Dalawela

25 - 30 okt0ber 2015

Achtentwintig klein nulletje C. Zo warm is de zee hier. Een lauw pierebadje ter grootte van een oceaan, heerlijk om in rond te poedelen. 

Wende kan er geen genoeg van krijgen. De zee is alleen erg ruw, met metershoge golven die vervaarlijk aan komen snellen. Niet voor niets is de zuidkust van Sri Lanka populair bij surfers. Surf = golf. Gelukkig liggen er pal voor ons hotelletje een paar rotspartijen in het water waar de golven zich als schuimbekkende idioten op kapot kunnen bijten, waardoor bij laag tij in de luwte ervan een klein, peuterdiep meertje ontstaat. Prima om in te zwemmen. Je moet het water alleen wel delen met...reuzenschildpadden. Vanaf het terras hadden we ze af en toe al de kop uit zee zien opsteken, maar het is best nog wel spannend als dat ineens vlak naast je gebeurt, zo’n prehistorische kop van een beest van dik een meter. Eén ochtend hadden we dat geluk. Voor de rest vermaken we ons op het strand met hetgeen Hollanders in den vreemde al eeuwenlang hebben gedaan: dijken bouwen, kanalen graven, lekker baggeren en polderen.






 



In ons plaatsje, Dalawela, is verder weinig te beleven, het is eigenlijk geen plaatsje maar meer een rijtje guesthouses aan een idioot drukke kustweg. Twee kilometer verderop ligt Unawatuna, een echt badplaatsje rond een fraaie hoefijzerbaai die eindigt in een rotspartij met een witte pagode erop. We zijn een paar keer op en neer geweest met de tuc-tuc, wat Wende geweldig vindt, ze hangt gevaarlijk uit het raam met haar blonde haartjes vol zout en klit wapperend in de wind. Als klein goudgelokt globetrutje heeft ze niet te klagen over aandacht; eerder klaagt ze wél over aandacht, want ze wordt er een beetje verlegen van, al die donkere mannen en vrouwen die haar aanspreken, aan haar zitten of met haar op de foto willen. Hoewel het lijkt te wennen. Bij de vraag ‘what’s your name?’ prevelt ze al schuchter: Wende.

In Unawatuna hebben we een dagje gedoken. Met 28 graden is het ook onder water prima toeven (heel anders dan ze-ze-zestien graden in Portugal), alleen is er weinig te beleven omdat alle koraal door de tsunami van 2004 is verwoest en het zicht met zo’n metertje of tien niet overhoudt. Wel interessant zijn de vele scheepswrakken die hier voor de kust liggen. Christel had het geluk er ’s ochtends twee te kunnen meepakken. Natuurlijk geen historische zeventiende-eeuwse galjoenen, maar vrachtschepen uit de twintigste eeuw. 'Can you tell me about them?' vroeg Christel aan de duikgids. Hij haalde z'n schouders op. 'They sunk.'
Die wrakken herinneren aan de rijke maritieme geschiedenis van Sri Lanka. Het eiland is een soort Verkeersplein Oudenrijn van Zuid-Oost Azië, het ligt op een kruispunt van belangrijke zeeroutes en is van oudsher bezocht, besnuffeld, bezet door jan en alleman met een boot. Vanaf ons balkon zien we enorme containerschepen aan de horizon voorbij varen. Wat destijds vooral trok waren de kruiden, voorop kaneel. In een tijd waarin Europa het moest doen met smakeloos eten dat bedierf waar je bijstond was alles dat de dagelijkse hap een beetje pit kon geven, en de geur van rotting kon maskeren,  goud waard. Letterlijk: specerijen leverden soms meer op dan goud. Eerst werd het gekocht van Arabieren, die het uit Azië haalden; later gingen Europeanen het zelf halen; en weer later hadden de Europese grootmachten bedacht dat het eigenlijk veel goedkoper was om de landen met die lekkere kruiden gewoon in te pikken en de hele handel over te nemen. Zo kwamen de Portugezen, Nederlanders en Engelsen naar onder meer Sri Lanka.

Ja, ook de Nederlanders. In die goede oude VOC-tijd, toen Sri Lanka nog Ceylon heette, was het eiland van ‘ons’. Hoofdstad was toen niet Colombo, maar Galle. Als je vanuit Unawatuna met een motorbootje een kwartier de zee opvaart, bijvoorbeeld omdat je het dwaze idee hebt om voor veel geld met tien liter zuurstof op je rug achterstevoren het water in te duikelen, kun je verderop aan de kust iets groots en wits zien blinken in de zon: het Hollandse Fort van Galle. Dat wordt ons volgende doel. 

1 opmerking:

  1. Het is weer genieten van de verhalen en de plaatjes. Liefs uit mistig Wieuwerd.

    BeantwoordenVerwijderen