Rada

2 - 6 augustus 2018

Zomer in Zweden. Je weet niet wat je meemaakt, anno 2018. Zonovergoten dagen, lauwwarme meren en vanwege de droogte geen mög te bekennen. Scandinavische rust en ruimte gecombineerd met mediterrane loomheid. Zó hebben we het graag.


Enige nadeel: omdat het zo droog is en omdat Zweden het meest bosrijke land van Europa is, geldt sinds een week een algemeen verbod op open vuur, dat zich ook uitstrekt over kooktoestelletjes op butaangas. Ergo, we kunnen niet koken. Die onverwachte boodschap krijgen we donderdagavond te horen wanneer we ons om acht uur ’s avonds melden bij de camping. Okee…en nu? Die eerste avond wordt het soep maken op het armzalige kookplaatje van de camping waarbij we, anders dan bij de aarde, beslist geen alarm hoeven te slaan wat betreft te snelle opwarming. Dat doen we dus geen tweede keer. En koffie dan, ’s ochtends? De eerste ochtend zetten we illegaal koffie in de tent op ons gasstel, maar daarna omzeilen we het probleem door een waterkoker te kopen en voortaan elektrisch ons koffieding te doen.



Het is het enige smetje op ons verblijf hier op camping Radastrand in Rada. Voor de rest: prima plek. Niet al te groot, met ruime plaatsen onder de spreekwoordelijke Zweedse dennenbomen en een prachtig strandje van knisperend wit zand dat schuin afloopt richting een ideaal zwemmeer voor kinderen waarvan het heldere water nog tientallen meters kniediep blijft, in ieder geval tot het vlot dat als een magneet iedereen lijkt aan te trekken. Vanaf de oever lijkt het Radameer een ansichtkaart, zo mooi als het erbij ligt in z’n omlijsting van met groene sparren begroeide heuvels.



We zitten hier in de provincie Värmland, in het noorden van het zuiden van Zweden. In deze provincie wonen minder mensen dan in Utrecht, op een oppervlak bijna de helft van Nederland, dus dunbevolkt is nog een  önderstatement voor dit gebied. 



Vanaf de brug in Malmö reden we aanvankelijk door landbouwgebied, maar na een paar uur begonnen de bossen, die niet meer ophielden. Onderweg kwamen we langs het Vänernmeer, het grootste meer van Zweden, liefst vijf keer zo groot als het IJsselmeer. Daarna volgden weer bossen. Ook passeerden we af en toe een plaatsje, tenminste volgens de routeplanner, want net als in Noorwegen zijn in Zweden de dorpjes onzichtbaar, de huizen staan ver verspreid van elkaar verscholen tussen de bomen, waarom zou je bovenop elkaar gaan zitten als je zoveel ruimte hebt? Daarna volgden weer bossen, tot we Radastrand hadden bereikt.



De campinggasten zijn overwegend Nederlands, waarschijnlijk omdat de eigenaren Nederlands zijn. Vroeger zou ik dat maar zo-zo hebben gevonden, al dat mórge en lekker-weertje-hè om je heen, maar tegenwoordig komt het wel van pas omdat Wende dan makkelijker vriendinnetjes op kan duikelen. Dat laatste lukt ook. In no time is ze onafscheidelijk van Emma, een meisje uit Alkmaar dat net 5 is geworden – de best friends forever noemen elkaar ‘M’ en ‘Wen’. Consequentie van zo’n vakantievriendschap is wel dat de ouders verplicht ook bff’s moeten worden, een fenomeen dat we met onze avontuurlijke reizen naar verre oorden lang hebben kunnen uitstellen, maar waar we nu aan moeten geloven. Met z’n allen op het strandje, met z’n allen uit eten bij de Sun Dance Ranch. Gelukkig zijn het aardige lui, Rob en Maaike.



Veel meer hebben we hier nog niet gedaan. Een keer boodschappen doen in Hagfors, het enige plaatsje van betekenis in de wijde omgeving. En een keer wandelen naar de Brattfallet, een waterval, om te picknicken aan de oever en een duik te nemen in het water. Je zou toch verwachten dat het ijskoud is, zo’n authentieke Scandinavische bergbeek, maar in deze zomer is zelfs het woeste water uit de bergen lauw. Prima natuurlijk, wij klagen niet. Hör.


  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten