...en wegwezen

13 november 2015

 

Opstaan in Tishan Guest House. Rond half zeven begint Wende onrustig te draaien, vijf minuten later is ze wakker. Ze trekt aan de schouder van Christel die naast haar ligt en fluistert ‘ik ben wakker’.


Daardoor Christel ook, en ik ook, en kan onze familie weer aan een nieuwe etappe beginnen van ons geweldige rondje Sri Lanka. Vandaag gaan we naar Anuradhapura, een stad met vier a’s en twee u’s en ook nog een heleboel oude tempels.

Maar eerst wakker worden. Terwijl Christel de klamboes oprolt en het balkondeur opent, kook ik water met een dompelaartje en maak een fles (oplos)melk voor Wende en een kopje (oplos)koffie voor ons. Daarna gaat mama een beetje spelen met Wende. Vandaag wil Wende tekenen, ze heeft dat helemaal ontdekt en maakt dan bonte tekeningen waarbij ze op de achterkant allemaal golfjes tekent die tekst moeten voorstellen, hier papa, een brief voor jou. Papa is ondertussen driftig aan het tikken, want die vermaledijde weblog draait maar door natuurlijk en de ochtendstond heeft goud in de mond, wat schrijven betreft.


O jee, acht uur alweer? Tijd voor ontbijt. Snel in de kleren en de trap af naar het restaurant annex receptie annex fietsschuur annex van alles. ‘Ik ben de eerste’ roept Wende, ‘ik ben de eerste’. Een tafeltje vol schaaltjes staat al klaar. Het ontbijt bij Tishan is zonder twijfel het beste dat we in Sri Lanka hebben gehad. Waar je overal elders kan kiezen tussen continentaal of Sri Lankaans, zetten ze hier gewoon ongevraagd beide voor je neer. Dat betekent dus toast met boter en jam, gebakken ei, fruit en koffie, maar ook: rijst, linzencurry en kokossambol, dat laatste een heerlijk, maar explosief mengseltje van gemalen kokos en peper. Verder flinterdunne pannekoekjes (hoppers), plakjes vermicelli (string hoppers) en kleine dikke pannekoekjes (roti’s). String hoppers zijn Wende’s favoriet, ze vreet er zo drie op. Daarna glijdt ze van haar ‘kinderstoel’ –drie opelkaar gestapelde tuinstoelen- en gaat ravotten met Sumudu, haar favoriete personeelslid. Kunnen wij even rustig dooreten.



Als we klaar zijn ga ik zwemmen met Wende zodat Christel rustig kan inpakken op de kamer. De heer des huizes, een magere man in een sarong, is bezig met een stofzuiger het zwembad schoon te maken, een klusje dat hij uiterst rustig en nauwkeurig doet, bijna meditatief. Vandaag wordt zijn meditatie helaas verstoord door twee, nou ja   anderhalf plonzende toeristen. Hij glimlacht. Z’n vrouw komt aanlopen en vraagt of ze een foto van ons kan maken met haar mobiel. Natuurlijk. Wie volgende keer bij booking.com klikt op Tishan ziet wellicht onze natte neuzen verschijnen. Veel te snel zwaait Christel al vanaf het balkon, we kunnen vertrekken. Hebben we alles? Wereldstekkersnoertjeshanddoeken
ophetbalkonrozebal?


De tuc-tuc van de zwager die aan de overkant van de weg woont staat gereed. Alle bagage -twee rugzakken, twee koffertjes en een dagrugzakje- past erin, en dan kunnen wijzelf er óók nog bij. Had je niet gedacht hè, nee wij ook niet de eerste keer. Afscheid nemen van de familie en het personeel, fotootjes maken. Wat een hartelijke mensen allemaal. Dan gaan we richting busstation, maar eerst een tussenstop bij een benzinestation waar we de rekening van het guesthouse kunnen betalen, via het VISA-apparaat van weer een ander familielid. Dertig euro per nacht was de prijs, maar met alle eten, biertjes en de was erbij is dat meer richting 50 euro per nacht opgeschoven.

Twintig minuten rijden naar het busstation. Een rode Tata-bus, nummer 75, staat op het punt weg te rijden en wordt staande gehouden door de zwager, we kunnen nog mee. Hoppa! Met vliegende start zijn we weer onderweg, richting iets met vier a’s en twee u’s.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten