Wende maakt kennis met de wondere wereld van het boeddhisme. Voor het eerst in haar leven ziet ze een grote liggende boeddha. Ze kijkt. Ze denkt. “O jee,"zegt ze dan. "Deze is omgevallen!”
Boeddhisme is het belangrijkste geloof in Sri Lanka. Van de bevolking is 70% boeddhistisch, 30% hindoeïstisch. Dat is tevens een etnische scheidslijn, want de boeddhisten zijn Sinhalezen en de hindoes Tamils. Over de ellende die dit heeft veroorzaakt, een bloedige burgeroorlog die pas in 2009 is beëindigd, kom ik later nog wel te spreken, voor nu houden we even de illusie van een paradijselijk tropisch eiland. Verder kent Sri Lanka ook nog kleine groepen christenen en moslims. (Plus de komende weken 0,0001% atheisten...) Sri Lanka was, in de derde eeuw voor Christus, het eerste land waar het boeddhisme vanuit India wortel schoot. Vanuit hier verspreidde het zich verder richting Birma, Thailand, Vietnam en daarom wordt het wel de ‘zuidelijke’ richting genoemd. Officieel heet het de Theravada-school, vertaald zoiets als ‘leer van de ouden’.
We beginnen nog een beetje luxe, met een taxi die ons verder
langs de zuidkust brengt, naar het badplaatsje Tangalle. Onderweg doen we een
schildpaddenopvang aan. Hier worden in een stuk zand eitjes van schildpadden
uitgebroed, waarna de baby schildpadjes ongeveer een week worden grootgebracht
en dan weer teruggezet in zee. Er zijn aan de zuidkust talloze van dit soort
particuliere initiatieven te vinden, allemaal bedoeld om de populatie van
schildpadden – die sterk achteruit gaat doordat mensen de eieren eten– op peil
te houden. Van de zeven schildpaddensoorten die er op de wereld bestaan komen er
vijf in Sri Lanka voor, en alle vijf worden met uitsterven bedreigd. Of al die
kleine opvangdingetjes helpen is de vraag, daar bestaat wat twijfel over. Maar
goed bedoeld is het zeker.
Verderop passeren we een ander uitstervend fenomeen van Sri Lanka, de
steltvissers. Mannen die op een paal met een dwarsbalk in zee zitten te vissen.
Menige reisgids, ook de onze, heeft een foto van steltvissers op de voorkant,
uiteraard met een mooi ondergaand zonnetje erbij. Wij rijden er overdag langs
en de meeste palen, die min of meer in veldjes bij elkaar staan, zijn onbezet.
Het schijnt prima vissen te zijn, en de palen gaan over van vader op zoon.
In Tangalle hebben we twee nachten geboekt bij Ibis
Guesthouse. (We zijn de eerste klanten ooit die bij hen via booking.com hebben
geboekt, horen we.) De eigenaren zijn een Sri Lankese man en een Duitse vrouw.
Hij runt het guesthouse, zij een naburig weeshuis dat ze heeft opgericht. Als
we aankomen stuitten we op een buitenlands gezinnetje met drie kinderen –Zweeds, naar blijkt– waarvan de jongste, een
meisje van drie in een Frozen-jurkje, al gauw met Wende aan het spelen is.
Eindelijk kunnen we even rustig in een strandstoel liggen, ideaal...helaas is
de vreugde van korte duur: een uurtje later moet Wende alweer afscheid nemen,
de mensen waren er alleen maar voor de lunch. Beetje jammer. Nu zijn we weer de
enige gasten, een lot dat we deze vakantie vaker zullen treffen, want het
blijkt absoluut laagseizoen in Sri Lanka.
We hebben een bungalowtje aan het strand, in een tuin van
kleine palmboompjes. Alles gebouwd en gepland na 2004, want de tsunami heeft
het complete guesthouse destijds van de aardbodem geveegd, inclusief acht
familieleden van de eigenaar. Met hulp van de Duitse, een verpleegster met een
missie, is de boel weer opgebouwd. Achter de nieuwe bar hangt nu een mooie
trouwfoto van de twee en de leus ‘Met liefde is alles mogelijk’. Het is een
schitterende plek en we hebben het helemaal voor onszelf, het enige nadeel
–niet onbelangrijk, zo aan het strand– is dat je er niet kan zwemmen. De zee is
echt te woest hier.
We zijn in Tangalle neergestreken om Mulgirigalla te kunnen
bezoeken. Dit is een boeddhistisch complex bestaande uit zes rotstempels die op
verschillende niveaus in een rotswand van zo’n tweehonderd meter hoog zijn
uitgehakt. Het is een bijzondere plek, want blasé en bereisd als we mogen zijn,
we staan een beetje paf: zoiets bijzonders hebben we echt nog nooit gezien. De
grotten zijn van top tot teen beschilderd en er staan allemaal boeddhabeelden,
waaronder dus een paar grote die zijn ‘omgevallen’. De tempels dateren al van
voor onze jaartelling, alleen de beschilderingen zijn van veel latere datum,
die stammen uit de achttiende eeuw.
In iedere tempel offeren we een bloem, we hebben daarvoor ons eigen bloemenmeisje meegenomen dat het bosje bloemen draagt dat we bij de ingang hebben gekocht.
In de rots uitgehakte treden, soms glibberig van de regen,
leiden de berg op. Het is weer ontzettend warm en benauwd vandaag, we zwoegen
omhoog, Christel met Wende op de schouders. In iedere tempel offeren we een bloem, we hebben daarvoor ons eigen bloemenmeisje meegenomen dat het bosje bloemen draagt dat we bij de ingang hebben gekocht.
Na bijna zeshonderd treden komen we bij het bovenste tempeltje, waar een vriendelijke meneer ons opwacht. Hij zegent ons, wenst ons een lang en gelukkig leven en bindt ons een armbandje om. Met die zegen op zak durven we het wel aan een kijkje op de top te nemen. De rots duikt hier loodrecht naar beneden, tweehonderd meter de diepte in, en er staan geen hekjes. Het uitzicht is spectaculair. Ik maak een selfie van ons gezinnetje...nog een stapje naar achteren...nog eentje...oeps...zie jullie bij de parkeerplaaaaaaaaaa---
Door en door bezweet keren we met de tuc-tuc terug naar
Tangalle en vragen waar we kunnen zwemmen. We worden verwezen naar een publiek
strandje waar de bewoners zelf zich uitleven. Hordes jongens die dobberen op grote
zwarte banden of menselijke pyramides in het water bouwen. Ook vrouwen en
meisjes gaan te water, maar wel volledig gekleed. Dat doet Christel dus ook
maar. We zijn de enige buitenlanders en Wende is weer een heuse
bezienswaardigheid.
Opgefrist
keren we terug naar Ibis. Nog een laatste nachtje zilte zeelucht en bulderende
branding en dan verlaten we de zee en gaan het binnenland in...met de bus. Een
nieuw avontuur, want dat hebben we met Wende nog nooit gedaan. Bij de receptie
van Ibis werd ongelovig gekeken. Too many people, zeiden ze. Better take taxi.
Maar we gaan het toch proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten