Sri Lanka 2015

Al sinds mensenheugenis wordt er gesproken over een paradijselijk eiland voor de kust van India: Sri Lanka. Een druppeltje aarde ter grootte van Nederland en België samen, van top tot teen omzoomd door palmbomen, witte stranden en de behaaglijke Indische Oceaan. Ooit maakte onze eigen VOC hier de dienst uit, toen het land nog Ceylon heette, een naam die het sinds 1972 niet meer draagt maar die voortleeft in het belangrijkste exportproduct – thee. De bevolking is overwegend boeddhistisch, maar kent een belangrijke minderheid van hindoeïstische Tamils wiens militante tak, de Tamil Tijgers, het land in een jarenlange burgeroorlog heeft gestort. Sinds 2009 is er vrede in Sri Lanka en groeit het toerisme. Wij hebben met trein, bus en een heleboel tuc-tucs een rondje gemaakt langs tempels, grotten, wildparken en één grote rots midden op het eiland, Sigiriya of de 'leeuwenrots'.



Gaan

Van nature zijn wij niet zulke voorbereiders. Los van een hoop lezen over een land, wat ik altijd graag mag doen, heeft onze praktische voorbereiding op een reis vaak uit weinig anders bestaan dan vliegtickets kopen en een reisgids, waarbij die laatste door Christel meestal pas in het vliegtuig voor het eerst werd opengeslagen. We zagen het wel, was jarenlang ons devies. 


Dat is ook altijd prima gelukt. Zoals je schaatsend of fietsend in Friesland vanaf de ene kerktoren altijd al de volgende aan de horizon ziet, zo leidt in een vreemd land de ene plaats vaak automatisch naar de andere en ontstaat er al gaandeweg een route die achteraf zo logisch lijkt dat je zou zweren dat hij vooraf was uitgestippeld. Enig nadeel is dat je soms wel eens ergens te lang blijft hangen en daardoor later tijd te kort komt, of dat je iets bezienswaardigs mist omdat je gewoon niet wist dat het bestond, maar daar tegenover staat een hoop vrijheid, de vrijheid om links te gaan of rechts, en de vrijheid om in je eigen tempo te reizen en ergens waar het bevalt langer te blijven. Het ongelooflijke gejakker van groepsreizen blijft ons op die manier bespaard.


Heenweg

 25 oktober 2015

Weer wat ontdekt: Sri Lanka Airlines. Geweldige maatschappij! Vliegen zoals vliegen ooit moet zijn bedoeld! 

Niks bijbetalen voor bagage, koptelefoon, koffie of wat ook, maar gewoon alles lekker inbegrepen. Heerlijk vertroeteld door lieve meisjes in groene sarongs met motief van pauwestaarten die de hele tijd eten en drinken uitdeelden en naar hartelust grote bellen wijn bijschonken, allemaal gratis. Kregen een heuse menukaart in handen gedrukt, konden kiezen. Echte glazen, echt bestek. Zelfs de wc was top, twee keer zo groot als normaal met een enorme plank om baby’s te verschonen.  Verlekkerd keek ik ernaar, wat jammer dat Wende al zindelijk was!

Bijzonder ook was dat je op je tv-schermpje kon meekijken met twee camera's onder het vliegtuig. Zo zagen we zondagochtend live de landingsbaan van Bandaranaike Airport in Colombo opdoemen, groter worden, nog groter, grootst, bam! Geland. Bijna rimpelloos waren we aangekomen in Sri Lanka.


Bijna... Klein dingetje was namelijk dat ik m’n taxfree fles whisky, gekocht op Schiphol bij een jonge jongen die enthousiast over Sri Lanka begon te vertellen, onder protest heb moeten doneren aan de douane van Heathrow Airport in London omdat de verkoper vergeten was de fles te sealen. Werd een jolly good evening daar in London. Voor de douane dan.


Dalawela

25 - 30 okt0ber 2015

Achtentwintig klein nulletje C. Zo warm is de zee hier. Een lauw pierebadje ter grootte van een oceaan, heerlijk om in rond te poedelen. 

Wende kan er geen genoeg van krijgen. De zee is alleen erg ruw, met metershoge golven die vervaarlijk aan komen snellen. Niet voor niets is de zuidkust van Sri Lanka populair bij surfers. Surf = golf. Gelukkig liggen er pal voor ons hotelletje een paar rotspartijen in het water waar de golven zich als schuimbekkende idioten op kapot kunnen bijten, waardoor bij laag tij in de luwte ervan een klein, peuterdiep meertje ontstaat. Prima om in te zwemmen. Je moet het water alleen wel delen met...reuzenschildpadden. Vanaf het terras hadden we ze af en toe al de kop uit zee zien opsteken, maar het is best nog wel spannend als dat ineens vlak naast je gebeurt, zo’n prehistorische kop van een beest van dik een meter. Eén ochtend hadden we dat geluk. Voor de rest vermaken we ons op het strand met hetgeen Hollanders in den vreemde al eeuwenlang hebben gedaan: dijken bouwen, kanalen graven, lekker baggeren en polderen.






 



Galle

We gaan een middagje naar Galle, spreek uit ‘goal’. Zou ongeveer twintig minuten met de tuc-tuc moeten zijn. 

Toevallig hadden wij op dag twee, tijdens een wandelingetje door een buitenwijk van Dalawela (lees: het oerwoud), een praatje gemaakt met een vriendelijke oude man en diens gezin, waarbij we prompt een onbeholpen visitekaartje in handen kregen gedrukt met de naam erop van z’n zoon, die een tuc-tuc had. Normaal doe je nooit iets met zulke dingen, maar we dachten, kom, laten we deze aardige mensen eens verrassen, we bellen op en vragen om een tuc-tuc naar Galle. Gebeld en een afspraak gemaakt met een jongeman die niet echt enthousiast klonk, wel zéér verrast. Twaalf uur, Wijaya Beach Hotel, oranje tuc-tuc. Hoe moeilijk kan dat zijn?


Tangalle

 30 oktober - 1 november 2015
 
Wende maakt kennis met de wondere wereld van het boeddhisme. Voor het eerst in haar leven ziet ze een grote liggende boeddha. Ze kijkt. Ze denkt. “O jee,"zegt ze dan. "Deze is omgevallen!”




Kataragama

1 - 3 november 2015

 We gaan met de bus. Spannend. Christel en ik zijn natuurlijk wel wat gewend, maar het is voor het eerst met Wende erbij –los van lijn 21 in Utrecht soms– en we zijn benieuwd hoe dat zal gaan. 

Vooral omdat de informatie in onze reisgids er niet om liegt. Bussen in Sri Lanka zijn oud en gammel, rijden te hard en remmen te vaak, stoppen overal en nergens, zijn heet en benauwd, draaien knetterharde muziek én, het ergste, zitten propvol Sri Lankanen. Maargoed, we redeneren zo dat zelfs áls het vreselijk is het nooit láng vreselijk kan zijn. Een van de reden om voor Sri Lanka te kiezen was namelijk dat het land niet zo groot is, tweemaal Nederland, en dat alles zo mooi verspreid ligt dat je hooguit twee, drie uur in de bus hoeft te zitten.




Dop!

Sri Lanka mag dan een hoop bezienswaardigheden tellen, wij hebben zelf ook eentje meegenomen: Wende. Het is onvoorstelbaar hoeveel bekijks zij heeft. De afgelopen jaren hebben we wel vaker gemerkt dat je in verre landen met zo’n hummel veel aandacht krijgt, maar in Sri Lanka is het absurd. 

Werkelijk iedereen draait z’n hoofd om als we passeren, en veel mensen willen haar aanraken, over haar hoofd strijken, knuffelen of iets anders tastbaars uitspoken waar Wende niet van gecharmeerd is. Ze wordt er verlegen van en probeert weg te kruipen achter moeders rok. Ze wordt ook vaak aangesproken met ‘baby’. Hé baby, nice baby. Waarop ze beledigd zegt: “Maar mama, ik ben toch geen baby meer?!”


Ella

3 - 5 november 2015

Sri Lanka heette vroeger Ceylon. Dat was echter de naam die de Europeanen gebruikten, de bezetters, dus toen Sri Lanka in 1948 onafhankelijk werd besloot het land haar eigen naam te kiezen, lekker pûh. Ze moesten er alleen wel erg lang over nadenken kennelijk, want pas in 1972 werd Ceylon officieel Sri Lanka.


Niettemin is Ceylon nog altijd een klinkende naam, vanwege de thee natuurlijk. Ceylon en thee zijn bijna synoniem met elkaar. Sri Lanka hoort samen met India en Kenya tot de drie grootste theeproducenten ter wereld en de export van thee is verantwoordelijk voor een kwart van ‘s lands inkomen. Het plantje werd geïntroduceerd door de Engelsen (allicht) in 1867, als alternatief voor de koffiecultuur die in de jaren daarvoor door een schimmel onherstelbaar was verruïneerd. Entrepreneurs als Sir Thomas Lipton kochten failliete koffieplantages op, schakelden over op thee en hoppa, ‘het groene goud’ was geboren.

Kandy

 5 - 8 november 2015

Het is 180 kilometer naar Kandy. In Sri Lanka betekent dat ruim zes uur met de trein. Dat is zeker geen straf, want de treinreis van Ella naar Kandy geldt als een van de mooiste ter wereld.



Ik kan daar niet over oordelen, maar zelfs ik zie dat het andere koek is dan het dagelijkse ritje Utrecht – Almere vice versa. Er ontrolt zich een oogstrelend landschap van heuvels en dalen, geschilderd in moessongroen en subtiel aangestipt met kleine dorpjes, akkertjes met groenten, een weg, een verlaten stationnetje. Ook uitgestrekte theeplantages: kilometer na kilometer glooiende velden met rijen theestruiken, keurig in gelid en smetteloos gemanicuurd door de levende heggenschaar van duizenden vrouwenhanden. We zitten eerste klas. Figuurlijk, letterlijk.





Dambulla

8 - 10 november
 
Het gebied ten noorden van Kandy wordt de ‘culturele driehoek’ genoemd omdat je er de oude koningssteden en nog wat andere leuke dingetjes kunt vinden op een klein oppervlak dat ruwweg een driehoek vormt tussen Kandy, Polonnaruwa en Anuradhpura.

Een van die leuke dingetjes is Dambulla. Hier vind je weer tempelgrotten, net zoals in Mulkirigala, maar deze zijn nog meer van...wow! Eigenlijk schieten woorden tekort hiervoor (en tijd ook). Daarom een filmpje.



Sigiriya

9 november 2015

Sigiriya, de ‘leeuwenrots’ van Sri Lanka, is een kolossaal rotsblok in het midden van het land. Het is de grootste monoliet ter wereld na Ayers Rock (HIER) in Australië.

Al sinds boeddhaheugenis leefden hier monniken in grotten, maar de plaats werd op de kaart gezet in de vijfde eeuw na Christus toen het boze koningszoontje Kassapa, verwekt bij een bijvrouw en dus niet de troonopvolger, een eigen paleis annex lusthof op de top liet bouwen. Vlak daarvoor had hij zijn vader vermoord en zijn halfbroer, de rechtmatige koning, naar India verjaagd, dus hij zocht een beetje een veilig plekje, en de 200 meter hoge rots leek hem wel wat.



Polonnaruwa

10 - 13 november

Sorry Wende, we gaan weer oude stenen bekijken. Ja, we weten dat je liever andere dingen doet. Zwemmen bijvoorbeeld of ‘Mascha en de beer’ kijken of alle stoelen van een restaurant in een treintje zetten...

En ja, het klopt dat je er al heel veel hebt gezien in je jonge leventje. Sterker nog, met Griekse tempels, Romeinse ruïnes, Maya-piramides en nu Sri Lankaanse koningssteden achter je (melk)kiezen denk ik wel dat je het wereldrecord oude stenen kijken voor driejarigen op je naam hebt staan! Hoe wrang is het dat jij je later van dit alles niets, helemaal niets meer zult herinneren? Dat is jouw subtiele wraak, zullen we maar zeggen...


Olifanten

Sri Lanka verlaten terwijl we maar één olifant hebben gezien...nee, dat kan natuurlijk niet. Dus nog maar een safari, naar Kaudulla National Park.

Dit park vormt samen met een drietal andere parken een soort corridor in het midden van het land waar dieren vrijelijk heen en weer kunnen zwerven. Ook olifanten sjokken op en neer, achter het water aan. In de droge tijd verzamelen ze zich bij de zogeheten ‘tanks’ (‘wewa’ in het Sinhalees): dit zijn waterreservoirs die al vroeg in de Sri Lankaanse geschiedenis zijn aangelegd –grotendeels tussen circa 200 en 600 na Christus– om het land te kunnen irrigeren. Er zijn er duizenden van, sommige klein, andere gigantisch van omvang.
Ook in Kaudulla National Park en het buurpark Minneriya vind je zulke enorme meren en daar kun je soms groepen van honderden olifanten tegelijk aantreffen. Dit verschijnsel wordt ‘the gathering’ genoemd. Het is de grootste verzameling olifanten in heel Azië.

Zoveel hebben wij er niet gezien, maar genoeg om mee thuis te kunnen komen. 

...en wegwezen

13 november 2015

 

Opstaan in Tishan Guest House. Rond half zeven begint Wende onrustig te draaien, vijf minuten later is ze wakker. Ze trekt aan de schouder van Christel die naast haar ligt en fluistert ‘ik ben wakker’.


Daardoor Christel ook, en ik ook, en kan onze familie weer aan een nieuwe etappe beginnen van ons geweldige rondje Sri Lanka. Vandaag gaan we naar Anuradhapura, een stad met vier a’s en twee u’s en ook nog een heleboel oude tempels.

Maar eerst wakker worden. Terwijl Christel de klamboes oprolt en het balkondeur opent, kook ik water met een dompelaartje en maak een fles (oplos)melk voor Wende en een kopje (oplos)koffie voor ons. Daarna gaat mama een beetje spelen met Wende. Vandaag wil Wende tekenen, ze heeft dat helemaal ontdekt en maakt dan bonte tekeningen waarbij ze op de achterkant allemaal golfjes tekent die tekst moeten voorstellen, hier papa, een brief voor jou. Papa is ondertussen driftig aan het tikken, want die vermaledijde weblog draait maar door natuurlijk en de ochtendstond heeft goud in de mond, wat schrijven betreft.


Anuradhapura

13 – 15 november 2015

Het is drieëenhalf uur met de bus naar Anuradhapura. Beetje lang, maar het dvd-spelertje houdt Wende wel zoet. Als we aankomen: plensbuien.

De rest van de dag zitten we daarom aan hotel Ceylan House gekluisterd, alleen papa waagt zich even naar buiten om chips te scoren en een fles arak, een soort cognac gemaakt van kokosnoten. Daarmee komen we de avond wel door.

Dineren doen we in het hotel zelf waar ze net die avond een uitgebreid buffet prepareren voor een groot Duits reisgezelschap. Rijst met curry natuurlijk, het nationale gerecht. Net als bij de dhal bat in Nepal en de thali in India kun je de luxe van het restaurant een beetje afmeten aan het aantal schaaltjes met curry, groente, kip dat je bij de rijst krijgt. Gemiddeld zijn het er zo'n drie of vier. Record was Banana Leaf in Polonnawaru, een soort afhaal-Sri Lankaan, waar we wel tien bijgerechtjes kregen opgeschept – op een bananenblad natuurlijk.


Kalpitya

15 - 18 november 2015

Allemaal leuk en aardig, die tempels, grotten, boeddha’s...maar écht leuk zijn natuurlijk pas dolfijnen! En die heb je ook in Sri Lanka. Ze leven voor de kust van Kalpitya, een schiereiland aan de westkant van Sri Lanka.

Tientallen, soms wel honderden dolfijnen tegelijk scheren ’s ochtends vroeg door het water, een uniek en onvergetelijk gezicht.


Dolfijnen


Negombo

18 – 19 november 2015

Inmiddels zijn we neergestreken in Negombo. Een grotere plaats vlakbij de enige internationale luchthaven van Sri Lanka. Morgen, eigenlijk vannacht (0:55) vertrekken we weer.

Veel toeristen starten hun vakantie in Negombo, dus het is een toeristisch plaatsje met veel hotels en restaurantjes, en je ziet de nodige bleekneuzen hier rondscharrelen. Er is een mooi strand, breed en schoon. Gisteren, terwijl een fraai rood avondzonnetje bezig was zich richting Nederland te spoeden, hebben we een wandelingetje over het strand gemaakt. Op het zand catamaran-achtige visserbootjes van hout, de laatste verkopers, een paar meisjes in bikini.

Portugal

Drie verslagen over Portugal.

In 2015 een weekje naar de Algarve, ter gelegenheid van het 45-jarige huwelijk van m'n schoonouders. (HIER)

In 2003 met  een campertje op pad. Veel luieren, veel lezen, veel rosé drinken en bruin worden waar je bijligt. Heerlijke ouderwetse vakantie dus. En het mooiste plekje van de wereld weer eens opgezocht. (HIER)

En in1992 naar Portugal gelift met mijn studievriend Jeroen (HIER).



Portugal 2015

18 - 25 september 2015


Als we om elf uur ’s avonds landen reageert nichtje Vajèn van 2 uitzinnig van vreugde. “Hoera!!!” roept ze. “We zijn er!!! We zijn in Portugal!!!” Grote hilariteit verspreidt zich als gemorste ranja vanuit rij 6 en 7 het halve vliegtuig door. Want we zijn net, terugkerend van een weekje Portugal, geland op vliegveld Zestienhoven...




Ter gelegenheid van hun 45e trouwdag trakteren Christel’s ouders al hun kleinkinderen op een volledig verzorgd weekje Portugal. En de papa’s en mama’s mogen mee. Zo belandt het hele zwikkie –zes volwassenen en drie kinderen–  in de Algarve, de populaire zuidkust van Portugal wiens naam, grappig genoeg, stamt van het Arabische ‘al-gharb’ ofwel ‘het westen’. Maar de Arabieren bedoelden daarmee: ten westen van Andalusië, en dat klopt natuurlijk als een zwerende kameel.


Over fietsen, palen en een piramide

26 - 28 juni 2015

Paalcampings kun je eigenlijk geen campings noemen. Het zijn plekken in het bos die door Staatsbosbeheer zijn aangewezen voor kamperen. Het woord ‘paal’ verwijst naar de waterpomp die soms aanwezig is, soms niet.

Voor de rest ontbreekt iedere voorziening. Je kunt er niet per auto komen en geen enkel bordje verwijst ernaar, dus zonder GPS zijn paalcampings onvindbaar. In theorie mogen er maximaal drie tentjes staan, maar die regel stamt waarschijnlijk uit de ideeënbus op het hoofdkantoor van Staatsbosbeheer, want in de praktijk is er niemand die na een dagje wandelen of fietsen rechtsomkeert maakt als hij de vierde is. Het is, kortom, wild kamperen met de zegen van de autoriteiten.

Die zegen is gratis: paalcampings kosten helemaal niets. Logisch, zou je bijdehand kunnen zeggen, je krijgt ook helemaal niets. Maar dan vergeet je dat je een onbetaalbaar stukje natuur krijgt aangereikt, vol groen en stilte en back to the roots. Sommige mensen vinden dat geweldig. Mijn vriend Wim en ik bijvoorbeeld. Twee keer eerder hebben we een legendarische fietstocht gemaakt, naar de ARDENNEN en naar SCHOTLAND, en tijdens deze trips kampeerden we regelmatig in het wild, tot beider plezier. Dus toen we onlangs weer eens een legendarisch fietsweekend afspraken, was ons plan snel gemaakt: we gingen de paalcampings rondom Utrecht bezoeken.


Marokko

Het meest vertrouwde stukje Afrika dat we hebben. Zeker als je al twaalf jaar tussen de Marokkanen in de Utrechtse wijk Hoograven woont. In mei hebben we  tien dagen veldwerk verricht in de zogeheten 'koningssteden': Rabat, Meknès, Fès en Marrakech. We vonden het land verrassend modern en doordat vrijwel iedereen Frans spreekt en met baguettes door de straat loopt lijkt het soms een Franse provincie. Maar de oude medina's zijn weer door en door Arabisch.

Hebben wìj weer


Rabat

Welkom in Marokko. Binnen 24 uur te maken gehad met afzetterij op de markt, een opdringerige hennatatoëerder en corrupte politie. Fijn, dat reizen!

Maar enfin, voor de rest gaat alles goed.



Het is drie uurtjes vliegen naar Casablanca. Ongelooflijk hoe dichtbij Marokko, en daarmee Afrika, eigenlijk is. Op de luchthaven pikken we onze auto op. Zoals gewoonlijk krijgen we een ‘upgrade’, dat schijnt een gewoonte te zijn bij autoverhuurders:  wij rijden tenminste altijd weg met een grotere auto dan we hebben besteld. Ditmaal wordt ons een gloednieuwe Citroën C4 toebedeeld met slechts 6000 kilometer op de teller.

Fès

16 - 18 mei 2015

Een paar dagen in Fès. Het is er gruwelijk heet, meer dan 35 graden. Dat overvalt ons een beetje.

We hadden gerekend op zo’n graad of 25, dat is het gemiddelde in mei, maar kennelijk heeft de Sahara een tandje bijgezet. Gelukkig zitten we in een hotel met een zwembad. Het heet Villa Agapanthe en ligt buiten de stad, aan het eind van een landweggetje, een oase van rust, reinheid en regelmaat. Het contrast met het drukke, chaotische Fès zou niet groter kunnen zijn.


Meknès

Vanuit Fès maken we een dagtochtje naar Meknès en Volubilis. Volubilis was een grote Romeinse stad in de 2e en 3e eeuw na Christus. Het noorden van Marokko hoorde als provincie Mauretania Tingitania tot het Romeinse rijk en Volubilis was de hoofdstad.

De uitgestrekte ruïne ligt in een vlakte tussen olijfboomgaarden. Gelukkig is het vandaag bewolkt en slechts 25 graden, anders zou het er niet te harden zijn van de hitte. Bijzonder in Volubilis zijn de fraaie mozaiekvloeren die zijn gevonden. Terwijl we wat tussen de zuilen klauteren denk ik eraan hoe we, ongeveer een jaar geleden, over een zelfde soort ruïne rondliepen, maar dan in Jordanië, duizenden en duizenden kilometers naar het oosten (zie HIER). Het geeft maar aan hoe ongelooflijk groot het Romeinse rijk was!



Marrakesh

20 - 23 mei 2015

Vanuit Fès is het zo’n 500 kilometer naar Marrakesh. Dat lijkt niet veel, maar als je de N7 neemt, de binnenweg die tussen de uitlopers van het Atlas-gebergte door kruipt, dan doe je er zeker anderhalve dag over. En het helpt ook niet om ’s ochtends eerst uitgebreid in het zwembad te gaan poedelen en pas na elven te vertrekken.


Je rijdt door het centrale deel van Marokko en krijgt een goed beeld van wat er nog meer in dit land bestaat behalve toeristische medina's met smalle straatjes.




Casablanca

Zondagochtend vertrekt onze vlucht weer vroeg. Daarom rijden we de dag daarvoor al terug naar Casablanca. We hebben een hotel gekozen in een buitenwijk van de stad, bij de uitvalsweg naar het vliegveld; het blijkt een soort Bed & Breakfast, gevestigd in een schitterend ingerichte villa, Dar Diafa genaamd.

Onze kamer is een en al kussentjes, tapijtjes, doosjes, snuisterijtjes, lifjes en lafjes, totaal ongeschikt voor zo’n dondersteen als Wende (‘donderstiek’ zegt ze zelf), dus zoeken we onze toevlucht maar snel in het zwembad in de tuin waar ze geen kwaad kan doen. Zou je zeggen. Helaas bezeert ze haar voet wanneer de stenen zitting van een bank afglijdt. Gelukkig maar een schaafwond, het had veel erger kunnen zijn – maar het volstaat om haar de rest van de dag wat huilerig te maken.






Nepal

Wat mij betreft het mooiste land ter wereld. Tweemaal geweest:
-een eerste, onvergetelijke reis in 2004 HIER
-en DAARNA in 2008 om vrienden van toen te bezoeken.
Een derde keer is al een tijdje in de maak, maar steeds komt er iets tussen. Een kind bijvoorbeeld, om maar iets te noemen. 



Aardbeving

Op 25 april 2015 vond er een zware aardbeving plaats in Nepal. Niet verrassend, Nepal ligt op de breuklijn van twee grondplaten, de ene schuift steeds dieper door onder de andere en veroorzaakt een hoop onrust daar, vijftien kilometer onder de grond en soms dus ook erboven. Door dit proces wordt het aardoppervlak omhoog gestuwd en dat verklaart onder andere al die hoge bergen in Nepal, zoals de Mount Everest.


Volhouden

Over de weg naar marathons

maart 2015

Dit jaar is het tien jaar geleden dat ik begon met hardlopen. Op 14 november 2005 zette ik mijn eerste passen volgens een zelfbedacht schemaatje van twee minuten rennen, twee minuten wandelen en dat vijf keer achter elkaar, in totaal zo’n tweeënhalve kilometer. Een decennium later loop ik marathons.

Het heeft me geen ander mens gemaakt, maar het scheelt weinig. Hardlopen heeft mijn dagelijks bestaan totaal veranderd en zowel lijf als geest – door en door getraind inmiddels– willen niet meer zonder. Daarom, op het gevaar af in clichés te vervallen (want zijn er niet duizenden van zulke verhalen?) volgt hier een kleine hommage aan mijn hobby slash passie slash gekte die ik de reis van 42 kilometer en nog een vreselijk klein rotstukje noem.