Cyprus (slot)

20-23 oktober 2021 

Acht uur ’s ochtends, op het balkonnetje van kamer 4006. Onze room with seaview betaalt zich uit. Voorbij de hoteltuin en de palmbomen strekt zich een blauw panorama van water en lucht uit zover het oog reikt. Een mooie zonnige dag lonkt.

De laatste voor ons hier, morgen – eigenlijk vannacht – vertrekken we weer. Die laatste dag gaan we nergens heen. Gisteren hebben we ons laatste uitstapje gemaakt, naar de hoogste berg van Cyprus, 1950 meter hoog en zoals zoveel hoogste bergen in dit deel van de wereld genoemd naar de zetel der goden: Olympus. Ze ligt in het Tróodos National Park. Wanneer we na anderhalf uur rijden uitstappen bij het Tróodos Visitor Centrum denken we maar één ding: brr! Koud!!! Terwijl de weg klom, daalde de thermometer: van 27 graden aan zee naar 13 graden hier. Bovendien lijken alle wolken van Cyprus nu boven ons te hangen. Staan we dan in korte broek en t-shirt! Zelfs van het bezoek aan het bescheiden Visitor Centrum – vooral gevuld met vitrines vol opgezette dieren – komen we totaal verkleumd terug. Dus de wandeling die we hadden gepland … laat maar.


In plaats daarvan rijden we terug naar beneden, waar de zon schijnt. Onderweg doen we wel Olmodos aan, een fraai plaatsje met witte huizen en kleine straten waar, gelet op de vele cafés en tavernes, toeristen geen onbekend verschijnsel zijn. Deze streek, de zuidhelling van de Olympos, is een echt wijngebied en Olmodos geldt als een van de belangrijkste wijndorpen van Cyprus. Archeologen hebben bewijzen van wijnproductie gevonden van 4000 jaar geleden, dus wie weet, misschien is wijn maken wel op Cyprus uitgevonden. Behalve rood en wit maken ze ook iets wat zivania heet, een sterke drank die lijkt op de Italiaanse grappa en geldt als de nationale drank hier.

Het is lunchtijd. We strijken neer bij het restaurantje dat het meest cliché Grieks aandoet met zijn blauwe en witte tafeltjes en stoeltjes – de kleuren van de Griekse vlag – onder het lommerrijke bladerdak van een grote boom en onder toeziend oog van een knorrige patron wiens humeur er niet beter op wordt nadat hij, net na onze komst, een olie-en-azijn-stelletje aan diggelen gooit op de karakteristieke keien. Christel en ik eten meze (allerlei kleine hapjes) en Wende een hamburger. Wat een verademing om na de drukke, chaotische, galmende eetzalen van afgelopen week nou eens een keertje lekker rustig in deze dorpsambiance te zitten, hoe toeristisch dan ook.

 

Overigens maakt Cyprus een verlaten indruk. Misschien komt het door corona, maar de herfstvakantie is duidelijk geen hoogseizoen. Een dag eerder zijn we vrijwel de enige bezoeker in het Aphrodite Heiligdom in Koúklia, al moet ik erbij zeggen dat we wel rijkelijk laat arriveren, ja zo laat zelfs dat de beheerder ons gratis naar binnen laat een half uurtje voor hij de deuren zou sluiten. Voor ons is dat half uurtje ook wel voldoende, behalve wat verspreid liggende hoopjes stenen en een enkele afgebroken zuil valt er weinig te zien. Je hebt heel wat fantasie nodig om hier de tempel te zien staan gewijd aan Aphrodite, de godin van liefde en schoonheid, en je voor te stellen hoe hier dagelijks werd geofferd aan haar. Aphrodite was destijds de belangrijkste godin op Cyprus, vanwege de legende dat zij – geboren uit het schuim der zee – staand op een schelp hier ter land was gekomen. Men denkt tegenwoordig zelfs te weten waar precies, namelijk een paar kilometer verderop, bij Pétra toú Romioú ofwel de Steen van de Romein.



Even later rijden we daar naartoe, langs de fraaie kustweg vol palmen en fonkelend rode bougainville hier en daar. Niets te zien natuurlijk, behalve een grote steile rots waar je op kunt klimmen. Het uitzicht is mooi, zee en land zijn gedompeld in het zachte strijklicht van het ‘gouden uurtje’, de wereld oogt als een ansichtkaart. Op deze plek kun je je er iets bij voorstellen dat Cyprus – vanwege Aphrodite – het ‘eiland van de liefde’ wordt genoemd. 


Toch is dat een ironische aanduiding, want hoewel Cyprus beslist geen gewelddadige plek is, hebben we wel te maken met een verscheurd land, een land dat al sinds 1974 in tweeën is gedeeld langs een breuklijn die een ‘noord’ en een ‘zuid’ heeft gecreëerd en waartussen een militaire zone loopt waar de Verenigde Naties de grensposten – zeven in totaal – bemant en de orde handhaaft. ‘Zuid’ is de originele Republiek Cyprus, griekstalig en christelijk, lid van de EU en deel van de eurozone; en ‘noord’ is de Republiek Noord Cyprus, turkstalig en islamitisch, plus een provincie van Turkije, al vinden alleen de Turken zelf dat, want geen land ter wereld erkent deze annexatie. 

Hoe het zo is gekomen? Lang verhaal kort: niet iedereen was het eens met de onafhankelijkheid van Cyrpus, een deel van de inwoners wilde zich aansluiten bij Griekenland, organiseerde zich tot een politieke organisatie die aanslagen pleegde en zich in 1974 zelfs waagde aan een heuse staatsgreep - wat Turkije, terecht bezorgd om de Turkse inwoners van Cyprus, deed besluiten het leger naar Cyprus te sturen en een stuk gebied veilig te stellen. En zo ontstond de scheiding tussen noord en zuid.

Bij tijd en wijle worden onderhandelingen gestart over hereniging, net zoals dat gebeurt tussen Israël en de Palestijnen, en net zoals bij Israël en de Palestijnen levert het nooit iets op. Naar mijn bescheiden mening is de situatie onoplosbaar, omdat, ook ongeveer zoals bij Israël en de Palestijnen, een situatie die tijdelijk was nu al zo lang duurt dat er een eigen dynamiek is ontstaan vol claims en gewoonterecht waardoor er nu sprake is van een gordiaanse knoop van belangen die nooit meer te ontwarren valt, vooropgesteld dat de leiders dat al zouden willen. Verschil is wel dat, los van wat pesterijtjes over en weer, de situatie in Cyprus vreedzaam is zoals gezegd – voor zolang het duurt, want het lijkt me beslist een potentieel kruidvat.

Maar je weet het nooit. De toekomst blijft onvoorspelbaar. Toch? Want zeg nou zelf, wie had ooit kunnen bedenken dat zulke gelauwerde reizigers als Christel en ik, backpackers voor wie basic vroeger nog véél te luxe was, terecht zouden komen in een all-inclusive resort? Voor Wende natuurlijk ja ja knipoog knipoog. Stiekem zwemmen en eten we natuurlijk lustig mee, om over alle cocktails tussendoor maar te zwijgen. En gaan we gillend mee alle glijbanen af, die Wende bijnamen heeft gegeven: Vliegend Tapijtje, Pinky, Boomer-éng, de Slang. En natuurlijk gaan we mee naar de minidisco en doen zelfs - temidden van tientallen opgewonden kinderen - het dansje mee dat hoort bij de slijmzwoele Spaanse zomerhit waarmee elke sessie wordt afgesloten (HIER). En kijken we naar entertainment van de ene avond een goochelaar, dan weer danseressen, een acrobaat, een soft-rock duo...

Die laatste pakken we trouwens maar half mee. Want inmiddels is de laatste avond aangebroken en we willen een keer een beetje op tijd naar bed. De wekker gaat namelijk straks al om 3 uur, de taxi komt om 3:30 en het vliegtuig vertrekt om 6:10. Hopen dat het lukt allemaal. En dat al onze bagage weer gratis meekan, want we nemen een hoop extra's mee terug, ja zowel geestelijk als lichamelijk zijn we, eh, nogal verrijkt deze week all-inclusive op Cyprus... 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten