Maar enfin, voor de rest gaat alles goed.
Het is drie uurtjes vliegen naar Casablanca. Ongelooflijk
hoe dichtbij Marokko, en daarmee Afrika, eigenlijk is. Op de luchthaven pikken
we onze auto op. Zoals gewoonlijk krijgen we een ‘upgrade’, dat schijnt een
gewoonte te zijn bij autoverhuurders:
wij rijden tenminste altijd weg met een grotere auto dan we hebben
besteld. Ditmaal wordt ons een gloednieuwe Citroën C4 toebedeeld met slechts
6000 kilometer op de teller.
We rijden meteen door naar Rabat, de hoofdstad van Marokko.
Tegen vijven arriveren we, midden in de vrijdagmiddagspits. In tegenstelling
tot andere moslimlanden wordt in Marokko niet de vrijdag als ‘weekend’
aangehouden, maar gewoon het weekend. Het is dus retedruk en pas na drie
bijna-aanrijdingen en het nodige gezoek (we hebben geen navigatiesysteem)
bereiken we ons hotel, B&B Rabat Medina. We installeren ons en wandelen
daarna naar de ‘medina’, de oorspronkelijke stad, een wirwar van straatjes en
steegjes vol kleine winkeltjes waar een flinke bedrijvigheid heerst. Voor een
paar euro eten we friet en couscous bij een klein, verrassend goed restaurantje.
De volgende dag steken we de medina weer door en bezoeken aan
de andere kant de Kasbah des Oudayas. Dit is een vestingcomplex met gigantische
muren, daterend uit de 12 eeuw en strategisch gesitueerd aan de monding van de
rivier Bou Regreg.
Vanaf het hoogste punt heb je prachtig uitzicht over zee, de rivier en de stad Salé die aan de overkant van het water ligt. Van hieruit opereerden eeuwenlang piraten, die een plaag waren voor de Nederlandse VOC-schepen. Menige Hollander eindigde als slaaf van de sultan.
Daarna wandelen we naar de Hassantoren en het mausoleum van
Mohammed V. Hier kun je een blik werpen op de sarcofagen van de grootvader
(Mohammed V) en vader (Hassan II) van de huidige koning Mohammed VI, liefkozend
M6 genoemd. Het gebouw is opgetrokken uit wit marmer en wordt ‘bewaakt’ door
traditioneel uitgedoste soldaten die opvallend informeel rondlopen en zich
zonder morren lenen voor selfies met brutale toeristen. Inmiddels is het
halverwege de middag geworden. We keren daarom terug naar ons hotel, want we
willen nog door naar Fez en dat is een paar uur rijden.Vanaf het hoogste punt heb je prachtig uitzicht over zee, de rivier en de stad Salé die aan de overkant van het water ligt. Van hieruit opereerden eeuwenlang piraten, die een plaag waren voor de Nederlandse VOC-schepen. Menige Hollander eindigde als slaaf van de sultan.
Rabat maakt op ons een gemoedelijke indruk. De stad oogt
Westers, weliswaar zitten bij de café’s uitsluitend mannen koffie en muntthee te drinken,
maar op straat lopen de vrouwen er modern en opvallend sexy bij soms. Volgens
de reisgids is het de meest ‘toegankelijke’ stad van Marokko, en als je niet
beter wist zou je denken dat je je in Frankrijk
bevindt: de architectuur oogt Frans, er lopen mannen met baguettes door
de straat en overal wordt Frans gesproken. Niet geheel verwonderlijk, want
Marokko is van 1912 tot 1956 een Franse kolonie geweest en het waren ook de
Fransen die Rabat tot hoofdstad uitriepen (daarvoor was het Fes). Zoals overal
in het land bouwden ze een nieuwe stad náást de oorspronkelijke stad, een beleid
dat voortkwam uit het respect dat de eerste Franse resident-generaal (Hubert
Lyautey) voelde voor de Arabische cultuur. Daardoor zijn de eeuwenoude medinas met
al hun moskeeën en medresses (scholen) bewaard gebleven.
Goed, we gaan dus naar Fes, via de tolweg. Prima weg, weinig
verkeer, dus niets staat een ontspannen ritje door Marokkoland in de weg,
zou je zeggen. Behalve de shoerta dan. De politie. Wanneer Christel even buiten Rabat een
stoplicht iets te scherp neemt, ofwel door oranje rijdt, worden we naar de kant
gedirigeerd en inspecteert een plaatselijke diender al onze papieren alvorens €
70 te eisen wegens door rood rijden. Wij weigeren. Hij houdt aan. Wij bieden hem
€ 20 als we door mogen rijden. Non non, € 70, kijk het staat voorgedrukt op het
proces-verbaal dat hij gaat invullen, 700 dirham. Zo praten we een kwartiertje
heen en weer, maar het ziet er niet naar uit dat de agent gaat inbinden, zelfs
niet als we naar zijn legitimatie vragen die hij keurig laat zien, naam en
nummer erop, Mohammed heet hij, net zoals de profeet. Er is geen God dan Allah, en Mohammed is zijn politieman. Zouden we nou net de enige
eerlijke agent in Marokko hebben getroffen? Was het misschien toch rood
geweest? Tenslotte betalen we morrend en krijgen een keurig proces verbaal,
ondertekend en wel. Als we wegrijden denken we: misschien kunnen we het declareren bij de reisverzekering...het is diefstal tenslotte...15 - 16 mei
Afgezet, bestolen en corrupte uniformen ? Niets veranderd sinds 1971. Toch fijn dat er ook nog landen zijn waar respect voor tradities bestaat. Weet je tenminste waar je aan toe bent. Groet, Ankie
BeantwoordenVerwijderen