Parijs

13-15 maart 2014

Ach ja, Parijs… De absolute koploper wat stedentrips betreft, ik schat dat ik daar inmiddels een keer of twaalf ben geweest. En dat tel ik dat ene bezoekje met de camper niet mee, toen we, komend vanuit Bretagne en kennelijk nog wat landerig sturend, een verkeerde afslag namen en vanuit een tunnel ineens frontaal inreden op de Arc de Triomf...

Twee nachtjes gaan we ditmaal, van donderdag tot zaterdag, langer durven we mijn schoonouders niet met Wende op te zadelen. Voor de verandering nemen we eens de trein, de Thalys. Tweeëneenhalf uur doet hij erover vanuit Rotterdam. Ongelooflijk hoe snel dat gaat, als ik met de trein vanuit Utrecht naar mijn ouders ga ben ik ongeveer even lang onderweg. In Rotterdam wordt gemusiceerd in het station en twee meisjes halen acrobatische touren uit...alles ter gelegenheid van de officiële opening van het nieuwe station vandaag.
 
Een krant, een Flow en wat muziek later staan we alweer op het Gare du Nord. Twee metro’s brengen ons naar Hotel Porte Doree, aan de zuidkant van Parijs. Niet bepaald centraal, maar verder een sfeervol hotelletje in een mooi oud pand met krakende treden en boekenkasten in het trappenhuis, en een liftje dat wel het smalste van heel Parijs moet zijn. Verder doen ze iets met duurzaamheid, te oordelen naar alle biologische spulletjes in de badkamer. Niet op gelet bij het boeken trouwens, net zo min als op de locatie. Voordeel is wel dat je weer eens in een andere wijk komt.

Het is half een ’s middags. Wat zullen we doen? Omdat het zo’n prachtige lentedag is, besluiten we naar een park te gaan, en zo komen we terecht in Parc des Buttes Chaumont, een heuvelachtig negentiende-eeuws park rondom een rotspartij waarop een kopie staat van een Romeins tempeltje. We koesteren ons in het zonnetje. Rondom ons jongeren met bier, witte wijn, gesprekken. Printemps dans Paris.


Parc des Buttes Chaumont

Later wandelen we door een opvallend Arabische buurt met halal-slagerijen en Koran-winkels helemaal naar Centre Pompidou, en vandaar naar de Notre Dame, het hart van Parijs, het eiland van Frankrijk waar alles ooit begon. De brug achter de kerk hangt helemaal vol met hangsloten, opgehangen door geliefden, een moderne traditie. ’s Avonds eten we in de buurt van het hotel in een klein Indiaas restaurantje. De ober daar verzorgt ook het ontbijt in ons hotel. Het is een allervriendelijkste man afkomstig uit Kerala, Goby is zijn naam.



Vrijdag slapen we lekker uit (eindelijk kan het een keer) en verdiepen ons dan in het witte-fietsen-plan van Parijs, het zogeheten Vélib. Een samentrekking van vélo en liberté? Op liefst 800 plaatsen in de stad staan rekken met fietsen die je met je creditcard kunt huren. Het eerste half uur kost € 1,70 (de prijs van een metrokaartje), het tweede half uur € 1 en daarna wordt het rap duurder, dus de fietsen zijn echt bedoeld voor korte(re) ritjes. We wagen het erop.


Vélib

Langs de lange Avenue Daumesnil pedaleren we richting centrum, steken de chaotische place de la Bastille over en arriveren via de Rue de Rivoli bij ons einddoel, het Louvre. Het voelt inderdaad heerlijk vrij om zo door de stad te fietsen. Grotendeels fiets je over fietspaden en busbanen, voor een Nederlandse stadsfietser is het een makkie. Bij het Louvre ontdekken we wel het enige nadeel van Vélib, namelijk dat je goed moet zoeken naar een leeg rek waar je de fiets weer kunt terugzetten. Ergens tegen de muur kwakken is namelijk geen optie, want dan blijft de teller doorlopen.


Place de la Bastille

De middag grotendeels doorgebracht in het Louvre. Wat een museum! Alleen het gebouw al is overweldigend: de enorme zalen, de hoge plafonds, de smetteloze binnenplaatsen vol trappen, nissen, beelden. Van de enorme menukaart die het Louvre biedt, hebben we ons beperkt tot Hollandse pot (de vleugel met Noord-Europese schilderkunst) met als tussengerecht een klein bordje Da Vinci’s waaronder de Mona Lisa en als dessert de Venus van Milo, zónder armen, want die kregen we echt niet meer op.



Oververzadigd staan we weer buiten. Cultureel dan, want de rest van ons lijf schreeuwde om een crèpe. Voor die crèpe, en bijhorend biertje, zijn we naar Quartier Latin gewandeld, op de andere oever van de Seine.

Aldus gesterkt weer op een Vélib gestapt. Een toeristisch tripje ditmaal: naar de Place de la Concorde, de Champ Elysees, Arc de Triomf, Eiffeltoren, Dom des Invalides. Heerlijk in het avondzonnetje, tussen vijf en zeven. Uiteindelijk geparkeerd op Boulevard Saint Germain, merci beaucoup.

De bedoeling was om naar de film te gaan, en op zoek naar een bioscoop stuitten we stomtoevallig op het kleine buurttheatertje waar ik in mijn studententijd regelmatig ben geweest, begin jaren negentig, toen ik in mijn Sartre-De Beauvoir-existentialisme-Gitanes zonder filter-periode zat en deze wijk, de rive gauche, dé plek van het Franse literaire leven, me als een magneet aantrok. Herinneringen. De wc’s in de zaal, bij gebrek aan lobby. De nooduitgang die na de voorstelling werd opengezet, zodat het publiek rechtstreeks de straat op kon. En mijn lievelingsfilm Goodfellas van Martin Scorsese, hier voor het eerst gezien. Duizelig stond ik weer buiten. Wat was er gebeurd?

Ditmaal gaan we naar 12 years a slave. Vooraf eten we een snel menu bij een Italiaansachtig restaurant met kleine tafeltjes en rood-wit geblokte tafelkleedjes. Na de film, een heftig verhaal, snel de metro in, want het is al over twaalven en het hotel nog ver. Maar de oude vertrouwde metro rijdt nog steeds iedere paar minuten z’n rondjes en we komen zonder moeite thuis. Gratis zelfs. Want vanwege een soort anti-luchtvervuiling-actie is de metro een etmaal voor niets.



Zaterdag weer naar huis. Even lekker eruit geweest met z’n tweetjes, zonder Wende. Volgende keer mag ze mee, hoor. Kan ze ook fietsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten