We hebben nog steeds honger. Honger naar…meer. Meer zien,
meer beleven, meer landen bezoeken.
Vandaar dat wij dit jaar, na al het gereis van
de laatste jaren, nog eens een extra grote reis gaan maken. Zo'n vier maanden
gaan we weg. We vertrekken na Wende’s verjaardag, 1 september, en willen voor
Kerst weer terug zijn. Het is het laatste jaar voor Wende leerplichtig wordt, dus zoals we vaak te horen krijgen: ‘nu
kan het nog’.
Nee, we gaan naar ons favoriete werelddeel, Azië. Preciezer
gezegd, die uitstekende sliert onder China waar je met Risk altijd je torens op
zet: Zuid-Oost Azië. Ons idee nu is om in een soort veegbeweging van zuid naar
noord alle landen in Zuid Oost-Azië (uitgezonderd de Filipijnen) op te bezemen:
Maleisië, Brunei, Singapore, Thailand, Cambodja, Vietnam. Met een kickstart in
Australië om familie en vrienden te bezoeken. Een flinke onderneming, waarvoor –eerlijk
gezegd– vier maanden aan de krappe kant is.
Want vier maanden…het lijkt misschien lang, afgezet tegen de
gemiddelde bouwvakvakantie van drie weken, maar op wereldreisniveau begint het
dan pas een beetje te beginnen. Hoe vaak wij niet mensen zijn tegenkomen die een
jaar of langer onderweg waren! Als je, zoals wij hebben gedaan, eens een uurtje
op een rijtje zet wat je allemaal zou willen zien –Japan, Paaseiland, Tasmanië–
ontdek je meteen dat vier maanden hopeloos ontoereikend zijn. Zeker als je ook
nog een beetje wilt relaxen en niet eindeloos met een klein kind in bus of
vliegtuig wilt zitten.
Maar niet getreurd uiteraard. Want ongeacht waar deze reis
ons brengt, of juist niet brengt, het simpele vooruitzicht om vier maanden te
kunnen rond trekken doet ons al watertanden, hongerig als we zijn…
1 januari 2016
1 januari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten