Bertrix

 30 april -  7 mei 2022

Wat de Ourthe is voor het noorden is de Semois voor het zuiden van de Ardennen. Ofwel een plezierrivier die zich in duizend bochten wringt om ieder plaatsje aan te doen opdat zoveel mogelijk toeristen kunnen kajakken en waterfietsen, zo lijkt het wel.

Voor ons is het de eerste keer dat wij ons zo ver zuidelijk wagen, meestal blijven wij rondom La Roche hangen. De Semois loopt namelijk zo’n beetje tegen de Franse grens aan. Ze is 190 kilometer lang, maar legt hemelsbreed maar 70 kilometer af, vanwege al die meanders, de een nog fotogenieker dan de ander. Sommige daarvan hebben mythische namen: Tombeau du Chevalier (het graf van de ridder) bijvoorbeeld of Tombeau du Géant (graf van de reus).

We strijken neer op een camping in Bertrix, niet ver van het plaatsje Bouillon, bekend van Godfried. Het is meivakantie en het weer is alleraardigst, droog en zonnig, toch is de camping verre van vol en dat vinden wij helemaal niet erg, een hoop rust en groen omringt ons nu. Voor de kinderen is er een zwembad, een recreatieteam en een prachtig speelbos, te bretreden via een heuse sprookjespoort. De zogeheten Ranger Club van de camping organiseert hier iedere middag natuuractiviteiten zoals salamanders zoeken en bruggen bouwen. Wende en neef Riemer vermaken zich prima en wroeten zich net zo makkelijk als de salamanders in de modder.

 

Zo’n beetje om de dag maken we een uitstapje, want ja, dat doen papa’s en mama’s nou eenmaal. Grootste trekpleister in de omgeving is Bouillon, dat in onze ervaren Ardennenogen veel weg heeft van La Roche, ook zo’n in een geheime vallei verstopt plaatsje aan de rivier - in dit geval de Semois natuurlijk - dat wordt gedomineerd door een kasteel op een heuvel. 

Verschil is dat die in La Roche een verlaten ruïne is en die in Bouillon volledig intact en in vol toeristisch bedrijf; zo maken we op de binnenplaats een roofvogelshow mee, ja twee keer zelfs, want Wende en Riemer vonden dat de vogels - met name de enorme Amerikaanse arend  - de eerste keer niet dicht genoeg over hun hoofden heen vlogen en wachtten geduldig tot ze een uur later bij de volgende show de beste plek hadden op de tribune. En ja hoor, woeshhh, daar gaat hij met zijn 2 meter spanwijdte. Indrukwekkend. De valkenier, een olijke man in middeleeuws gewaad en met grote baard, vertelt dat de vogel bij zulke exercities regelmatig het vrije luchtruim kiest en dan uren wegblijft, maar altijd weer terugkeert voor zijn natje en zijn droogje thuis, in het kasteel.

Het is een enorme burcht, liefst 340 meter lang, met grotere en kleinere kamers in een doolhof van gangen tussen de dikke stenen muren waarbinnen een middeleeuwse kilte hangt. Aan het eind staat een uitkijktoren, de ‘Oostenrijkse toren’, vanwaar je weids uitzicht hebt over het plaatsje en de vallei. 


Bekendste bewoner is Godfried van Bouillon geweest, in de 11e eeuw een hertog van het Rooms-Duitse Rijk dat destijds noord- en centraal Europa omvatte, een soort Duitsland plus. Lang had hij er echter niet plezier van. In 1095 gaf hij namelijk gehoor aan de oproep van de paus en ging mee op de eerste kruistocht die als doel had het Heilige Land (hedendaags Israël) terug te veroveren op de heidense islamieten; en om dat avontuur te bekostigen moest hij het kasteel verpanden, aan de kerk - definitief zoals zou blijken, want hij keerde nooit meer terug. Na de verovering van Jeruzalem bleef hij daar als heerser van het gebied en hij stierf in 1100 ofwel door een pijl ofwel door gif ofwel door de pest, daarover verschillen de meningen. Hij was pas 40 jaar oud. Na dit stukje middeleeuws geschiedenis dalen we de trappen weer af naar het zonnige Bouillon, slenteren langs de oever terug en sluiten ons bezoek af met een ijsje.

Twerken in Bouillon...
...of anderszins gek doen!

Een ander uitstapje gaat naar een klimbos in de buurt, waar Wende en Riemer zich kunnen uitleven op tientallen hangbruggen en andere wiebelige attributen tussen de bomen. De routes heten Pom Pom en Adrenaline en worden afgesloten met een lange zipline die eindigt met een botsing tegen een boom. Als je het goed doet.

En tenslotte gaan we natuurlijk een keertje wandelen, dat hoort er ook echt bij in de Ardennen. Ik heb een wandeling langs de Semois uitgezocht die start in het plaatsje Saint Cecilie, aan de Franse grens. Het is heerlijk wandelweer, daar gaan we dus, het dorpje uit. Helaas slaan we vrijwel meteen een verkeerd bospad in met als gevolg dat we een deel van de route afsnijden, op zich geen ramp, ware het niet dat zich juist in dat deel de uitzichtpunten bevonden waar ik de wandeling op het uitgezocht en waar “een prachtig panorama (wacht)” aldus de onvermijdelijke Juliën van Remoortere in de wandelgids die ik al 20 jaar gebruik. Beetje jammer dus. Maar goed, uiteindelijk komen we beneden bij de Semois uit en wel op een onbeschrijfelijk mooie picknickplek, bij een rotsplateau in een bocht van de rivier waar het water helder en sereen voorbij stroomt. We eten hier een appeltje en een mandarijntje en wandelen dan langs de oever terug naar Saint Cecilie, vrijwel ongestoord door anderen, zoals altijd in de Ardense natuur waar je, heel anders dan in Nederland, zelden mensen tegenkomt. Overigens heb ik het idee dat het bos veel groener is dan normaal in het voorjaar, wellicht heeft dat met de zachtere winters van tegenwoordig te maken.


Op het laatst moeten we trouwens nog rennen, want Wende heeft last van buikpijn en moet ineens heel nodig naar de wc. Gelukkig is er eentje in het dorp, naast de kerk, en wel binnen in onze camper. Een explosie later is alles weer in orde. Gelukkig maar, want daardoor kunnen we ‘s avonds gewoon uit eten in het restaurant op de camping, zoals het plan was. Overigens, aan die maaltijd - pizza voor Christel en mij, kippenboutjes en friet voor de kinderen – zal ìk weer twee dagen buikpijn overhouden. Of kwam dat door het plaatselijke biertje, la Moraipire, genoemd naar een nabije leisteenmijn? Hoe dan ook, iets lag er als een steen op m'n maag...

 

 

Enfin, zo gaat de week dus voorbij. Overdag op pad of spelen op de camping, ‘s avonds wanneer het fris wordt de camper in om een filmpje te kijken (twee keer Fantastic Beasts en een keer Encanto). Het is krap met z’n vieren, maar het gaat. Tegen elven kruipen de kinderen de tent in en nestelen zich in een dikke bundel slaapzakken die warm genoeg is om de voorjaarsfrisheid - de eerste nacht was het maar 2 graden - buiten de deur te houden. Ze slapen elke nacht als een roos, moe van een hele dag plezier maken. Ook al schelen Wende en Riemer drie jaar in leeftijd, ze kunnen het prima vinden met zijn tweeën en hebben de grootste lol met elkaar, dat is leuk om te zien. Ze zijn allebei momenteel erg into Harry Potter en hebben samen een liedje bedacht waarin ze alle zeven boeken in pak hem beet 2 minuten samenvatten. Handig voor wie niet van lezen houdt...

 

Zelfde plek, 5 jaar eerder...

Zaterdag rijden we terug naar huis, met een tussenstop in La Roche. Geen dag te laat, het weer betrekt en onderweg regent het. Tot de volgende keer!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten