Wenen

28 – 30 juli 2021

“Wenen? Om te huilen!”

Wende Cools

Er is een hoop geschiedenis geschreven in Wenen. Aan die lijst van historische gebeurtenissen kan vanaf nu ook de glorieuze intocht van Wende, Christel en Arthur uit Utrecht worden bijgeschreven.

Een heroïsche prestatie, voorwaar. Het vereist namelijk 14 kilometer fietsen vanaf de camping in Klosterneuburg. Weliswaar via fietspaden en over terrein – langs de Donau – zo plat als een schnitzel, maar wel in verzengende hitte, tegen de dertig graden aan. Maar Cools & co geven geen krimp. Een kilometerslang grindpad langs de rivier, een ijzeren brug, betonnen pijlers vol graffiti, cruiseschepen als de Maxima 1, tenslotte de drukke straten van Wenen en eindigen bij een schaduwrijk bankje in de Volksgarten, het voortuintje van wat ooit – toen Oostenrijk nog iets voorstelde – de keizerlijke residentie was, te weten de Hofburg.


Ja, het was me wat vroeger, dat Oostenrijk. Een paar hertogdommetjes in de Alpen, maar nadat landheer Rudolf van Habsburg ze eind dertiende eeuw veroverde wisten zijn nazaten - de Habsburgers - met sluw politiek manoeuvreren en strategische huwelijken hun gebied steeds verder uit te breiden tot een grootmacht van jewelste. (Ook wij, de Lage Landen, hoorden in de vijftiende eeuw bij Oostenrijk, weet je nog?) Vechten deden de Habsburgers liefst zo min mogelijk, en terecht, zoals zou blijken toen een briljante generaal uit Frankrijk – Napoleon – de strijd met ze aanbond en de Oostenrijkers keer op keer in de pan hakte. Gelukkig voor hen vond Napoleon snel zijn Waterloo.

Om de Napoleontische chaos in Europa te herstellen en te zorgen dat zoiets nooit meer kon gebeuren, belegden de Europese machthebbers een congres, in Wenen. Dit beroemde congres duurde een jaar (1814-1815) en leverde het bekende rijmpje op: ‘Men dronk een glas, deed een plas en liet verder alles zoals het was.’ Wat in zoverre klopt dat de oude grootmachten, inclusief Oostenrijk, inderdaad weer in ere werden hersteld, hoewel er ook nieuwe bufferstaten werden gecreëerd (zoals de Verenigde Nederlanden, wij en België dus) als tegenwicht tegen het verdachte Frankrijk.


Oostenrijk kwam er dus goed vanaf. In de negentiende eeuw bleef het een groot, ouderwets keizerrijk in midden/zuid- Europa, geregeerd door een autocraat van jewelste, Franz Jozef, zeg maar de man van 'Sissi', die 68 jaar de scepter zwaaide. Door allerlei revoluties en nationalistische bewegingen stond dat rijk echter onder druk en het genadeschot kwam in 1914. Letterlijk - één pistoolschot deed de hele keizerlijke rambam instorten. Het was het schot waarmee Gavrilo Prinzip, een Servische student, in Serajewo de Oostenrijkse troonopvolger, Franz Ferdinand, vermoordde. (De troonopvolger was trouwens een neef van Franz Jozef, want diens eigen zoon – Rudolf – had zelfmoord gepleegd.) Door een onnavolgbare reeks gebeurtenissen brak hierdoor de Eerste Wereldoorlog uit waarbij de Oostenrijkers de kant van Duitsland kozen en verloren. Er kwam geen nieuw Weens congres om de boel te restaureren, integendeel, Duitsland en Oostenrijk werden meedogenloos in stukken gehakt, en zo ontstond het bescheiden Oostenrijk dat we tegenwoordig kennen.

Maar we hebben Wenen nog, vol pracht en praal en prater. We fietsen een rondje over de Ringstrasse langs Heldenplatz, Hofburg, Maria-Theresien-Platz met twee gigantische museumgebouwen en komen uit in het centrum van de stad, bij de Stephansdom waar we een ijsje eten. Christel, als paardenliefhebber, had wel de beroemde Spaanse Rijschool willen bezoeken waar shows worden gegeven met de witte lippizaner hengsten uit Kroatië, maar daarvoor zijn we te laat. Niet getreurd: we gaan naar een andere favoriet van haar waar ze al heel lang naartoe wilde, namelijk het Hundertwasser-Haus. Dit is een blok met gemeentewoningen waarop kunstenaar Friedriech Hundertwasser zijn fantasie heeft losgelaten zodat er een uniek kleurrijk, vrolijk, speels kunstwerk is ontstaan, een flat zoals een kind die zou kunnen tekenen. Hij heeft meer van dit soort gebouwen gemaakt, onder andere ook het Kunsthaus Wien waar we later toevallig ook nog voorbij fietsen.


Daarna is Wende aan de beurt.  Voor haar gaan we naar het Prater, een pretpark midden in de stad, gevestigd op het voormalige keizerlijke jachtterrein. (Mijn beurt is geweest, ik ben al eerder in Wenen geweest, eeuwen geleden, zie HIER.)


Blikvanger is het Riesenrad, het bekende reuzenrad dat al dateert uit 1896, maar in het kielzog daarvan zijn inmiddels vele achtbanen en ander modern vertier verrezen. Betekent wel dat we Wende moeten laten testen, want in Oostenrijk moet iedereen boven de 6 jaar voldoen aan ‘de 3G’s’ (geïmpft, genesen, getestet) dus steekt een wildvreemde meneer een staafje in haar mond bij het loket van een mobiele testcontainer bij de ingang – bizarre scene eigenlijk, en tegelijkertijd alweer doodnormaal. Enfin. We mogen naar binnen en de avontuurlijke dames doen een paar vreselijk enge dingen, waarvan het ergst wel de Prater Turm is, een 117 meter hoge zweefmolen. Wel wat anders dan de zweef bij ons op de dorpskermis vroeger!


Ik ben er meer voor het spookhuis en zo’n retro attractie, kom hoe heet het, waarin je je over, door, tussen allerlei obstakels moet wringen. Meer the kids stuff, zeg maar. 


Maar goed, iedereen vermaakt zich op zijn eigen niveau, en gooi er voor Wende nog patatjes, schnitzel en een slush tegenaan en we spreken over een topdag.


 

En dan weer terug. Half negen is het inmiddels en nog zo’n vijftien kilometer voor de boeg. Weer langs de Donau, maar op raadselachtige wijze een andere route grotendeels, alleen de brug en het grindpad zijn hetzelfde. W0rden in de schemering nog opgeschrikt door een forse ringslang die het pad over kronkelt. Vlak voor donker binnen, in totaal zo’n veertig kilometer gefietst schat ik, een record voor Wende. Als dat niet historisch is.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten