Ten zuiden van Merida ligt de regio Puuc. ‘Puuc’ betekent ‘heuvels’ in de plaatselijke Maya-taal en inderdaad is dit een heuvelachtig gebied, hoewel je er niet teveel van moet voorstellen. Hoger dan 100 meter wordt het niet.
Maar omdat de rest van Yucatan zo plat is als een tortilla vonden de Maya’s het kennelijk al heel wat. Ook in dit gebied ligt weer een trits Maya-ruïnes, waarvan Uxmal de grootste en bekendste is.
We verblijven
twee nachten in Santa Elena, een gehuchtje met een roodachtige kerk, een pleintje
met een speeltuintje en verder wat haveloze straatjes.
Onze accomodatie ligt iets buiten het dorp, heet Sacbe Boutique Inn en bestaat uit een paar kleine bungalowtjes in een tuin die met veel moeite is veroverd op de jungle, die echter weigert dit te accepteren en een guerilla-strijd is begonnen om haar gebied terug te winnen en stug blijft doorgoeien, overal. De 19-jarige David, die de boel met z’n familie bestiert, is er niet blij mee, want hij is de tuinman.
Dat is
natuurlijk ook Mexico, een land met extreem veel geweld. Als je leest over de
geschiedenis van Mexico word je niet vrolijk. Onafhankelijk sinds 1821 en in de
eerste honderd jaar daarna een speelbal -of laat ik zeggen een arme piñata- van
dictators, opstandelingen en bandieten die woest in het rond mepten, en daarbij
en passant California, New Mexico en Texas (tot eind 19e eeuw horend
tot Mexico) voor een paar dollar verkwanselden aan de Verenigde Staten.
Vervolgens culmineerde dit in een burgeroorlog van 1911 tot 1921 die volgens
mij een van de bloedigste aller tijden moet zijn geweest en een miljoen levens heeft gekost. Het trieste is dat
Mexico eigenlijk schatrijk is, met enorme voorraden goud, zilver en aardolie,
en door wijs en humaan beleid, good
governance zoals dat tegenwoordig heet, zou het een van de welvarendste landen
ter wereld kunnen zijn. In plaats daarvan heerst er veel armoede. En een
drugsoorlog dus.
Maar Sacbe
Boutique Inn is een vredig stukje aarde met frisse nieuwe steenpaden langs
bloeiende fruitbomen en een zwembad. Het leven gaat door.
We bezoeken hier
uiteraard Uxmal. Het bijzondere aan Uxmal is dat het gebouwd is in de zogeheten
‘Puuc-stijl’, dat wil zeggen met een hoop tierlantijnen zoals pilaren, figuren,
inscripties enzovoorts, het is zeg maar de barok onder de Maya-architectuur.
Dat is weer eens wat anders dan alleen een hoop steen. ’s Ochtends kijken we
een paar uurtjes rond.
Casa del Adivino |
Afbeeldingen van regen-god Chac (met kromme neus) |
Casa del Gobernor |
’s Avonds keren we terug voor de ‘sound and light-show’, maar dat is aan Wende absoluut niet besteed. Het begint er mee dat ze beledigd is dat zíj geen koptelefoon krijgt (met Engelse vertaling) en het eindigt ermee dat ze met haar eigen boze sound-show boven de muziek probeert uit te komen, zodat we haar helaas hebben moeten laten verwijderen door de beveiliging, lees Christel. Ik blijf nog even en hoor de verhalen over de regengod Chac die belangrijk was in Uxmal. Er is namelijk geen cenote hier, dus het water moest uit de hemel komen.
Als de
show is afgelopen en ik terugloop tref ik Christel en Wende op een grasveldje
bij de grote pyramide die Casa del Adivino heet (Huis van de tovenaar). Niets
aan de hand meer, Wende is vrolijk aan het spelen, aan de voet van dat enorme
gevaarte waarvan alleen de top, 37 meter hoog, is uitgelicht. Hoog boven dit
alles kijkt een schitterende sterrenhemel toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten