Het
tragische lot van Hiroshima is een vaak verteld verhaal. Op 6 augustus 1945, om
8:15 ‘s ochtends terwijl de bevolking nietsvermoedend aan een nieuwe dag begon,
ontplofte hier op 600 meter hoogte de eerste atoombom. Eén tel later bestond de
stad niet meer.
Groot? Let op de mensen linksonder... |
Een radioactieve vuurbal van een kilometer doorsnee vernietigde in één klap 86.000 mensen en 70.000 huizen. Wie die klap overleefde, bevond zich in de hel op aarde, een nog nooit eerder vertoond inferno van immense hitte, vuur en ‘black rain’, ofwel dikke nucleaire as. Tegen het einde van het jaar was het dodental opgelopen tot 140.000 en nog decennialang zouden vele bezwijken aan door straling veroorzaakt kankersoorten. Allemaal vanwege één bom (‘Little boy’ geheten) van drie meter lang met 64 kilo uranium erin. De beroemde formule van Einstein, E=mc2, voorspelde al dat er onvoorstelbaar veel energie opgeslagen zit in atomen en de bom boven Hiroshima heeft dat bij wijze van een gruwelijk praktijkexperiment bewezen.
Ik ben als kind al gefascineerd geraakt door deze historische gebeurtenis waarbij een wetenschappelijk topprestatie – in de Verenigde Staten - hand in hand gaat met een humanitair dieptepunt – in Japan - dus een bezoek aan Hiroshima is altijd een verlangen van mij geweest en die gaat nu eindelijk in vervulling. Inmiddels zijn we natuurlijk bijna 80 jaar verder en is de stad weer helemaal als nieuw, er rijden trammetjes, de bomen bloeien en in de rivier zie je vissen zwemmen, en omdat het gruwelijk heet is zoekt de bevolking verkoeling in een groot buitenbad naast het stadion van de plaatselijke voetbalclub. Ook wij. Nadat wij onze bagage hebben gedropt in ons appartement brengen wij de rest van de middag in het water door, op een gehuurd zwembandje rondjes draaiend tussen alle Japanners in de onvermijdelijke lazy river.
De volgende dag wandelen we naar het Peace Memorial Park en bijhorend museum, allemaal gevestigd op een eiland in de rivier dat we bereiken via een karakteristieke T-vormige brug - zò karakteristiek dat de Amerikanen destijds hun bom richtten op deze brug. (Hij viel uiteindelijk 150 meter verderop, wat in die tijd - waarin precisiebombardementen nog onmogelijk waren - een wonder van accuratesse was.) We passeren daarbij de ruïne van een koepelvormig gebouwtje dat als een van de weinige gebouwen de schokgolf heeft doorstaan en sindsdien in ere is gehouden als monument.
Het museum maakt inzichtelijk hoe gruwelijk de gebeurtenis voor de inwoners moet zijn geweest. Vele foto’s en verhalen, kledingstukken, beschadigde voorwerpen, verwrongen ijzeren balken en zelfs het stoepje waarop de schaduw is te zien van een volledig verdampt persoon. Naar blijkt zijn vooral veel schoolkinderen omgekomen omdat zij als een soort burgerwachten – de mannen waren naar het front – die ochtend in het centrum aan het werk waren gezet. Leuk is anders, zo’n museum, maar wel belangrijk als getuigenis van de historie.
Na
de oorlog heeft Hiroshima zichzelf heruitgevonden, ik zou zeggen als een feniks
die uit de as is herrezen, als een vredessymbool. In het Peace Park bevinden
zich allerlei monumenten voor de vrede, waarvan de mooiste die ter
nagedachtenis is van Susuki Sadaki, een beetje de Anne Frank van Hiroshima, een
meisje dat symbool is geworden voor alle verschrikkingen. Als tweejarige maakte
ze de atoombom mee, ze leek ongedeerd, maar een paar jaar later kreeg ze toch kanker
en ze overleed op haar twaalfde.
Geïnspireerd door een Japanse wijsheid dat wie
1000 kraanvogels vouwt - de kraanvogel staat symbool voor geluk en gezondheid -
uiteindelijk zal genezen, was ze begonnen kraanvogeltje te vouwen, piepklein
allemaal, op het laatste met behulp van een speldje. Het heeft niet mogen
baten, maar de kraanvogel siert nu haar monument en is hèt symbool van Hiroshima
geworden.
Voor mij heeft dit alles een extra lading. De kraanvogel is namelijk ook een symbool voor mijn overleden vader, die rond zijn 25e - nadat hij op vakantie een Japanner had ontmoet - de bijzondere gewoonte aannam om kraanvogeltjes te vouwen en overal waar hij kwam achter te laten. De rest van zijn leven is hij is dit blijven doen, duizenden moet hij er gemaakt hebben en ze zwierven altijd door het huis. Sowieso moet ik in Japan vaak aan hem denken, daarover later meer.
Wende
vindt er allemaal niet zoveel aan vandaag. Hoogtepunt van het museum voor haar was
de airco, een attractie die ze buiten in het loeihete park moet missen. Ja, het
is zo warm vandaag dat ze zelfs geen zin heeft in zo’n laf, lauw Japans zwemstroompje. Daarom trakteren
we haar vanavond maar weer op haar favoriete restaurant, ofwel een sushirestaurant
waar de lekkernijen aan de lopende band naar je toe komen. Dit keer zijn we
mooi op tijd, voor de rijen ontstaan. En met de buik vol van rijst nemen we
tenslotte een trammetje terug naar ons appartement.
En daarmee zijn we even klaar met de Japanse steden. We gaan naar het platteland.
31 juli – 2 augustus 2024
Dat laatste stukje vind ik heel leuk
BeantwoordenVerwijderen