Eerst een flink stuk rijden, door een winters berglandschap waar de sneeuw soms drie meter hoog langs de weg ligt, zodat het lijkt alsof we door een soort sneeuwravijn rijden. Ook passeren we bevroren rivieren met een diepblauwe ijskleur. Deze bergwegen zijn alleen in hartje zomer begaanbaar, en soms zelfs dan niet. Via de nodige haarspeldbochten dalen we tenslotte af naar de Geirangerfjord.
De Geirangerfjord is niet de grootste fjord van Noorwegen, wel de meest fotogenieke. Het is een 15 kilometer lange zeearm, die z’n weg zoekt door majestueus berglandschap dat aan weerszijden van het water steil omhoog rijst, tot wel 1500 meter. Grandioos om te zien. De Geirangerfjord wordt vaak aangedaan door cruiseschepen, en inderdaad zien wij er ook twee ronddobberen. Enorme schepen normaal gesproken, maar op deze schaal, in dit reuzendecor lijken het wel plezierjachtjes. Terwijl we vanaf een uitzichtpunt de setting in ons opnemen moet ik denken aan de slotzin van het gedicht ‘Noorwegen’ uit de hilarische geheime dagboeken van Adrian Mole, 13 3/4 jaar oud:
Noorwegen! Mijn ziel verblijft in je
waterige fiorden fyorden fiiorden inhammen.
Over schaal
gesproken: bij het uitzichtspunt staan we geparkeerd naast een camper waar de
onze makkelijk twee keer in past. Het verschil is zo grotesk dat we er een foto
van maken.Eenmaal beneden nemen we een pontje naar de overkant en rijden dan weer omhoog voor de tweede attractie, de Trollstigen ofwel Trollenweg (letterlijk ‘trollenladder’). Dit is een smalle weg, twintig kilometer lang, die zich via elf haarspeldbochten helemaal van links naar rechts als een serpentine de berg opslingert, langs allerlei watervallen. Voertuigen langer dan 12 meter zijn verboden, die zouden de bochten niet kunnen nemen, dus geen bussen hier, en vast ook niet het camperslagschip waar we net naast stonden. Wij nemen de Trollstigen van boven naar beneden, en eindigen na een spectaculair ritje –zonder verder een trol te zien– tenslotte in Andalsnes.
De Trollstigen |
Hier slaan we linksaf en beginnen aan een grote omtrekkende beweging richting Bergen in het zuiden. We volgen de E39, de hoofdweg, die langs de
Dinsdag rijden we door naar Bergen, waar we aan het begin van de
middag arriveren. We zoeken eerst een camping, die tien kilometer voorbij
Bergen ligt, checken in en rijden dan weer terug, parkeren ergens gratis waar
het ook gratis is (één bon is genoeg!) en wandelen naar het centrum. Bergen is de
tweede stad van Noorwegen, qua grootte vergelijkbaar met Utrecht. Het is de
eerste leuke stad die we tegenkomen, met een aantrekkelijk centrum rondom een
baai en een mooie oude handelskade, Bryggen genaamd (Noors voor ‘kade’), waar
een rijtje houten pakhuizen fotogeniek staat te wezen in opvallend rood, wit en
geel. De oorspronkelijke gebouwen dateerden uit de Hanzetijd (veertiende eeuw),
maar zijn net zoals in Tromso door brand verwoest en later weer opgebouwd in
authentieke stijl. Tegenwoordig zijn er hoofdzakelijk restaurants en
souvenirswinkels in gevestigd.
We slenteren wat rond en nemen dan een kabelbaan
naar Fløyen, een van de heuvels rond Bergen vanwaar je een prima uitzicht hebt
over stad en baai. Het is dezelfde blik op Bergen als die van de hoofdpersoon
in ‘Il Meglio Gioventù’, het prachtige Italiaanse drama waarin Noorwegen soort van symbool staat voor vrijheid, met watervallen, naakt dansende hippies en een vrijgevochten vrouw in kabeltrui, mooi en blond zoals je ze veel ziet...in Zweden.
’s Avonds gaan
we weer eens uit eten. Na afloop lekker flaneren is er echter niet bij, want
het is guur en het regent. Dus we lopen terug naar de camper en nemen afscheid
van Bergen. Zónder het Grieg-museum te hebben bezocht, achteraf een beetje
spijtig, maar het past logistiek niet ons programma. De tijd raakt op en we
moeten door.
Bryggen |
Bergen |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten