Van Olympia gaat het naar een andere klassieker: Delphi. Het belangrijkste heiligdom van het oude Griekenland, de plek waar het orakel zetelde en waar om de vier jaar de Pythische Spelen werden georganiseerd, een soort cultuurfestijn. Daarvoor verlaten we de Peloponnesos, via een grote tolbrug bij Patras, en rijden langs de andere kant van de Golf van Korinthe een uurtje of twee langs de kust.
De laatste paar kilometer komen we door een brede vallei die volledig beplant is met olijfbomen, de grootste olijfbomenplantage van Griekenland, en vervolgens leidt een steile weg naar Delphi, dat op zo’n zeshonderd meter hoogte ligt, in de uitlopers van de Parnassus, een fikse berg van 2500 meter waarop ’s winters wordt geskiet. Delphi is dan ook zowel culturele trekpleister als wintersportdorp – een zeldzame combinatie volgens mij.
We gaan weer naar een hotelletje uit onze reisgids, maar héééé...vol. Hotel ernaast...ook vol. Wat is dít? Het is toch naseizoen, rustig etcetera? Als we vragen of ze dan misschien een ander hotel weten word ons de weg gewezen naar Sun View Pension, met zo’n blik van ‘daar wil geen hond slapen, dus daar is zéker plek’. We moeten een straatje lager zijn. Het ziet er verlaten uit en de deur is gesloten; als we aanbellen klinkt er iets onverstaanbaars uit de intercom; maar de verkoopster van de souvenirshop ernaast zegt dat we naar binnen kunnen en de trap op. Beetje dubieus allemaal. We doen het toch maar en op de eerste etage ontmoeten we inderdaad de eigenaresse, een wat neerslachtige vrouw, die ons een kamer laat zien waar...helemaal niks mis mee is. Netjes, groot genoeg, badkamer, kasten zonder lijk erin, balkonnetje met fantastisch uitzicht, veertig euro per nacht inclusief ontbijt. Wat is het verborgen gebrek?
We hebben het
niet ontdekt. De eerste nacht was er nog één andere kamer bezet, de tweede
nacht geen enkele. Een soort spookhotel. Geen idee waarom. Heerlijk rustig
straatje, makkelijk parkeren (groot probleem in Delphi) en het uitzicht,
nogmaals, was eersteklas - en dat is belangrijk, want in Delphi draait alles om
‘het uitzicht’: goede kamers kunnen helemaal tot aan zee kijken, slechte kamers
kijken nergens naar.
Het moderne
Delphi stelt verder weinig voor. Het zijn een paar straatjes tegen een bergwand
op, dus geen ruimte voor een plein, een park of wat ook. Als we uitgekeken zijn
op de ruïnes besluiten we voor vertier ende verkoeling maar even terug te
rijden naar de kust voor een duik in zee. Het is namelijk erg warm die dag, boven
de dertig graden. Van onze buurvrouw, de verkoopster, horen we dat het normaal
veel frisser is rond deze tijd. Griekenland schijnt een buitengewone warme
herfst mee te maken dit jaar. Hebben wij weer. Gelukkig gaan we nu naar Kreta,
lekker duiken.
Het is weer genieten van het reisverslag. Jammer dat jullie de Meteora kloosters laten zitten maar Wende gaat voor. Nog even en je komt niet verder dan een kindercamping dus geniet er vooral van. Liefs Ankie (weer thuis)
BeantwoordenVerwijderen