Mooi geweest

Ouwe oma is overleden. Ze begon haar leven als meisje, werd toen vrouw, moeder, oma en uiteindelijk, toen de kleinkinderen ook weer kinderen kregen, ‘ouwe oma’, om haar te onderscheiden van de andere oma’s. Paulien Cools, geboren Overweter was haar naam.

Ouwe oma was oud, heel oud. Zelf mocht ze graag zeggen dat ze de Eerste Wereldoorlog nog had meegemaakt. En dat klopte in zekere zin: ze was geboren in maart 1918, acht maanden vóór in Versailles de vrede werd getekend. Kruipend haalde ze dus het einde. Volgend jaar zou ze 100 zijn geworden, maar dat bleek te ver voor haar. Op woensdag 25 januari, om kwart over vijf in de ochtend, verruilde ze het tijdelijke, dat al bijna eeuwig begon te lijken, voor het enige echte eeuwige. Eindelijk rust.

Oud en nieuw: ouwe oma met de pasgeboren Wende

Want het hoefde allemaal niet meer zo voor ouwe oma. ‘Allemaal’ is: het leven. Zonder grote gebreken te hebben was ze versleten en afgeleefd. De benen deden het niet meer, de blaas niet meer, het geheugen werd zorgelijk. Sinds de dood van haar man Loek, in 2011, voelde ze zich alleen, zo bleek uit het dagboekje dat ze bijhield. Zeker, ze had haar zoon Paul die in de buurt woonde en samen met Marion trouw voor haar zorgde. Ze had drie kleinkinderen die langskwamen. En ze had vier achterkleinkinderen, vier levendige jonge donders waar ze dol op was, al kon ze hun namen niet meer onthouden.


Maar haar wereldje was klein geworden en telde een hoop lege, stille dagen. Meer en meer trok ze zich terug in haar herinneringen. Vanuit dit levenslange bezinksel borrelde vooral het verdriet over haar dochter Leidi, op 49-jarige leeftijd gestorven aan kanker, als een nare bel naar de oppervlakte. Het cliché dat niets vreselijker is dan een eigen kind te moeten begraven was beslist waar.

Zaterdag 21 januari, nota bene op de verjaardag van haar zoon, kreeg ze een hersenbloeding. Een tsunami in haar broze brein. Paul bleef bij haar, het feestelijke familie-etentje werd afgezegd. Ze kwam op bed te liggen, half hier, half daar al. Praten kon ze niet meer. Soms was er een glimp van herkenning, een gebaar dat haar hand vastgehouden moest worden. Maar ze at en dronk nauwelijks en ging hard achteruit. Vier dagen later was het voorbij.


Ouwe oma heeft bijna een eeuw geleefd. En zoals de mens in de lange geschiedenis van de wereld pas om vijf voor twaalf het toneel opstapt, zo kwam ik, als achterschoonzoon of hoe je dat noemt, eveneens pas om vijf voor twaalf haar geschiedenis binnen. Zij en haar man waren toen al dik in de tachtig. Feitelijk is het levensboek dan al geschreven, de marginalisering ingezet. Slechts één hoofdstuk rest nog, dat van de aftakeling: verhuizen naar een verzorgingshuis, kwalen, mensen verliezen, sterven. Dáárvan ken ik ouwe oma. Ik kan mij niets voorstellen bij haar als jong meisje, maar ik herkende wel de contouren van de warme, eenvoudige familievrouw –een echte oma– die zij voor Christel is geweest.

Ze werd geboren in een Nederland dat nog tegen de negentiende eeuw aan leunde en al lang niet meer bestaat. Opgroeien deed ze in een tijd van crisis en armoede, wat haar, zoals haar hele generatie, voor het leven heeft getekend. Het waren de mensen van hard werken, soberheid en zuinigheid, plichtgetrouwheid en bescheidenheid. Gezamenlijk hebben ze het betonnen fundament gelegd waarop de babyboomers, de hippies van de jaren zestig en zeventig, het moderne Nederland hebben getimmerd. Wij, de kinderen van de kinderen, plukken daar de vruchten van met onze vrijheid en individualiteit. Door te reizen bijvoorbeeld.


In maart 2006 zijn we met ouwe oma en opa een weekendje naar Luxemburg geweest. Christel en ik konden korting krijgen bij het Hilton Hotel, een of andere aanbieding, en we besloten de hele familie Cools bescheiden van omvang uit te nodigen. Achteraf blijkt het een zeer gelukkig moment te zijn geweest. De twee stommelden al achteruit en een jaar later zou hun gezondheid een dergelijk uitstapje met overnachtingen en lange autoritten niet meer toestaan. Met de oudjes wandelden we door het historische centrum van Luxemburg Stad, opa met stok, oma met rollator; ook lieten we ons door een toeristisch treintje rondrijden. Eten deden we in het Hilton zelf, misschien hoorde dat bij de aanbieding, in ieder geval was het wel zo makkelijk. Al met al was het een leuk weekend waar we met plezier op terugkijken.

De groepsfoto die we daar maakten heeft sindsdien bij ouwe oma op het dressoir gestaan. Later kwamen de foto’s van de vier achterkleinkinderen ernaast te staan. Het leven gaat verder, altijd verder. Maar voor ouwe oma is het mooi geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten