Shkodra

Shkodra is de eerste plaats die je tegen komt als je Albanië binnenrijdt. Grootste bezienswaardigheid hier, letterlijk en figuurlijk, is het gelijknamige meer dat de grens vormt tussen Montenegro en Albanië.

Lake Shkodra is het grootste meer van de Balkan en qua oppervlak vergelijkbaar met het befaamde Balatonmeer, ‘de zee van Hongarije’ (zie HIER) en grofweg de helft van het IJsselmeer. Het doet ook wel wat aan het Balaton denken: net zo ondiep en hetzelfde lauwwarme water. Ideaal om onze in Zagreb aangeschafte supplank eens uit te proberen. Ik vond dat altijd suffe dingen, maar heb me laten overhalen, dus nu kunnen we gedrieën verwoede pogingen doen om op die plank te blijven zitten - staan is sowieso onmogelijk, want het meer blijkt nog aardig te golven.

 

Verder is in Shkodra niet heel veel te zien. We fietsen er naartoe, zou vanaf de camping 7 km moeten zijn, maar mijn teller komt op 10, ook nog langs de akelig drukke hoofdweg, niet ideaal. Volgens de Lonely Planet is Shkodra “a lively city enriched by it’s students and bike culture – you’ll be hard-pressed to find another city in Eastern Europe with this many locals whizzing around on two wheels”. Hmmm. Misschien helemaal waar wat Oost-Europa betreft, maar naar Nederlandse maatstaven gemeten wordt er niet bijster veel gefietst: hier een daar een oudje, dat is het wel. Maar fijn is wel dat het centrum van Shkodra fietspaden heeft, met paaltjes afgeschermd van de weg. We bezoeken het Rozafa Fort, een kasteel op een heuvel van waaruit je weids uitzicht hebt over stad en meer.    

 
 

Daarna fietsen we terug naar het centrum en pinnen Albanees geld, de ‘lek’ is hier de munteenheid, hoewel verrassend genoeg ook de euro heel gangbaar is - dat blijkt ook wel uit de koers, want € 1 is precies 100 lek, dus op een of andere manier zijn die valuta gekoppeld. We gaan op zoek naar een restaurant in het voetgangersgebied, de Idomenostraat, en ik moet zeggen dat de woorden van de Lonely Planet – “a lively city” - hier wel degelijk op zijn plaats zijn. Want Albanezen houden van luide muziek en vanaf ieder terras klinkt een vergelijkbare zomerse olé-amor disco-mix. Onvermijdelijk komen we daarom uit bij restaurant San Francisco dat een balkon heeft waardoor het plebse straatrumoer een beetje op afstand blijft. Bovendien biedt het fraai uitzicht op de mooie witte Ebu Bëker Moskee.


Deze moskee herinnert eraan dat Albanië - dat eeuwenlang tot het Ottomaanse Rijk hoorde - een islamitische achtergrond heeft en nog steeds veel moslims telt. Weliswaar heeft het strenge communistische regime (van 1945 tot 1991) er alles aan gedaan om religie uit te bannen en stelselmatig kerken en moskeeën afgebroken, maar als geschiedenis één ding leert, van de vervolgde eerste christenen in het Romeinse Rijk tot de huidige Tibetanen in China, is het wel dat je geloof onmogelijk kunt vernietigen, integendeel zelfs, vaak wordt het er sterker van. Deze Ebu Bëker Moskee is in 1996 prompt herbouwd.

De volgende dag vertrekken we weer, na eerst nog de Mesi Bridge te hebben bezocht, een prachtige brug uit de Ottomaanse tijd. Met zijn ronde vorm en karakteristieke punt in het midden doet hij denken aan de beroemde hoge brug in Mostar waar mannen tegen betaling vanaf springen (zie HIER). Zou hier trouwens geen goed idee zijn, want de rivier is kurkdroog.

En dan: rijden. We gaan naar Petrele, een klein dorpje ten zuiden van hoofdstad Tirana. Anderhalf uur duurt het. Echte snelwegen heeft Albanië niet (uitgezonderd korte stukken rondom Tirana) dus het is veel tweebaans, steeds door stadjes heen, maar de weg is prima en het schiet redelijk op. Tenslotte volgt nog een afslag en dan gaat het 2 kilometer loeisteil omhoog. Logisch, want: we gaan zippen!

Hier in het nietige Petrele vind je namelijk de langste ziplijn van de Balkan. Helaas slaat dat ook op de wachttijd. Net terwijl wij de camper voorzichtig inparkeren naast een afgrond rijdt er een touringcar voor en stappen er 30 Nederlanders uit die net voor ons naar binnen glippen. Grrbll***! Betekent dat we bijna anderhalf uur moeten wachten. Enfin, uiteindelijk zijn ook wij aan de beurt en scheren we een voor een de berg af, hoog over een rivier heen, naar een platform ergens in de diepte.



 

We worden opgevangen door het vrolijke personeel dat meteen - zei ik al dat Albanezen van luide muziek hielden? - Hollandse meezingers op de speakers zet. Leef….alsof het je laatste dag is! Gevolgd door: Van links…naar rechts! Staan we daar met nog een Vlaamse familie een beetje te snollebolleken op een platform midden in de Albanese heuvels. Verrassend - zeker voor mensen die ergens in hun achterhoofd toch nog dat beeld hebben van Albanië als een strenge, kille, vreugdeloze communistische heilstaat. Dat Albanië, damens en heren boomers, is volledig weggezipt.

27 – 30 juli 2025

Geen opmerkingen:

Een reactie posten