19 - 21 augustus 2020
We sluiten de vakantie af met een bezoek aan Toboggan. Dat klinkt als een onbekende Franse streek, maar is het woord waarmee Fransen een reuze glijbaan aanduiden waar je met een opblaaskussen vanaf gaat. Een parc aquatique dus.
19 - 21 augustus 2020
We sluiten de vakantie af met een bezoek aan Toboggan. Dat klinkt als een onbekende Franse streek, maar is het woord waarmee Fransen een reuze glijbaan aanduiden waar je met een opblaaskussen vanaf gaat. Een parc aquatique dus.
14 - 19 augustus
We hebben een plek aan de Drôme gevonden. En ja, inderdaad een droomplek. Groot, privé, overschaduwd door pijnbomen en met uitzicht op river en bergen.
Ach ja, die Fransen met hun
streken. Ik ben nooit een ster in al die namen geweest. Als mensen vroeger
zeiden dat ze naar streek A of streek B gingen, moest ik altijd vragen waar dat
lag ten opzichte van Parijs, mijn enige referentiepunt. Inmiddels is dat wel
iets beter geworden, maar een connaisseur kun je me zeker niet noemen.
10 – 14 augustus 2020
De Pyreneeën waren het hoogtepunt van onze reis. Opgelucht rollen we nu terug naar het dieptepunt, de Middellandse Zee.
8 - 10 augustus 2020
Met een oude diesel naar het hoogste land van Europa. Briljant idee.
Over Andorra hebben we het dan.
Een dwergstaatje in de Pyreneeën, exact even groot als de Noordoostpolder, maar dan met een gemiddelde hoogte van 1996 meter een tikkie bergachtiger. Vanuit Frankrijk leidt er één weg naartoe en
die gaat over de hoogste bergpas van de Pyreneeën, de Port de Envalira van 2409
meter.
6 – 8 augustus 2020
En toen kroop het kwik tot boven de veertig graden. Hoogste tijd om op zoek te gaan naar de enige vrienden die we hebben met een eigen zwembad.
Peter en Liesbet wonen in een oude boerenhoeve in departement Tarn-et-Garonne op een stuk land dat sinds mensenheugenis Jouanique heet, waarom weet niemand. Vanaf Lascaux is het twee uur rijden en we arriveren rond half acht ’s avonds. Google Maps laat ons een hoop zigzaggen tussen zonnebloemvelden, kleine dorpjes en wegen die we nog nooit eerder hebben gehad. Pas vanaf Montaigu wordt het vertrouwd terrein: de prachtige met platanen omzoomde weg, het dorpje Roquecor hoog bovenop de rots, het bruggetje en de afslag naar links naar het slingerende weggetje de heuvel op en tenslotte de oprijlaan die voorbij het stenen poortje eindigt in het grint voor de voordeur. Uitstappen. De door cicaden aangestreken stilte, de warmte in de oude verweerde stenen, de rust die eeuwenoud lijkt… Wat een heerlijke plek is het toch.
1 – 6 augustus 2020
De weg naar het zuiden is warm en zonnig en als vanouds rijgen de bekende plaatsnamen - Antwerpen, Gent, Rijssel dat ineens Lille wordt - zich aaneen richting Frankrijk. Voor het eerst kiezen we het ruime Europese sop met onze ‘nieuwe’ Fiat Ducato, door Wende de ‘Donald Duckato’ genoemd naar haar favoriete strip van dit moment.
Het is zwarte zaterdag vandaag, de onheilsterm voor verkeerschaos in Frankrijk. Wij vertrekken echter zo laat - pas na tweeën - dat we nergens last van hebben en onze enige beperkende factor de camper zelf is, die ontspannen voort boemelt tussen 100 en 110 kilometer per uur. We overnachten ergens boven Parijs, op een speciale camperplaats aan de rivier de Oise. Ja, op zulke momenten blijkt hoe gemakkelijk een camper is: je zet hem gewoon neer en klaar, en de volgende dag rij je net zo makkelijk weer weg, en dat allemaal gratis. Op een stenen bankje eten we noedelsoep en een broodje en later wandelen we in het heerlijke avondzonnetje naar het dorpje voor een ijsje.