Chvalsiny is een schattig dorpje in het zuidwesten van Tsjechië, de streek die Bohemen heet. Twaalfhonderd inwoners, kerkje, pleintje, winkeltje. Plus aan de rand van het dorp een Nederlandse camping die ’s zomers een flinke slinger geeft aan de rustieke plattelandssfeer.
Een
prima camping, dat moet gezegd. Zeker niet overdreven groot, gericht op
families en voorzien van een restaurantje (‘bistro’ genaamd), een zwembad,
speeltuintjes en een bescheiden animatieprogramma – knutselen, pizza bakken, kralen
maken – dat grotendeels door oma wordt verzorgd. Enige nadeel is dat we op een
kaal grasveldje staan, zonder boom of struik, zodat er geen plek is voor een
hangmat en zon en regen vrij spel hebben. Het weer is tot nu toe niet slecht,
maar wel erg wisselvallig. Gelukkig hebben we een geheim wapen bij ons: de tarp,
een scherm dat je optrekt over je tent heen zodat je een extra voortent krijgt.
Ideaal. Samen met de van m’n moeder geleende koelbox is het de belangrijkste
kampeerverbetering dit jaar. Overigens, om al die extra zooi mee te krijgen
hebben we ons moeten verlagen (verhogen eigenlijk) tot de aanschaf van een heuse
dakkoffer, dus ja, het begint aardig truttig te worden allemaal. De stap naar
een caravan wordt ieder jaar kleiner…
Natuurlijk
is de camping uitgezocht voor Wende. Binnen een uur heeft ze haar eerste
vriendinnetjes al te pakken en daar komen iedere dag nieuwe bij, al of niet
dankzij verse aanvoer uit NL. Ze is in haar element. Heerlijk natuurlijk, maar
het creëert wel een onvoorzien nieuw probleem, namelijk dat ze niet meer weg
wil van de camping en slechts met zware tegenzin, mokkend, de auto instapt om een
van de educatieve uitstapjes te maken die voor óns de vakantie leuk maken. Zo heeft
ze zwaar protesterend – ik heb honger, ik heb dorst, m’n voet doet zeer –
genoten van het adembenemend mooie Cesky Krumlow, een middeleeuws stadje in een
lus van de Vltava (Moldau) met het grootste kasteel van Tsjechië (na dat van
Praag).
Ook was ze laaiend enthousiast – maar meer laaiend dan enthousiast – over
het tripje naar Klet, met 1083 meter de hoogste heuvel in de omgeving met op de
top uitkijktoren, sterrenwacht en terrasje. Je kunt omhoog wandelen, zouden we
vroeger ongetwijfeld hebben gedaan, maar nu namen we het Oostblok-achtige kabelbaantje
met skistoeltjes dat je in twintig minuten gemoedelijk omhoog transporteerde. Vanaf
de uitkijktoren kon je uitkijken over het Ardenneske landschap van dunbevolkte, golvende heuvel met stroken bos. Ook Chvalsiny en de camping, acht kilometer verderop, zag je liggen. Spannend, toch?
Op dit
moment is het donderdagochtend. Terwijl Wende lekker aan het zwemmen is met haar
vriendinnetjes beraden Christel en ik ons nog op onze volgende wrede
toeristische wraakactie. Wordt vervolgd. Hèhèhè…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten