Wijk aan Zee

16 - 18 april 2022

Met Pasen een weekendje weg in eigen land. Dan moet je geluk hebben met het weer. Dat hadden we.

Het was warm en zonnig, prima weer om te kamperen. En dat vond iedereen kennelijk, want veel campings langs de kust zaten vol, merkten we. Uiteindelijk konden we terecht bij een bescheiden kampeerterreintje in Wijk aan Zee. Het was eigendom van het Nivon, een socialistische organisatie die een eeuw geleden is opgericht met het doel om de arbeiders te verheffen en verpozing in de natuur te bieden. Tegenwoordig beheren ze een aantal kampeerterreinen en natuurvriendenhuizen die worden gerund door vrijwilligers en waar gemeenschapszin hoog in het vaandel staat. Het is kleinschalig en sympathiek en komt uit een ouderwets rood hart. Een vriendelijke man wees ons een plekje achterin een klein veldje en dat zag er prima uit.

Daarna liepen we naar de zee. Wijk aan Zee is een klein badplaatsje dat als een soort hoefijzer rond een groot weiland ligt waar paarden staan te grazen. Het centrum kruipt omhoog tegen een rij opvallend hoge duinen en daarachter ligt het strand. Dat het plaatsje zich bevindt onder de rook van Tata Steel is nog een understatement; de immense staalfabriek is alomtegenwoordig met zijn loodsen en schoorstenen, met zijn rookwolken, met zijn geluid dat dag en nacht doorgaat en - uiteraard - met zijn giftige uitstoot van lood en PAK’s, waarbij dat laatste staat voor ‘potentieel kankerverwekkende koolwaterstoffen’. Klinkt niet best en is ook niet best. ('s Ochtends zou onze afwas, die buiten naast de camper stond, onder de kleine zwarte friebeltjes zitten.) Er loopt inmiddels een rechtszaak tegen Tata Steel en gezien het huidige rechtsklimaat waarin bedrijven niet meer wegkomen met milieugesjoemel gaat het waarschijnlijk buigen of barsten worden voor het bedrijf, al zal het nog een paar jaar gaan duren.

 

Maar slechte lucht of niet, strand en zee waren een plaatje op deze heerlijke zaterdagavond. Wende werd er helemaal blij van en wilde per se het water in rennen, dat dit nog winterkoud was boeide haar niet. We streken neer bij een strandtent waar het opvallend rustig was. Alsof het hoogzomer was aten we buiten op het terras en dronken een biertje. Op de terugweg door het dorp passeerden we een ijszaak en zocht Wende nog een lekker ijsje uit. Het voelde helemaal als vakantie.

De volgende dag, Eerste Paasdag, maakten we een fietstocht door het Noordhollands Duinreservaat, richting Castricum. ‘Lekker door de duinen fietsen’ zeiden we tegen Wende en tot onze verrassing joeg dat vooruitzicht haar enige angst aan want, zo merkte ze op, ‘ik weet niet wat dat is!’ Gelukkig viel het haar reuze mee, sterker nog, ze vond het prachtig. Wat is het hier mooi! riep ze onderweg steeds uit en ze liet zich ook met veel plezier de hellingen afrollen. Duinmeertjes, nesten met aalscholvers, oerossen, een kudde wilde paarden, zweefvliegtuigen, er viel van alles te zien onderweg. Ja, dat het een mooi gebied was hadden Wim en ik vorig jaar al vastgesteld toen we de hele kust waren afgefietst (zie HIER). Bij Castricum beklommen we een uitzichttoren (de Papenberg) met weids uitzicht tot aan de horizon, nou ja de Hoogovens. En ondertussen bleef de zon overvloedig schijnen en kwamen we met gloeiende hoofden weer terug in Wijk aan Zee.

 

‘s Avonds hadden we zin in pizza en reden naar Beverwijk. In de hoofdstraat troffen we een pizzeria die er uitzag als een dertien-in-een-dozijn lunchzaak, maar die bleek te beschikken over een onvervalste Italiaanse steenoven, drie jaar geleden uit Italië gehaald voor het lieve sommetje van € 25.000 zoals de eigenaar ons wist te vertellen. Of het nou daardoor kwam of niet, maar de pizza’s smaakten uitstekend. Terug op de camping speelden we nog twee spelletjes Cluedo. Uiteraard in de camper, want zodra de zon verdween werd het koud, daaraan kon je merken dat het nog maar april was en geen zoele zomermaand.

Tweede Paasdag braken we op en reden naar Voorburg om daar bij oma paaseieren te zoeken in de tuin. Ruben en Vajèn waren er ook en Wende kon de hele middag met ze spelen. Ondertussen ging Christel met haar moeder en zus op en neer naar Ypenburg om daar een steen te leggen op de plek waar de as van haar vader is verstrooid. Die verstrooiing hebben we onlangs gedaan, bij een mooi slootje vol vlinderstruiken naast het voormalige vliegveld Ypenburg. Paul had daar - met veel plezier - zijn militaire dienstplicht als luchtverkeersleider vervuld dus dat leek een passende plek; tegenwoordig is het een woonwijk, maar de verkeerstoren staat er nog en is in gebruik als een soort museum met een lunchroom erbij. Toevallig was het vandaag zijn sterfdag, twee jaar geleden (zie HIER).

Tegen zessen reden we weer terug naar huis. Het eerste tripje met de camper zat er op. Zoals altijd was het even afwachten hoe onze oude Duckato uit zijn winterslaap kwam en na vijf maanden stilstaan zijn stramme carosserie uitrekte, maar in tegenstelling tot vorig jaar leek alles het nu prima te doen. Kortom, we kunnen ons met gerust hart verder gaan wagen, te beginnen naar de Ardennen in mei.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten