Penang is een eiland voor de westkust, met het vasteland verbonden via twee bruggen, de een nog langer dan de andere: 14 kilometer en 24 kilometer. Omdat Malakka al in handen was van eerst de Portugezen en later de Hollanders besloten de Engelsen in 1786 hier maar een handelspost te vestigen. Ze noemden de plek naar hun koning, Georgetown.
Weer speelt onze
verbeelding ons parten. Georgetown is geen authentiek klein plaatsje, maar een
grote stad met 400.000 inwoners, een hoop lelijke flats waar Maleisië patent op
lijkt te hebben en drukke straten die allemaal Jalan sehala heten, eenrichtingsweg, zodat we onbedoeld eerst nog
wat aan sightseeing doen voordat we er in slagen de auto te parkeren voor hotel
1926 Heritage Inn aan de Jalan Burma. Vanaf hier is het een kwartiertje met de
bus naar het centrum. De oude kern is werelderfgoed en bestaat uit een vierkant
patroon van bedrijvige straatjes waar toeristen doorheen drommen. Net als in
Singapore is er weer een ‘little India’, maar 0pvallender is het Chinese
karakter van de stad: veel Chinese mensen, winkels, tempels, restaurants. Waar
de Chinezen in heel Maleisië ongeveer een kwart van de bevolking uitmaken zijn
ze in Georgetown in de meerderheid. Verder zie je veel Anglicaanse kerken,
erfenis van de Engelsen.
Een grappige attractie van Georgetown is de streetart: tientallen kunst- en schilderwerken op de muren, verspreid over de oude stad. We huren een grote fietskar om rond te rijden en ze op te sporen.
Sommige zijn driedimensionaal, dan steekt er bijvoorbeeld een schommel uit de muur of een fiets, wat een bijzonder effect geeft en je als het ware uitnodigt in het kunstwerk te stappen, of –voor de snobs onder ons– een conceptuele eenheid met de artistieke expressie te ontwikkelen. Het is nog een hele puzzel, zeg maar een kunst op zich, om in de eenrichtingsavondspits van Georgetown de juiste plekken te bereiken, maar het is een leuke manier om het centrum te verkennen.
Verder rijden we
met de auto een rondje over Penang en bezoeken onder andere een Chinees
tempelcomplex, Kek Lok Si. Dit is tegen een helling gebouwd en bestaat uit een
reeks boven op elkaar gestapelde pagodes, galerijen, altaren, Boeddhabeelden.
Veel goud, veel rood, de boel is tiptop onderhouden. Er is ook een vijver
boordevol schildpadden. Eén Boeddha met blauw haar trekt Wende’s aandacht.
“Lijkt wel een grappig clowntje,” zegt ze. Boeddha glimlacht.
Na de vestiging
van Georgetown ging het snel met de Engelsen: tien jaar later al namen ze
zonder veel moeite Malakka en de rest van Maleisië over van de Nederlanders. De
VOC liep op z’n laatste benen (in 1801 ging het roemruchte vennootschap
failliet) en concentreerde zich liever op Batavia en Indonesië. Een tijdje leek
het nog dat Georgetown de hoofdstad van Maleisië zou blijven, maar het nieuwe,
explosief groeiende Singapore eigende zichzelf die eer toe.
Veel meer over
Georgetown weet ik niet te melden. We gaan naar Malakka, hier Melaka genaamd.
Op zoek naar onze roots, die goeie ouwe VOC-tijd.
Wat zien jullie er ontspannen uit, ondanks de drukke stad. Ligt dat aan de zelfontspanner? Liefs van vosabreu
BeantwoordenVerwijderen