Ineens besloten we naar Londen
te gaan, met EasyJet. Dat heb je wel eens. EasyJet vloog vanaf Eindhoven naar Stansted Airport.
Nadeel van Stansted is dat het
een flink eind ten noorden van Londen ligt, zo’n beetje halverwege Schotland, maar
daar had EasyJet iets op gevonden, namelijk de zogeheten 'EasyBus' die je voor
een prikkie naar Victoria Station bracht, in downtown Londen. Het betekenende
dat we, inclusief trein en bus naar Eindhoven plus nog de metro van Victoria Station
naar ons hotel, zowat een volle dag bezig waren om het Kanaal over te steken. Easy is
anders als je het mij vraagt. Maar cheap was het beslist wel.
Het was eind mei, Pinksterweekend.
Over het weer hadden we niet te klagen: net als DRIE JAAR LATER (wat is dat toch met Pinksteren?) was het on-Engels warm en zonnig. Toen we donderdagavond laat helemaal sufgereisd bij ons hotel arriveerden, konden we
zelfs nog buiten zitten op ons balkonnetje. Dat hotel heette Henley House en
bevond zich ergens onder Hyde Park - altijd mijn referentiepunt - in de wijk
Chelsea, een levendige wijk met een bekende klank vanwege de lokale voetbalclub.
Het zat in een hoog Victoriaans pand waarin alles smal was, de trappen, gangen
en kamers, om nog maar te zwijgen van de voormalige closet die tegenwoordig als badkamer dienst deed; verder mocht de inrichting typisch oubollig Engels heten met veel tapijt
en draperieën in rood en goud. Grote bonus was echter het plat dak bij onze kamer
waar een tafeltje met stoelen stond, zodat we ‘s avonds laat nog al fresco konden dineren met een
inderhaast bij de Subway gehaalde sandwich, afgerond met een glaasje
gedistilleerd uit Schotland. We zaten op de eerste verdieping en aan de
straatkant, mijn favoriete plek - op de voorste rij om het stemmige straatleven van metropool
London op te snuiven op deze zoele lenteavond.
We bleven twee dagen. De eerste
dag (vrijdag) - opnieuw stralend weer - maakten we een lange wandeling langs de
Thames, langs House of Parliament en de Big Ben en toen verder langs de flink opgeknapte zuidoever tot we arriveerden bij onze bestemming, Tate Modern. In deze
voormalige elektriciteitscentrale bevindt zich sinds 2000 het nationale museum voor
moderne kunst; minstens zo indrukwekkend als de collectie is het gebouw zelf,
waarvan vooral de entree in de reusachtige turbinehal je met stomheid slaat. Na
afloop staken we de Thames weer over, bezochten St. Paul's Cathedral met de
fluistergalerij en belandden toen behoorlijk murwgewandeld ergens in een
restaurantje, geen idee meer wat of hoe. Ergens op deze dag pikten we trouwens
ook nog de Londen Eye mee, het reuzenrad dat in 1999 was verrezen ter gelegenheid
van het millenniumfeest. In zekere zin hadden we die eerste dag dus heel Londen al
gezien.
Zaterdag bezochten we het
Churchill Museum & Cabinet War Room. Dit museum bevindt zich om de hoek van
10 Downing Street in het originele keldercomplex van waaruit Churchill en zijn
regering tijdens de oorlog de westerse wereld van de ondergang redden. Een
kaart van Europa vol vlaggetjes, ouderwetse telefoons met knipperende lichtjes,
de hotline waarmee Churchill rechtstreeks belde met president Roosevelt... Naar
de normen van tegenwoordig oogde het nogal kneuterig, maar het was allemaal heerlijk authentiek en boeiend om te zien. Wellicht ter compensatie was er een ultramoderne tentoonstelling over Winston Churchill aan toegevoegd. De rest van de dag zijn we blijven rondhangen
in het centrum en hebben we gegeten bij een eenvoudig Indiaans restaurant in
Chinatown.
De volgende dag weer terug met CheapJet.
Byebye.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten