Ons weekje in Agios Adrianos zit er weer op. Al met al een prima plekje. Klein huisje, maar precies goed voor ons familietje en met temperaturen boven dertig graden leef je toch vooral buiten en in het zwembad.
Fijn waren vooral de privacy en de rust. Aan de rand van het dorp, geen buren, omringd door velden met sinaasappelbomen. Auto’s hoorde je nauwelijks, in plaats daarvan gemekker van schapen en geblaf van honden en ’s avonds natuurlijk de onvermijdelijke cicaden. Met tuinstoelen hadden we het zwembadje afgeschermd zodat Wende veilig kon rondscharrelen op het terras. Spelen met het tasje van opa en oma, schuiven met de stoelen, poezen aaien en dingen in haar mond stoppen die daar niet horen (een nieuwe fase helaas). Een paar dagen zag ze er wat gehavend uit, want de eerste nacht hadden muggen haar te grazen genomen en haar gezicht zat onder de bultjes, die langzaam indroogden en kleiner werden. Maar ze leek er geen last van te hebben.
Meestal hingen we ’s ochtends thuis rond. Een van ons sliep uit, de ander hield Wende in de gaten en wandelde met haar naar de bakker bij het marktpleintje, een wandeling van vijf minuten waar Wende een half uur over deed, want onderweg kwamen we hondjes tegen, een voliére, een fontein, een oude fiets en talloze andere interessante Griekse bezienswaardigheden. Van de bakkervrouw kreeg ze steeds een koekje, en dan ging het in omgekeerde volgorde weer terug...de fiets, de fontein, etcetera, dit alles gadegeslagen door allerlei mannetjes die al vanaf half acht ’s ochtends neerstreken bij de twee taverna’s rond het pleintje. Daarna ontbijt en een beetje poedelen in het zwembad, een slaapje en hup, het was middag geworden.
Zo rond twaalf, een uur gingen we dan op pad. Dichtsbijzijnde plaats was Nauplion, een kilometer of vijf verderop. Een nogal toeristisch stadje, aan zee, leunend tegen een steile heuvel waarop een indrukwekkend Venetiaans fort uit 1714 stond. Het autovrije centrum bestond uit smalle straatjes van marmer waar restaurantjes en souvenirwinkels zich aaneen regen, maar waar het, zo in het naseizoen, heel erg rustig was. We vonden een klein parkje rondom een fontein waar een paar speeltoestellen stonden zodat Wende kon schommelen en glijen. Het fort hebben we bezocht, Palamedes heette het, een robuust stelsel van bastions vanwaar je ver kon uitzien over de omgeving.
Verder zijn we twee keer naar het zandstrand van Tolo geweest en hebben we Tyrins bezocht, in de Myceense tijd een vesting aan zee met indrukwekkende muren, nu een grote bult stenen midden in een weiland. Dat is allemaal in de buurt van Nauplion. Iets verderop –daar hebben we hem weer– ligt antiek Korinthe, die we nu in de herkansing wel hebben gevonden, al was het opnieuw weer zoeken door de achterafstraatjes van modern Korinthe. Het betreft de uitgestrekte ruïne van een stad uit de Griekse oudheid schuine streep Romeinse oudheid. Tempels, forum, stoa, winkelstraat (de Lechaion-weg), basiliek...en de bema, een stenen platform aan het forum waar redevoeringen werden gehouden. Naar het schijnt heeft de apostel Paulus op deze bema de Korinthiërs –die berucht waren vanwege hun losbandigheid– ook uit staan foeteren, getuige onder andere zijn ‘Brieven aan de Korinthiërs’ uit de bijbel.
Muren van Tyrins, mans-...eh...mandreumes hoog |
Antiek Korinthe |
Antiek Korinthe, Lechaion-weg |
Feest van herkenning ! Wat de plaatsen betreft althans, de dreumes hadden we er niet bij. Liefs uit Zuid Frankrijk waar het ook nog fantastisch weer is. WenA
BeantwoordenVerwijderen