Maar alles veranderde in 1909. De Amerikaan Peary bereikte de Noordpool en Amundsen was zijn hoofdprijs kwijt. Hij liet niets merken en vertrok in 1910, uitgezwaaid door tout Noorwegen, nog steeds ogenschijnlijk richting Noordpool, maar bij een tussenstop op Madeira vertelde hij zijn bemanning, die ook nog van niks wist, dat het de Zuidpool werd. De koers ging zuidwaarts en in Melbourne stuurde hij een historisch telegram naar Scott, inmiddels ook onderweg, met de volgende tekst: "Beg leave to inform you Fram proceeding Antarctic Amundsen". En zo begon alsnog ‘the race for the pole’.
Amundsen
koos als startpunt de Walvisbaai. Tussen hem en de geografische pool lagen 1300
kilometer terra incognita, nooit eerder verkend gebied: een gigantische ijsplaat
(formaat Spanje) vol scheuren en schotsen, een bergketen even hoog als de Alpen
en tenslotte het landplateau van de pool zelf. Hij vertrok op 19 oktober 1911
met vier teamleden, op skies, de bagage voortgetrokken door honden. Acht weken
later, op 14 december, bereikten ze de Zuidpool, na een tocht die uiteraard
zwaar was geweest, maar door allen goed was doorstaan, los van één Noor die
kiespijn had gekregen en wat onfortuinlijke honden die in de pot waren gegaan...
Ze waren kennelijk de eersten, van de Engelsen geen spoor. Toch haastten ze zich
terug en vijf weken later al waren ze weer bij hun basiskamp, stapten op de Fram en voeren naar Australie,
waar ze in maart 1912 wereldkundig maakten dat de Zuidpool was bereikt.
En toen
begon het wachten op Scott.
Scott
vertrok op 1 november vanaf zijn basis aan Cape Evans. Dat was dus al twee weken
later dan Amundsen, bovendien was zijn basiskamp zo’n 100 kilometer verder van
de pool. Er gingen twaalf mensen mee, honden, een paar Siberische ponies en twee
rudimentaire sneeuwtractors. Maar de tractors haperden, de ponies bezweken en
met de honden konden de Engelsen slecht overweg, zodat uiteindelijk de mannen
zelf de loodzware sleden moesten trekken. Daardoor gingen ze veel minder snel
dan de Noren, waren ze aan het eind van de dag gesloopt en verbruikten ze
chronisch meer calorieën dan ze binnenkregen. Dat ze nog zo ver zijn gekomen
zegt iets over de ongelooflijke kracht en doorzettingsvermogen van deze
avonturiers.
Halverwege het gebergte werd iedereen teruggestuurd en ging Scott
met vier man verder. Op 17 januari bereikten ze tenslotte de pool, waar ze vlag,
tent en een brief van Amundsen aantroffen. De ontgoocheling moet enorm zijn
geweest. Dat is ook te zien op een beroemde foto die ze van zichzelf maakten
daar op de pool: vijf gebroken Engelsen, die beseffen dat alles voor niets is
geweest en dat ze nu, terwijl ze al volledig uitgeput zijn, dat vreselijke eind
weer terug moeten duwen en trekken, 1400 kilometer lang, de afstand
Amsterdam-Madrid zo’n beetje, over sneeuw, ijs, bergen, ravijnen, gletsjers...
Ze hebben het dan ook niet gehaald. Een voor een legden ze het loodje. De
laatste drie, waaronder Scott zelf, ploeterden nog door tot eind maart en werden
later teruggevonden in een tentje op een paar honderd kilometer van het
basiskamp, op slechts 15 kilometer van een voedseldepot...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten