Wereldwonderen

Als rechtgeaarde man ben ik natuurlijk dol op lijstjes. Bijvoorbeeld van wereldwonderen. Van oudsher spreekt men over de ‘zeven wereldwonderen’, omdat die term gemunt is door de oude Grieken en voor hen was zeven een heilig getal.


Jordanië 2014

Eh…Jordanië!?! Met een klein kind? Kan dat, mag dat, moet dat? Tja, volgens de boekjes zou het een stabiel, ontwikkeld land zijn dat erg z’n best doet een populaire toeristenbestemming te worden, dus we waagden het erop. En gelukkig maar. Jordanië bleek een heerlijk land, waar het prima rondtoeren was. Natuurlijk bezochten we wereldwonder Petra, de mysterieuze stad in de rotsen. Maar ook Romeinse ruïnes, kerken en de Dode Zee. Die laatste niet te verwarren met de Rode Zee, waar alles springlevend is zoals we hebben kunnen vaststellen na een afsluitend weekje strand en duik.


Aqaba

Hoera, we zijn in Aqaba. Vanaf vliegveld Zaventem in Brussel gevlogen met Thomas Cook Airlines. Het vliegtuig was half leeg, zodat we met z’n drietjes twee rijen stoelen tot onze beschikking hadden en languit konden.

Helaas ontdekten we dat pas halverwege de vlucht, zodat we de eerste twee uur wèl opgepropt op elkaar zaten met een hyperactieve peuter die maar moeizaam in slaap viel. Maargoed, al bij al dus niet te klagen.


Wadi Musa

Prima nachtje gehad. Airco hield de kamer redelijk op temperatuur en Wende gaf geen kik...ander land, ander klimaat, kamelen, mannen in jurken, ze is niet gauw van slag hoor, ons kleine globetrutje.

Vandaag wordt de auto gebracht. Het blijkt een donkere Nissan Sunny, prima wagen, groot zat voor al die zooi van ons. Terwijl ik dat afhandel zit Christel met Wende te ontbijten in het café van Achmed, een jonge Egyptenaar met wie Wende de avond daarvoor al vriendschap had gesloten. Ze leert zelfs zijn naam zeggen: Achmed bye bye. Reuze handig, want half Jordanië heet Achmed, alleen al onderweg naar het hotel komen we Achmed de drogist en Achmed de bananenverkoper tegen zodat het lijkt alsof Wende iedereen persoonlijk groet. De rest heet waarschijnlijk Mohammed, die naam leert Wende ook nog wel.

Desert highway


Petra

De eerste keer dat ik Petra zag was in een speelfilm, Indiana Jones van Steven Spielberg. Daarin kwamen ‘Indy’ en zijn vader, op zoek naar de heilige graal, uit bij een verborgen tempel in de rotsen. Het bouwwerk zag er zo fantastisch uit, zo onwerkelijk, dat ik automatisch aannam dat het een decor uit Hollywood betrof.

Pas jaren later ontdekte ik dat de tempel echt bestond en in Jordanië was te vinden. Sindsdien stond Petra op ons reis to-do lijstje. Twee jaar geleden, toen we met mijn familie in Egypte waren, zouden we er met een dagtocht naartoe, maar dat ging niet door. Maar nu is het dus gelukt.


Madaba

Van Wadi Musa rijden we noordwaarts naar Madaba. Onderweg maken we een tussenstop in Karak, waar een enorm kasteel staat uit de kruisvaarderstijd. Per ongeluk rijden we het pleintje voor het kasteel op dat alleen bestemd is voor taxi’s en bussen.

Een paar mannen gebaren dat we terug moeten, en terwijl we achteruit manoevreren gidsen ze ons behulpzaam naar het enige lege plekje in de omgeving...toevallig voor hun restaurant. Gelukkig is het net lunchtijd en ligt Wende te slapen. Dus gaan we maar lekker lunchen. Brood, humus, kebab. Want voor een vegetariër heeft Jordanië weinig te bieden.


Onderweg

Na een hoop avonturen, een dode zee en heel veel knuffels en cadeautjes voor Wende zijn we in Umm Qais gekomen. Dit is het noordelijkste puntje van Jordanië, op de grens met Israël en Syrië. Helaas weinig tijd gehad om bij te schrijven, daarom alleen even wat foto's.

Pff...je zal er maar vier van hebben!

Umm Qais

Er komt een moment in je leven dat je beseft dat Jordanië is vernoemd naar de Jordaan, en dan bedoel ik niet een bepaalde volkswijk in Amsterdam maar de rivier de Jordaan. Ik realiseerde me dat een paar maanden geleden pas.

De Jordaanvallei is het vruchtbaarste deel van het land, hier komt alle groente en fruit vandaan en dan blijft er zelfs nog wat over voor exportDe vallei staat vol met kassen, niet van glas maar van plastic dat over ijzeren bogen is gespannen. Binnen zal het niet te harden zijn, want buiten is het al zo gruwelijk heet.

Kassen in de Jordaanvallei

Jerash

Vanuit Murshed een dagtochtje gemaakt naar Jerash. Anderhalf uur rijden als je het goed doet, twee uur zoals wij het deden.

Gerasa, zoals de Romeinen het noemden, is de best bewaarde Romeinse ruïne ten oosten van Rome. Een uitgestrekt complex van straten, een groot ovaal plein, theaters, tempels, poorten en een hippodrome. Het ligt te blakeren in de zon, vandaar dat we Wende –die ligt te slapen- maar even parkeren in de schaduw van een zuil en om de beurt op verkenning gaan. Terwijl ik eerst ga maakt Christel een vriendelijk praatje met een ansichtkaartenverkoper. Vervolgens zit ze een uurtje of wat aan die jongen vast die haar ook wil rondleiden. Maar ze houdt er wel een gratis cd met 400 foto’s van Jordanië aan over.





Aqaba 2

Na een week keren we terug naar ons startpunt, Aqaba. Dat betekent een autorit van 400 kilometer, van het uiterste noorden naar het uiterste zuiden van Jordanië. Weer door de Jordaanvallei, helemaal langs de Dode Zee en de laatste twee uur door een woestijngebied waar we welgeteld 1 dorp passeren  en 2 benzinepompen, waar zandwolken over de weg stuiven en overstekende kamelen een gevaar zijn volgens de borden.

We passeren Aqaba en rijden dan nog zo’n tien kilometer verder naar het zuiden, naar South Beach waar de stranden zijn en een handvol hotelletjes. Verder kan haast niet: nog een paar kilometer en je bent in Saoedi-Arabië.



Haai!

Dit kwamen we tegen onder water. Het is een walvishaai, de grootste haai die er is. Imposant, maar planktoneter en ongevaarlijk.

Gefilmd door een Fransman die mee was met onze groep.


Aqaba slot

Maar zoals de zelfmoordterrorist zei toen hij de bus instapte: aan alles komt een eind!

Op vrijdagavond vliegen we terug, dus ’s ochtends pakken we het boeltje weer in, nemen afscheid van onze mannen uit Bangladesh en bestellen een taxi naar Aqaba, waar we neerstrijken op het terras van After8, de lunchroom annex ijssalon waar Wende’s grote vriend Ahmed werkt. Regelmatig had ze gezegd: Ahmed nou? Ahmed soeken! En nu heeft ze hem weer gevonden! Prompt krijgt ze een paar mini-ijsjes van hem die er grif ingaan.