Indonesië 2011
Jakarta
Aangekomen in Jakarta, na een vlucht van 24 uur met overstap in Frankfurt en Doha (Qatar). In die laatste plaats liepen we twee uur vertraging op, omdat op het laatste moment, toen het vliegtuig al zo’n beetje opsteeg, besloten werd iemand eruit te zetten. Dat betekende terugtaxieën, security aan boord halen en met enige discussie een Arabische man met zijn vrouw in boerka afvoeren.
Daarna werd alle handbagage gecontroleerd door ieder stuk omhoog te houden en te vragen wie de eigenaar was. Zo ontdekten ze de vastgebonden staven dynamiet met het eierwekkertje... Naar het leek had de man ruzie gemaakt met zijn buurman en bleef hij amok maken. Het opvallende is dat je jezelf op zo’n moment toch even afvraagt of er misschien sprake is van een terrorist. Vóór 9-11 was dat waarschijnlijk niet bij je opgekomen. Dit even los van de vraag of de Jihad er veel mee opschiet als een Arabisch vliegtuig vol Indonesische moslims wordt opgeblazen...
Jakarta 2
De eerste dag hebben wij ons gered met lopen en taxi’s, maar op dag twee kregen we de Transjakarta in de smiezen, hét antwoord van de stad op haar vervoersverstopping: een aparte busbaan op de hoofdwegen waar bussen af en aan rijden, naar vaste haltes die ongeveer een kilometer uitelkaar liggen, vergelijkbaar met een metrosysteem. Simpel, maar het werkt prima. Het loste alleen niet het probleem op hoe je in Jakarta een straat oversteekt waar drie rijen auto’s voorbij scheuren...
Monas...maar kom er maar eens... |
Onderweg
Vier dagen in Yogyakarta gebleven. We mogen nu 'Yogya' zeggen, want we kennen de stad een beetje. Ontzettend veel gezien, daarovereen andere keer meer.
Inmiddels zijn we weer verder gereisd in oostelijke richting. De Bromo, een actieve vulkaan en ook een grote trekpleister hier, laten we links liggen. We hebben vreselijke verhalen gehoord over oplichterij en moeilijkdoenerij bij de Bromo, en waar rook is is vuur...zeker bij vulkanen. In plaats daarvan gaan we naar de vulkaan Ijen, morgen, en vandaar door naar Bali. Binnenkort hopelijk meer nieuws.
Yogyakarta
Maar in Yogyakarta (vanaf nu verder Yogya genoemd) is er wel iets van waar. Dat wil zeggen, de stad puilt uit van batik-winkels en we werden binnen een uur al tweemaal doorverwezen naar dezelfde ‘speciale’ batik-school, maar we hebben dat opgelost door daar inderdaad maar meteen naartoe te gaan en iets te kopen, zodat we verder het hele batikgebeuren achter ons konden laten. De aanval is de beste verdediging, soms. Maar een culturele stad is het verder zeker.
De weg naar Bali
Het is hard werken, soms. Christel en ik gebruiken doorgaans lokaal openbaar vervoer en dat is niet altijd de snelste manier, noch de meest confortabele, maar beslist de interessantste. Goedkoop en tegelijkertijd onbetaalbaar. Is het niet fantastisch om in een busje vol Indonesiërs te zitten die allemaal een gesprekje willen aanknopen met die rare lui uit Belanda, in slecht Engels, half Engels, geen Engels? Of een aubade te krijgen, waarschijnlijk zeer poëtisch maar helaas onverstaanbaar, van een jongeman met een gitaar in het gangpad? (Ze hebben hier trouwens de gewoonte om straatartiesten meteen geld toe te stoppen, al na het eerste akkoord, om er maar vanaf te zijn waarschijnlijk...) Of dan die oude man die ineens opstond en in keurig, ouderwets Nederlands een gesprekje begon, waarbij hij trots vertelde dat hij in 1926 was geboren, om na een beleefd ‘goedenmiddag’ kwiek de bus uit te stappen. Geboren in 1926, dan was hij nu...85! Dat hadden we hem niet gegeven! Hooguit 79. En dat dus allemaal in een en dezelfde bus.
Ubud
Vreemd, want het is laagseizoen en op Java was het half leeg overal. We krijgen te horen dat het komt omdat er een festival gaande is in Ubud, het International Ubud Writers and Readers Festival. Komt iedereen daar op af? Eerlijk gezegd hebben we niet de indruk dat wat wij zoal aan homo touristicus op straat zien rondlopen van die fanatieke lezers zijn, laat staan schrijvers. En dat is het tweede waar we aan moeten wennen: erg toeristisch, Ubud. Veel luchtig geklede buitenlanders die door een decor lopen van galerieën, souvenirwinkels, moderne restaurants en loungecafé’s, over sierlijk geplaveide stroepen en straten. Het lijkt zo’n stadje zonder ‘gewone’ mensen, waar iedereen een taxi heeft of een shop, of beide, en jou alleen maar ziet als iemand met een portemonnaie die ontzettend dringend verlegen zit om een stuk houtsnijwerk of een stenen Boeddha. (Hoe nemen mensen zulke dingen mee naar huis?). We hebben de aandrang weg te vluchten, maar we zijn moe en blijven. En gelukkig maar, want er is meer aan Ubud than meets the eye.
Gili Meno
Daarbij zijn we trawangineus opgelicht. Na onderhandelen hadden we een prijs bepaald van € 25. Rondvragen leerde ons dat dat ook écht de prijs is voor een boot. Maar we vonden het nog steeds veel geld (het is namelijk maar 20 minuten varen), dus we aarzelden of we dan misschien toch een paar uur zouden wachten, want twee keer per dag gaat er een ‘public boat’ en ja, die kost misschien € 2. Toen de verkoper dat merkte stelde hij voor te kijken of hij anderen kon vinden die óók naar Meno gingen, dan konden we die € 25 delen. Prima. Hij bleef een tijdje weg, kwam terug, nee, niemand gevonden. We geloofden hem, want het is laagseizoen en betaalden hem dus die € 25. En je raadt het al. Toen we bij de boot kwamen, zaten daarin natuurlijk al twee andere toeristen te wachten. Nou ja, weer wat geleerd. Niet betalen vóórdat je in de boot wordt genomen.
Gurung Rinjani
Maar overvloedig zon en overvloedig regen helpen natuurlijk ook. Ze oogsten 3x per jaar hier. Rijst wordt het meest verbouwd en je treft de rijstvelden in ieder denkbaar stadium aan: als hoog opgeschoten grasachtige groene planten, als kleine sprietjes in het water, als enkel een waterplas of als een kleiïge akker waar de boer een gemotoriseerde handploeg als een grasmaaier doorheen duwt. Alleen velden kant en klare nasi goreng ontbreken...
Lombok
Verder heeft deze boot de reputatie wel eens te willen zinken. Overigens duurt vliegen naar Sulawesi ook nog zo’n drie tot vier uur, zo groot is Indonesië.
Sulawesi
Sulawesi zit precies in het midden. Het heeft kenmerken van beide biosferen, maar tegelijkertijd leven er ook dieren en planten die nergens anders ter wereld voorkomen, waardoor het qua natuur totaal uniek is. Degene die deze scheidslijn ontdekte, je raadt het al, was de Engelsman Alfred Russel Wallace.
Bunaken
Inmiddels hebben we er zes duiken opzitten. Het is inderdaad prachtig, alleen jammer dat het weer niet helemaal meewerkt: veel bewolking en af en toe pittige regen- en onweersbuien. Je kunt merken dat het regenseizoen nadert. Daardoor is het zicht onder water minder ver dan op een mooie zonnige dag. Maargoed, met 15 tot 20 meter mag je nog steeds niet klagen.
Fietsen naar Berlijn 2011
Enschede - Dorenther klippen
Dorenther klippen - Herford
Dag 2, 91 kilometer
Herford - Bodenwerder
Dag 3, 89 kilometer
Bodenwerder - Langensheim
Dag 4, 88 kilometer
Langensheim - Wolmirsleben
Dag 5, 107 kilometer
Veel regen ’s nachts, maar ’s ochtends is het droog en zien we een hemel vol dikke, witte wolken met een vermoeden van blauw daarachter. Vol goede moed stappen we op.
We hebben een flinke rit voor de boeg, want we hebben een ‘campingprobleem’: er zijn erg weinig campings op onze route. Iedere ochtend, als ik koffie drink (echte koffie, gezet met een filtertje) en Christel het onvermijdelijke nog even uitstelt, bestudeer ik nauwgezet de kaart, op zoek naar de verlossende rode driehoekjes die er nauwelijks zijn. Natuurlijk kunnen we in noodgevallen altijd een pension induiken, maar om een of andere reden staat ons dat tegen. En dus weten we dat we vandaag minstens 100 kilometer zullen moeten fietsen.
Wolmirsleben - Rädigke
Dag 6, 113 kilometer
Rädigke - Berlijn
Dag 7, 106 kilometer
Berlijn
Er is een klein barretje bovenop de tribunes naast het zwembad. Twee jonge meisjes verkopen verse broodjes, koffie en vruchtensap, en we ontbijten er terwijl we naar de loungemuziek luisteren. In het zachte ochtendlicht ziet de omgeving er vriendelijk uit en al met al moeten we ons vooroordeel bijstellen en toegeven dat het helemaal geen slechte plek is hier. Toch hebben we al besloten een hotel te gaan zoeken, dus pakken we voor de laatste keer de tent in en vertrekken.
Mei 2011
Een bijzondere constructie ditmaal. De dames -Christel met m'n nichtjes Rafaella en Pharrèl, plus Katelijne met Charlotte en Olivier- gingen met de auto alvast vooruit, en ik zou hen op de fiets volgen. Op Koninginnedag, zaterdag 30 april, zwaaide ik hen dus uit in Utrecht en stapte meteen daarna ter fiets.
Odenwald
1 - 5 april 2011
Het leek me leuk Christel voor haar verjaardag te verrassen met een weekendje weg. Zo kwamen we terecht in het Odenwald.
Onze vader
Januari 2011