26 – 29 juli 2000
Wie bij Schotland denkt aan grimmige bergen en ijskoude lochs heeft de noordelijke Highlands
voor ogen. Het zuiden van het land bestaat uit een lieflijk landschap van
zachte groene heuvels die van kust tot kust rollen. De Southern Uplands wordt
het gebied genoemd.
Voor vakantiefietsers als Wim en ik prima terrein om warm te
draaien. De eerste dag kwamen we niet verder dan 40 kilometer. Van Kelso naar
Galashiels, toen een stukje langs de mooie Tweed en vervolgens was de dag
alweer voorbij en zochten we een plek om te kamperen. We liepen via een
landweggetje een heuvel op en besloten de tent op de top neer te zetten, naast
een stenen muurtje. Fantastisch plaatsje! Weids uitzicht over de heuvels met hellingen
vol grazende schapen en het riviertje dat met z’n bomenrijke oevers overal
tussendoor kronkelde. We aten boerenkool met worst en als dessert rookten we
een hasjpijpje, door Wim meegesmokkeld over zee. De zomeravond viel…en blééf
vallen, zo hoog in het noorden. Windstil was het, helder, absoluut niet koud.
En heerlijk rustig: het enige geluid was het blèren van de schapen dat van overal
vandaan leek te komen en dat –naarmate we stoneder werden– meer en meer op onze
lachspieren begon te werken – de enige spieren die nog iets deden op deze
tijdloze, onvergetelijke avond.
De Tweed (van internet) |
De volgende ochtend tweemaal boeren op bezoek. De eerste kwam hooibalen ophalen, de tweede dreef een stuk of wat zwarte stieren voorbij; Wim hield galant het hek voor ze open, we waren te gast ten slotte, maar ze reageerden nauwelijks, verrast als ze wellicht waren, of boeren. We propten ons kampement terug in onze fietstassen, zeilden de heuvel af en vervolgden onze weg door de Southern Uplands. Voorbij Selkirk leidde de smalle B7009 zo’n twintig kilometer door de Ettrick Valley, een schitterende vallei langs een zijrivier van de Tweed, leeg en verlaten, enkel bevolkt door schapen die vrij rondliepen. Schotland is nogal dunbevolkt: het land is twee keer zo groot als Nederland, maar er wonen slechts vijf miljoen mensen, waarvan een miljoen in Glasgow en Edinburgh. Ruimte te over dus voor schapen: daarvan telt het land 6,5 miljoen. In Schotland kom je dus letterlijk meer schapen dan mensen tegen.
Ettrick Valley (van internet) |
In de buurt van Ettrick sloegen we linksaf, de vallei weer
uit – bij de afslag stond een wegwijzer naar het volgende dorp, een Schots gehucht
dat ongetwijfeld even normaal en anoniem als bijvoorbeeld Ettrick zou zijn
gebleven als er niet op 21 december 1988 van tien kilometer hoogte een complete
Boeing 747 met 259 inzittenden bovenop was gevallen nadat er in het bagageruim
een koffer met een bom explodeerde. Lockerbie. Aanslag op last van wijlen Kadhafi.
Het gekke was dat ik juist die dag toen wij langs Lockerbie fietsten in de
krant het nieuws las over een ándere vliegtuigramp, een Concorde die twee dagen
eerder in het noorden van Frankrijk op een hotel was neergestort. Toevallig.
We overnachtten op een camping in the middle of nowhere en
fietsten de volgende dag door naar Jedburgh. Het regende hier en de camping was
een drassige zooi. Dwars door een stortbui sprintten we naar The Pheasant (tip
van de warden) om wat te eten. Het werd kip gevuld met haggis, dat laatste een typisch Schots gerecht waar je van moet
houden: schapen-organen vermalen met ui, vet, meel, kruiden. Je moet wàt met
al die schapen... Normaal wordt het geserveerd met neeps en tatties
(koolraap en aardappels), maar dit was de zogeheten Balmoral-variant waarbij het prutje in een met spek omwikkelde kippenborst gaat– bepaald niet verfijnd, maar ach, na
een dagje fietsen eet je alles. We bleven hangen om bier te drinken en te
kijken naar een oudere jongere met gitaar en ritmebox die The Pheasant die
avond van entertainment voorzag.
Kelso (van internet) |
Een dag later waren we weer terug in Kelso. Het was zaterdag
en op een weiland langs de rivier verzamelden de inwoners zich voor een grote
agrarische beurs met activiteiten als touwtrekken, tractoroptocht, schapenkeuring.
We hebben er even een kijkje genomen, maar vonden het –na vier dagen schapen
kijken, horen, eten– al snel tijd worden voor een beetje beschaving. Daarom: fietsen
achterop de auto, instappen en rijden maar, naar het culturele brandpunt van
het land, tevens de hoofdstad: Edinburgh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten