Valladolid is een charmant klein plaatsje in het centrum van Yucatan. Het bestaat uit smalle straatjes met pastelkleurige huisjes, in een raster rondom een centraal plein met een fontein, bankjes en grappige duostoeltjes waarop je niet naast elkaar zit, maar elkaar aankijkt.
De straatjes heten ‘calle’ en hebben geen namen, maar nummers. Aan Calle 42 zit ons hotel, Hotel Aurora, een fraai koloniaal herenhuis van twee verdiepingen rondom een patio met een zwembad. Op het dak nog een bar en twee bubbelbaden die niemand gebruikt. De clientèle bestaat vooral uit Amerikanen.
We hadden dit stadje uitgezocht omdat, eh, niet helemaal duidelijk meer. Veel te zien is er eigenlijk niet. Maar als je de speeltuintjes meetelt als bezienswaardigheid kun je er makkelijk twee dagen doorbrengen, zoals wij hebben gedaan. Naast de speeltuintjes staan steeds fitnessapparaten, niet gek bedacht als je kijkt naar de omvang van de Mexicanen, die vaak wel erg kort zijn voor hun breedte. Ook missen ze vaak een nek, zoals mijn zwager de manueel therapeut opmerkte. De Mexicaanse genenpoel bestaat uit indianen, blanken en negers, en ieder denkbare combinatie daartussen. De meerderheid van de bevolking is inmiddels ‘mesties’ofwel een mengeling van blank en indiaans. Alleen heeft Yucatan van alle Mexicaanse provincies nog steeds het hoogste percentage indianen, bijna twee derde.
Convento de Sisal |
Cenote Zaci |
Maar rustig
als het plaatsje mag zijn, op vrijdag 12 december verandert het in een ware
heksenketel, wanneer ’s avonds een eindeloze parade van lopers, fietsers,
brommers en auto’s met toeters en sirenes door de straten trekt, onder andere onze
Calle 42. Het is de belangrijkste feestdag van het jaar, die van
Onze-Vrouwe-van-Guadalupe, een heilige maagd die beschermvrouwe is van Mexico.
Daarmee is ook het raadsel van al die clubjes fietsers opgelost, die waren
onderweg naar 12 december.
Wende vindt de parade gewèldig... |
Pastelkleur van de huisjes ook op Wende's bekkie gesmeerd? Ankie
BeantwoordenVerwijderen