Lofer

 22 – 28 juli 2021

In Lofer dus. Een lief dorpje niet ver van Salzburg. Kerkje, hoofdstraatje, mooie huizen met houten balkons vol rode geraniums. Plus een skilift naar een bescheiden skigebiedje - de Loferer Alm - waar ’s zomers veel gewandeld wordt. Ein toller Sommer in Östereich’s schönste Wanderalm! belooft het plaatselijke toeristenbureau.


We zijn hier zes dagen gebleven, op camping Grubhof. Eigenlijk hadden we het na een paar dagen al gezien, want hoewel het op zich een comfortabele camping was – uitgeroepen tot Europese camping van het jaar, zelfs – met grote camperplekken en een hypermodern toiletgebouw bleek er tot onze verrassing géén zwembad te zijn. Nou ja zeg. Poedelen kon óf in de rivier (maar: nog te hoog en te woest) óf in het gemeentebad van Lofer, een kwartiertje fietsen verderop. 

 

Toen we daar de eerste keer met zware tegenzin naartoe fietsten bleek dit, het Steinbergbad, een heel charmant zwembad te zijn in het adembenemend bergdecor van de Lofener Steinberge. Er was zelfs een klein stroompje waarop je kon tuben met een gehuurde band. Maar ja. Niet het traditionele middelpunt van een camping waar kinderen als Wende vrij kunnen rondscharrelen om vriendinnetjes te maken. En dus besloten we na drie dagen te vertrekken. Maar…

Op de laatste middag, in dat Steinbergbad, trok Wende met haar zeemeerminstaart de aandacht van twee Nederlandse zusjes die óók zo’n staart hadden en hem snel ophaalden, zodat er even later een hele school zeemeerminnen door het blauwe water schoot. Nog een uur later waren het vrienden voor het leven geworden, Wende en Annelot en Feline. 8 en 10 waren ze en ze kwamen uit Haarlem. En dus…plakten we er toch nog maar een paar dagen aan vast op de Grubhof.

De meiden waren de hele dag met elkaar op stap. Ze noemden zich de ‘WAF-club’ en legden zich toe op kattekwaad zoals de batterijen van de afstandsbediening verstoppen (in de indoor speelruimte) en handdoeken van waslijnen verwisselen. Hoogtepunt, de laatste avond, was dat ze met z’n drietjes uit eten gingen in het campingrestaurant. Helemaal zelf. Met een handvol Duits en Engels zelf de kaart vragen, bestellen, afrekenen. Wij, met ouders Harm en Liselotte en hond Charlie (een Friese stabij), mochten niet in de buurt komen, maar moesten om de hoek zitten, uit het zicht. Hoe stoer!

De WAF-club, voor al uw kattekwaad
 

De eerste dagen in Lofer troffen we trouwens die vriendin van ons, Thanja met haar vriend Joop. We zijn twee keer met ze uit eten geweest, in het restaurant naast het zwembad waar je vanaf de grasweide zo het terras opstapte voor een biertje. Dat was heel gezellig, in verband met corona hadden we ze al lang niet gezien.

Ze zaten in een appartement, kenden de streek goed en konden ons tips geven over de omgeving. Zoals de Wasserfallweg, een wandeling op de Loferer Alm langs een bergbeek vol watervallen. Ook rieden ze ons de Seisenbergklamm aan, een spectaculaire bergkloof (‘klamm’) waar je doorheen kunt wandelen. Zo hebben we ook nog iets van de omgeving gezien. 

    


En ondertussen fietsten we elke middag weer dat kwartiertje naar Lofer om met de meisjes te gaan zwemmen in het Steinbergbad. Want het weer bleef de hele week geweldig. Warm, zonnig, een enkele keer een korte onweersbui met felle regen, maar daarna meteen weer lekker zomerweer. Ja, als het aan Wende lag, waren we nooit weggegaan. Misschien hadden we dat ook niet moeten doen. Maar ja. Zoals altijd wilden we toch nog iets meer zien van het land. De hoofdstad bijvoorbeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten