Even schakelen dus, maar goed, dat kunnen we, op naar Eindhoven dan maar en
vandaar de lucht in. Troffen een opmerkelijke gezagvoerder, een soort gesjeesde
kunsthistoricus die onderweg over de intercom ineens losbarstte in verhalen
over Griekse mythologie en boven Rhodos, ongelogen, een extra bochtje maakte
zodat iedereen een blik kon werpen op de plek waar ooit de Kolossos van Rhodos
stond, een van de zeven klassieke wereldwonderen, aldus de piloot. Zo kwamen
we, met een minuut vertraging wegens sight seeing, aan op Ben Goerion Airport in
Tel Aviv.
Avi’s Place is waar we moeten zijn en het is, nou ja, de plaats van Avi.
Ofwel, de flat van een vriendelijke, gezette Israëliër die één slaapkamer heeft
omgetoverd tot hotelkamer met badkamer, balkon en discoverlichting. Klein, maar
sympathiek. Het is inmiddels half negen, we hebben geen puf meer te gaan eten, vooral
Wende staat op instorten, dus we redden ons met een laatste krentenbolletje en
een broodje humus uit Avi’s Kitchen en maken het niet laat.
De volgende ochtend pakken we de boel weer in, kopen broodjes bij het
eerste winkeltje dat we tegenkomen (honderd meter verderop) en houden een
ontbijt slash picknick in een groot park. Het is alweer vreselijk warm. Daarna zetten
we in de bubble van onze airco koers in noordwaartse richting. Eerst door het
drukke Tel Aviv, na Jeruzalem de grootste stad van Israël met een half miljoen
inwoners. En vervolgens gewoon weg nummer 2 volgen, de kustweg die langs badplaatsen
als Netanya en Ceasarea voert.
In die laatste vind je –naast de enige golf court van het land– Romeinse
ruïnes: een theater, een aquaduct en vlak voor de kust, onder water, zelfs de resten
van een haven. Eeuwenlang was Ceasarea een van de belangrijkste havens van het
Midden Oosten, maar ‘time and warfare eventually had their way’ zoals de Lonely
Planet het mooi beschrijft en wat rest is dus dit, een verloren aquaduct op het
strand aan de voet waarvan men ijsjes eet en rond poedelt in zee. Het water van
de Middellandse Zee is verrassend warm, eigenlijk prima te doen. Wij strijken een
paar uurtjes neer op dit mooie plekje.
Vanaf hier is het nog een klein uurtje naar Haifa, onze eindbestemming
voor vandaag. We hebben een appartement gehuurd in een grote flat aan het
strand. Een riante plek met een eigen kamer voor Wende en uitzicht op zee. Hier
moeten we het de komende dagen even mee doen. Langs de flat loopt een nieuw
aangelegde boulevard met twee kilometer restaurantjes en barretjes. We tippelen
erlangs, hongerig naar humus.
Voor Wende hebben we een stepje meegebracht, maar
anders dan het geniale fietsje tijdens onze ‘wereldreis’ lijkt het niet echt
een succes, ze klaagt algauw dat ze moe wordt van het steppen en wil gedragen
worden, wat we nou juist, met dat stepje, hoopten te voorkomen. Met een hoop friet
en cola in haar buik wordt haar humeur gelukkig ietsje beter. Verbrand,
plakkerig en vol zand eindigen we zo dag één.
Zo te lezen is t nog een beetje afzien😉dan toch maar de giro bekijken? 🙋goede reis!!
BeantwoordenVerwijderen