Troch it heitelân

Over een wandeling door Friesland
15-16 augustus 2008

Ze mogen dan vloeken en tieren als grote kerels  –uit, bliksems! heidaar! kwea! godverdomme boven! – maar in mijn ogen zijn het slechts jochies, bleek en gesoigneerd, niet te vergelijken met de kaatshelden uit mijn jeugd, de stoere mannen met woeste snorren en baarden die spuugden in hun want en bal na bal naar de verdoemenis sloegen, áchteruit verdomme… 

Voor de rest lijkt echter veel hetzelfde gebleven. Ik herinner het me opeens weer, al die dingen om me heen, moeiteloos, ook al was ik zelfs vergeten dat ik ze ooit was vergeten: de jongetjes met de kaatsblokjes, de scheidsrechters, het ingewikkelde scorebord (een woord borrelt op uit de diepte, telegraaf), de notabelen op het podium, de eenvoudige muziekkapel van waaruit de plaatselijke fanfare dit dorpstafereeltje met koper omlijst…  Alleen de bomen zijn nieuw. Die waren er nog niet, destijds, toen op dit weiland vol graspollen en koeievlaaien achter het schoolplein een nieuw kaatsveld werd aangelegd. Lang bleef het een kale, winderige vlakte waar de frisse jonge aanplant net zo erg stond te huiveren als de kaatsers, maar inmiddels, ruim vijfentwintig jaar later, blijkt de begroeiing opgeschoten tot een dikke groene bosschage die het veld omringt, beschut, transformeert tot een echte Friese kaatsarena.

De gebarsten ketel

Autobiografische notitie

Augustus 2008

Onlangs, in Amsterdam, op het wekelijkse marktje op het Spui, trof ik tussen de usual suspects van het tweedehands boekengebeuren plots de eerste druk van Jeroen Brouwers’ ‘Winterlicht’, met z’n omslag van Van Gogh opvlammend tussen de versleten ruggen. En hoewel ik geen bibliofiel ben, sloeg m’n hart even sneller. Lang gezocht, deze eerste druk. Of beter gezegd: lang op gewacht. Ik zoek namelijk geen boeken, ik hoop dat ik ze toevallig  tegenkom als ik een boekenwinkel of boekenmarkt bezoek, en als ik ze niet tegenkom is het ook prima, want dan blijft er nog iets over om volgende keer tegen te komen. Een verzamelaar is iemand die iets niet heeft, hoorde ik eens zeggen. Op slag begreep ik het wezen van verzamelen. Verzamelen draait niet om de verzameling, maar om de verzamelaar. Verzamelingen kunnen af zijn, compleet, finito, een verzamelaar daarentegen is nooit klaar: die verzamelt wel weer iets anders. Ik heb dus geen haast verzamelingen compleet te maken en wacht geduldig tot het lot mij een boek zomaar toeschuift, zoals nu deze eerste druk van ‘Winterlicht’. Bij De Slegte in Utrecht heb ik al een tijdje eentje op de plank zien staan– echter zonder het omslag, het korenveld met kraaien van Van Gogh dat beschreven wordt in het boek en zo meesterlijk de essentie van het verhaal lijkt uit te dragen, het gevoel van haast, van paniek, van vergankelijkheid en doodsangst. En zonder dat mooie omslag hoefde ik het boek niet. De roman op zich bezat ik namelijk al, in herdruk, zo’n goedkope flutpocket met een lelijke voorkant. Maar nu was er dit complete, bekafte exemplaar: voor acht euro kocht ik het en voelde even, een moment, puur verzamelaarsgeluk.


Praag

26 juli – 1 augustus 2008

Ons campertje wordt een weekje uitgelaten en wij gaan mee. We vertrekken zaterdag, na tweeën pas, want eerst inpakken, inruimen, boodschappen etcetera...bovendien moet er ook nog getraind worden ’s ochtends, een duurloop van 12,5 kilometer. Christel is in training voor de Dam-tot-Dam-loop en houdt zich strak aan haar trainingsschema.