietsen om
de route ergens onderweg op te pikken – dat kwam ons, ongetraind als we traditioneel
zijn, dus op anderhalve dag hijgen, puffen, steunen, kreunen en vloeken te
staan door het heuvelland van Zuid-Limburg en de Voerstreek. Trouwens, ook het
laatste deel van de Vennbahn, door Luxemburg, bleek ook nog wel wat
10%-colletjes in petto te hebben. Maar voor de rest was het prima rondpeddelen,
eerst naar Troisvierges en daarna weer terug naar Aken en vandaar naar
Maastricht. In totaal hebben we 350 kilometer gefietst in zeven dagen.
Tweemaal
hebben we een hotelletje genomen, in Troisvierges en in Aken, voor de rest
hebben we wild gekampeerd in de uitgestrekte bossen van de Ardennen die zoveel
leger en rustiger zijn dan die in Nederland. Tent opzetten, douchen met een
bidonnetje water, daarna wat eten en de hangmat in. Wim had bij een
outdoorwinkel een aantal kostbare instantmaaltijden ingeslagen, ontwikkeld voor
uitgeputte bergbeklimmers hoog in de Himalaya, maar ze deden het ook prima op
585 meter hoogte, het dak van de Ardennen. Zak openen, liter kokend water
erbij, ontzet toekijken hoe het begon te pruttelen en te borrelen en vervolgens
had je na tien minuten een soort stamppotschotel. Daar kwamen we de week wel
mee door.
De
Vennbahn is een hoogst toeristische aangelegenheid. Autovrij natuurlijk, dat wel,
maar je deelt de weg met stoere vakantiefietsers zoals ons, malloten op
vouwfietsjes of een step, in het weekend groepjes amateurrenners en vooral veel
senioren op elektrische fietsen die een janboel maken van de natuurlijke orde
der dingen zoals ze geheel okselfris en gezellig keuvelend ons passeren die in
het zweet des aanschijns moeten vechten voor iedere meter. Nou ja. Voor de rest
is het een fraaie route, met mooie uitzichten over Ardennen en Eifel en onderweg
van alles dat herinnert aan de voormalige treinbestemming: afgedankte wagons,
kleine stationsgebouwtjes, spoortunnels, stukken rails soms nog. Je passeert
fraaie plaatsjes als Kornelimunster en Monschau, al moet je voor die laatste –een
broeinest van Duitse vakwerkhuizen– wel een akelig steile omweg maken.
En
uiteindelijk eindigt het, zoals gezegd, in Aken, de stad van Karel de Grote.
Inmiddels was het 32 graden geworden, bepaald geen fietsweer meer. Zelfs het
kijken naar de Tour de France op onze hotelkamer zonder airco was al afzien. ’s
Avonds streken we neer bij Indiaas restaurant ‘Taj Mahal’, voor old times’
sake, en ook omdat het leek te passen bij de drukkende atmosfeer. De volgende
ochtend fietsen we in twee uurtjes langs de provinciale weg terug naar
Maastricht en stapten zongebruind en afgetraind op de trein naar Utrecht. Weer
een prima fietsweekje geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten