We passeren Aqaba en rijden dan nog zo’n tien kilometer verder naar het zuiden, naar South Beach waar de stranden zijn en een handvol hotelletjes. Verder kan haast niet: nog een paar kilometer en je bent in Saoedi-Arabië.
Onze bestemming is Red Sea Dive Center, een duikschool met eigen accommodatie, zo’n twaalf kamers rondom een zwembad met pierenbadje. Met muren in geel-witte pasteltinten en kantelen op het dak ziet het complex eruit als een Arabisch woestijnfort. De kamer is prima en zodra het derde bed in onze kamer is verruild voor een kinderbedje hebben we voldoende leefruimte om een weekje door te komen.
Toch is het is
even wennen, life on the road
verwisselen voor een stationair bestaan tussen andere toeristen. Het duurt een paar
dagen voor we een beetje in de relaxstand te komen. Dat komt ook doordat er een
wat ongeïnspireerde sfeer hangt op deze plek, zowel bij de Jordanese staf als
bij de twee duikgidsen, Ray en Kayleh, een jong stel uit Engeland. Gelukkig
wordt dat gecompenseerd door de twee manusjes van alles die hier rondlopen,
Cameroon en Shuman, beide afkomstig uit Bangladesh. Met hen hebben we wel leuk
contact.
En sowieso komen
we om te duiken. We vertrekken dagelijks rond een uur of tien, rijden naar een
van de stranden die alle op steenworp afstand liggen en lopen dan vanaf het
strand het water in, want alle duikplekken liggen direct voor de kust. Er is niet
overdreven veel vis, wel veel en mooi koraal. En we doen een wrakduik, voor mij
de eerste keer. Het wrak is de Cedar Pride, een Libanees vrachtschip dat –op
z’n zij- op zo’n 15 tot 25 meter diepte ligt. Fascinerend om het gevaarte te
zien opdoemen vanuit het blauwe water, er omheen te zwemmen en je kop in het
laadruim te steken. Een soortgelijke ervaring had ik bij een andere duik toen
er ineens een legertank tevoorschijn kwam. Uit de loop van het kanon groeide soft coral, vredelievend waaierend in de
deining. En nee, er is geen dronken soldaat van de weg geraakt, zowel tank als
schip zijn met opzet ‘te water gelaten’, naar verluidt op bevel van wijlen
koning Hussein om het duiken wat spannender te maken.
Hoogtepunt, of
dieptepunt zo je wil, is de ontmoeting met de grootste haai die er is, de
walvishaai. Hoogtepunt omdat zoiets uiterst, uiterst, uiterst zeldzaam is. Ray
had het in ieder geval nog nooit eerder meegemaakt. En dieptepunt, omdat...wel,
we hem eigenlijk niet echt gezien hebben. Ik zat sowieso op het strand met een
slapende Wende, en Christel, die wel in de duikgroep zat, kreeg net te laat in
de gaten dat er iets spectaculairs achter haar rug gebeurde. Het duurde ook
maar 50 seconden, zoals het filmpje laat zien. Een Fransman bij ons in de groep
had toevallig net z’n camera aanstaan, ook weer zo’n geluk. Dankzij zijn
filmpje hebben we het toch een beetje meegemaakt.
Voor het eerst overkomt
het ons trouwens dat de uitrusting niet helemaal tiptop is. Om het zacht te
zeggen. Lekkende regulators, vinnen met kapotte aansluitingen, een stukgebeten mondstuk,
pakken met rafels en gaten... Al een paar keer moest Ray halsoverkop terug naar
het strand om een kapot attribuut te ruilen. De twee Engelsen zijn er ook niet
blij mee, zij krijgen alle klachten, maar zijn niet verantwoordelijk voor het
materiaal van de duikschool. Misschien verklaart het hun matte houding.
Verder is het
een genot om met Wende te zwemmen. Zowel in zee als in het zwembad voelt ze
zich thuis als een vis in het water. Ze vindt het leuk stenen in zee te gooien
en dan ‘plons’ te zeggen. En ze vindt het geweldig om van de kant in het
zwembad te springen. Ze durft zelfs al met haar vleugeltjes om los te drijven
in het diepe bad. Gelukkig maar, want veel meer dan waterpret, onder of boven
water, is er niet te beleven hier. Er zijn wat kleine speeltuintjes op het
strand maar die zijn overdag veel te heet. Aqaba is een end weg, hoewel we daar
wel een keer geweest zijn ’s avonds om boodschappen te doen.
Dus, dan maar
rondkijken op het strand. Naar de mannen die met een showkameel op klanten
wachten. Naar de vrouwen die in vol ornaat, jurk en hoofddoel en al, te water
gaan. Naar de groepen uitgelaten schooljongens...en schoolmeisjes. Ze mogen niet
samen op het strand zijn, als de bussen met meisjes komen vertrekken de bussen
met jongens weer. Naar kluitjes biddende mensen onder parasols als het tijd is.
Naar de bekende witte tenten van de Verenigde Naties, kennelijk gesnaaid uit de
vluchtelingenkampen en nu in gebruik als strandtentjes. Naar de glass bottom boats die voorbij varen. Naar
de bergen van Egypte aan het overkant van de Rode Zee. Of gewoon naar die
immense koepel van zee en hemel, zo stralend vakantieblauw...
25 april - 2 mei
25 april - 2 mei
Geen opmerkingen:
Een reactie posten