Cyprus

16 – 20 oktober 2021

Een eiland ... ver weg ... met gedoe tussen Grieken en Turken… Nee, veel weten we nog niet over Cyprus wanneer we zaterdagochtend in Eindhoven op het vliegtuig stappen naar het verst verwijderde stukje Europese Unie dat je kunt bedenken.

Op zich komt dat gebrek aan geestelijke bagage goed van pas. Want we vliegen met Ryanair en die hanteert strenge bagageregels; voor alles moet je bijbetalen, zelfs voor die handige rolkoffertjes die voorheen als handbagage gratis mee mochten. Uiteindelijk proppen we alles dus maar in drie kleine tasjes en één grote rugzak die het ruim ingaat. Zoveel hoeft tenslotte niet mee voor een weekje zon, zee en zwembad.

Om drie uur lokale tijd – het is één uur later op Cyprus – doemt de kustlijn op uit de zee, maken we een draai over droge heuvels met wijngaarden en witgepleisterde huizen en landen op Paphos Airport, pal aan de kust. Een taxi brengt ons vervolgens langs bananenplanten en avocadovelden naar het Leonardo Laura Beach & Splash Hotel. Inchecken, bagage naar de kamer brengen, korte broek aan en dan gauw naar het terras voor een biertje en een snack - gratis en voor niks allemaal.

Want ik geef het maar toe, we hebben ons weer laten verleiden tot het boeken van een all-inclusive resort. Helemaal ons ding is het niet en zal het ook nooit worden, maar voor Wende is dit het paradijs op aarde. Zwemmen en eten, eten en zwemmen, de hele dag door, nee beter wordt het niet voor haar. En niet zomaar eten, maar eten van een buffet, een magisch restaurant waar je mag pakken wat je wilt én zo vaak als je wilt. Dat het hotel vreselijk massaal is, dat er een hoop Engelse working class heroes voor je voeten lopen, dat zo’n formule iedere illusie van zelfstandigheid en originaliteit de bodem inslaat… Tja, denkt Wende. Boeien.


Ze vindt het dan ook onbegrijpelijk – en eigenlijk onverteerbaar– dat wij haar af en toe dwingen om de all-inclusive bubbel te verlaten. Want wij eten niet alleen van het rijkelijke buffet, maar snoepen ook nog graag de vruchten van de boom der kennis en zoals iedere bijbellezer weet word je dan uit het paradijs verbannen. Zo nemen we de bus naar Paphos voor een bezoek aan de Archeological Site, erkend als werelderfgoed vanwege sublieme Romeinse mozaïekvloeren die daar in de jaren zestig – toen Cyprus een socialistische fase doormaakte en 'het Cuba van de Middellandse Zee' werd genoemd – door Poolse archeologen zijn blootgelegd. 

 

De site beslaat een immens terrein aan zee met ruïnes van Romeinse villa’s, een theater, een forum et cetera. Zoals zoveel (ei)landen in het Middellandse-zeegebied is ook Cyprus in de loop der tijden door jan en alleman bezet geweest - Perzen, Grieken, Romeinen, Turken, Engelsen –  voor het in 1960 eindelijk onafhankelijk werd. Het lag strategisch en was bovendien rijk, de rotsbodem zat vol kopererts dat onder andere gebruikt werd om brons te maken. (Het woord ‘koper’, cuprum, is afgeleid van Cyprus; of Cyprus is afgeleid van cuprum, dat kan ook.) Bestaat de antieke erfenis vooral uit een hoop afgebrokkelde stenen langs zee, de Engelsen hebben later als kolonisator hun stempel gedrukt met links rijden en heel veel rotondes. En de erfenis van de Turken? Tja, een hoop gelazer, iets wat bekend staat als ‘de Cypriotische kwestie’. Daarover later.


 

Een dag later, wanneer we inmiddels een gehuurde Kia onder de kont hebben, maken we een tochtje over de zuidwestpunt van het eiland. We bezoeken het ingeslapen plaatsje Polis (Grieks voor ‘stad’– dus deze stad heet stad, concludeert Wende terecht) waar Wende een ijsje eet en rijden dan door naar Coral Beach, een veelgeprezen zandstrand hier in de regio. Groot is het niet, wel fraai gelegen in een baai, en terwijl de zon langzaam ondergaat dobberen Wende en ik in de golven die bescheiden komen aanrollen vanaf Egypte. 

Om een of andere reden voelt ze zich geroepen ineens haar bikini uit te trekken. Grote grijns. Voelt lekker pap! Moet jij ook doen! Aldus liggen we even later met z'n tweeën naakt te poedelen in dit antieke hoekje van de Middellandse zee waar zoveel is gebeurd. Wie op de kaart kijkt, ziet dat Cyprus in de oksel ligt van Turkije en Syrië, aan de poort van het gebied dat ooit Mesopotamië werd genoemd en waar het schrift is uitgevonden. Weet je wel, wil ik zeggen tegen Wende, dat we nu liggen te drijven in de kraamkamer van de westerse beschaving? Maar Wende is net op dat moment haar blote billen aan het shinen richting Christel op het strand, dus tja. Boeien die beschaving.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten