Sigiriya

9 november 2015

Sigiriya, de ‘leeuwenrots’ van Sri Lanka, is een kolossaal rotsblok in het midden van het land. Het is de grootste monoliet ter wereld na Ayers Rock (HIER) in Australië.

Al sinds boeddhaheugenis leefden hier monniken in grotten, maar de plaats werd op de kaart gezet in de vijfde eeuw na Christus toen het boze koningszoontje Kassapa, verwekt bij een bijvrouw en dus niet de troonopvolger, een eigen paleis annex lusthof op de top liet bouwen. Vlak daarvoor had hij zijn vader vermoord en zijn halfbroer, de rechtmatige koning, naar India verjaagd, dus hij zocht een beetje een veilig plekje, en de 200 meter hoge rots leek hem wel wat.



Vanaf de ingang kom je aanlopen door Versaille-achtige lusttuinen aan de voet van de rots. Voor je ogen rijst Sigiriya ontzagwekkend omhoog als een reusachtige stenen kies. Om de top te bereiken moet je 1200 treden beklimmen, deels over stenen trappen, deels langs ijzeren wenteltrappen nog uit de Engelse tijd.



Onderweg passeer je een rotsgalerij met de bekendste schilderingen van Sri Lanka, en de pikantste. Of het nou de concubines uit Kassapa’s hofhouding zijn of mythologische nimfen, het zijn duidelijk...vrouwen. ‘Wolkenmaagden’ worden ze genoemd. Het geheel doet sterk denken aan Indiase kunst in sommige, eh, aspecten, en mooier dan dit zal het niet meer worden in Sri Lanka. De kunst komt in dienst te staan van het boeddhisme en wordt religieus, symbolisch, zedig. Dezelfde ontwikkeling als in Europa waar de kunst ook duizend jaar een Christelijk dwangbuis kreeg na de vrije Griekse en Romeinse tijd.



Hierna kom je bij de leeuwentrap, een trap geflankeerd door enorme leeuwenklauwen. Ooit hoorde er een nog grotere leeuwenmuil bij, bedoeld om iedere bezoeker ontzag in te boezemen, maar die is vergaan. Via deze trap kom je uiteindelijk op de brede, vlakke top.
Van het paleis zijn alleen nog de fundamenten over, een wirwar van stenen muurtjes en trapjes, plus een waterreservoir. De schaal is verrassend, het moet destijds een enorm bouwwerk zijn geweest en je verstand staat erbij stil hoe ze dit geflikt hebben in een paar jaar tijd.



Het mooiste van Sigiriya is het uitzicht, je kunt naar alle kanten uitkijken over het groene, licht heuvelende landschap waar hier en daar een gigantisch, wit Boeddhabeeld de kop uit opsteekt.



Het droomrijk van Kassapa heeft niet lang geduurd. Inderdaad kwam zijn halfbroer terug met een legertje Tamil-huurlingen en hoewel de leeuwenrots waarschijnlijk onneembaar zou zijn geweest haalde Kassapa het in z’n hoofd om naar de vlakte af te dalen en daar op een olifant de tegenstander tegemoet te treden. (Het woord ‘oliedom’ komt hier vandaan denk ik...) De olifant dacht, bekijk het; z’n manschappen namen de benen; en Kalappa stortte zich op z’n eigen zwaard. Een tragikomedie van achttien jaar was voorbij.

De serene rust keerde terug en Sigiriya werd weer het rijk van de monnikken. En de wulpse dames op het balkon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten