Siem Reap is
de plaats waar iedereen verblijft die Angkor bezoekt. Wij blijven er nog een
dagje, om te relaxen en wat zaken te regelen voor de Thaise uitsmijter van onze
reis, die bijna begint. En om naar het circus te gaan.
‘Phare, the
Cambodian Circus’ heet het en het is een waanzinnige ervaring. Alleen al de
entourage: een echte circustent, van buiten feeëriek verlicht, aan de rand van
de stad. Tuctuc’s rijden af en aan op de kleine parkeerplaats. Lieve jongens
en meisjes leidden je naar de tent, waar om acht uur de show start.
Spectaculair! Een soort Cirque du Soleil, maar dan in het klein: acrobatiek en
dans op de vierkante meter, begeleid door een orkest van drie dat flink wat
geluid weet te maken. Ongelooflijke stunts met palen, touwen, valschermen,
hoepels. Thema van de show (‘Same Same but Different’ geheten) is het contact schuine
streep contrast tussen Cambodjanen en toeristen, dat met veel humor wordt
uitgebeeld.
Siem Reap is
verder niet heel bijzonder. Een centrum met een modderig kanaaltje en twee
houten bruggen, veel souvenirwinkeltjes en vooral veel tuctuc-chauffeurs die
hengelen naar een ritje. Langs de brede uitvalswegen zitten talloze hotels, de
een nog protseriger dan de ander. Wat dat betreft is het snel gegaan hier – toerisme
is geëxplodeerd, van nul komma nul één procent tijdens de Rode Khmer (die 0,01%
betrof drie historische pechvogels uit Australië wiens zeilboot te dicht bij de
kust kwam en die naar Tuol Sleng zijn afgevoerd) tot een paar duizend bezoekers
in 1994, een paar hónderdduizend in 2001 en twee miljoen per jaar anno nu. Christel
kan ervan getuigen. Zij bezocht Cambodja met een groepsreis in 2001 en herkent
bijna niets meer van toen. Ze herinnert zich ongeasfalteerde wegen, nauwelijks
verkeer, geen souvenirstalletjes… Was Angkor Wat eigenlijk al gebouwd? Ja, dat
wel.
Ons
hotelletje zit in een achterafstraatje en wordt gerund door twee Japanners. (Om
een of andere reden zie je veel Japanners hier.) Vlakbij is een kleine kapsalon
en daar laten we Wende knippen. Haar blonde haar is flink gegroeid en bovendien
droog en klitterig geworden door alle zon, zee en zwembad. De kapster, die geen
Engels spreekt, durft er echter nauwelijks iets af te halen, ook niet na een
paar keer aanwijzen, dus uiteindelijk heeft Wende voor twee dollar vooral een
uitstekende kambeurt gekregen.
Etenstijd.
Nationale gerecht heet amok en is een
pittige curry met groente en kokos, uiteraard geserveerd met rijst. Voor
toeristen kan er vlees in, maar traditioneel wordt er vis in gedaan.
Zoetwatervis – want niet ver van Siem Reap bevindt zich een enorm meer, Tonle
Sap, dat in de regentijd tien keer zoveel sap heeft als in de droge tijd en dan
het grootste meer van Zuidoost-Azië vormt, formaat België. Voor de rest is ook
in Cambodja de noedelsoep met een hoop verse kruiden weer populair.
Grappig in
restaurantjes is dat de bestelling haast altijd uit het hoofd wordt opgenomen,
dus zonder iets op te schrijven. Gaat dat wel goed? denk je nog in het begin. Eén
meloensap, maar zonder suiker, heeft u ook frietjes? okee een bordje friet dan,
één amok met kip, twee flesjes Angkor, doe maar een gegrilde vis, en nog wat
loempiaatjes, of wacht een ananassap in plaats van meloensap, maar wel zonder
suiker graag…ja, heeft u dat? Maar het gaat altijd goed, en toen we een keer
een jongen onze bestelling zagen opschrijven begrepen we meteen ook waarom je
dit beter niet kunt doen…het Cambodjaanse schrift is onmogelijk. Het woord
‘cola’ kost een half blaadje priegelen, laat staan ‘ananassap zonder ijs en
zonder suiker graag’.
Enfin, veel
te snel komt er een eind aan ons verblijf in Cambodja. Vanaf de luchthaven in
Siem Reap, gebouwd in 2006 en alweer te klein, er komt een nieuwe, vliegen we naar Bangkok. Sawadee
Thailand!
4 - 7 december
Geen opmerkingen:
Een reactie posten