Parijs

2 - 5 juni 2017

Onlangs hebben we met Wende de Domtoren beklommen. 364 treden omhoog en weer omlaag – het ging met speels gemak. Dat vroeg om een nieuwe uitdaging.

Wende, wil je naar de Eiffeltoren? Ja hoor, Wende wil wel naar de Eiffeltoren. Die kent ze nog van ‘Dora op wereldavontuur’. Dus stappen we in de auto en gaan naar het enige wereldwonder waar je zo naartoe kunt rijden. En die een hoop treetjes telt.


Tegenwoordig kun je niet meer vrijelijk onder de toren doorlopen. Je moet langs een security checkpoint waar jij en je tassen worden gecontroleerd. Heeft met terrorisme te maken, triest maar waar. (Onze bijdrage aan de bikkelharde strijd tegen het internationale terrorisme bestaat vandaag uit een blikje tonijn en een potje Nutella –mag niet mee omhoog.) Vervolgens stuit je op lange, lange rijen bij de liften en de trap, en dat heeft dan weer met toerisme te maken, wat –als je er bij stilstaat– maar één letter verschilt van terrorisme. Enfin, zoals de Fransen zeggen. Gaan met die banane. Klimmen! 350 treden naar de eerste verdieping, en dan 350 treden naar de tweede verdieping. Twee keer de Dom, kortom.


Moeiteloos huppelt Wende omhoog op haar paarse crocs. Vanaf de tweede verdieping brengt een lift je naar de top. Het uitzicht is prachtig, Parijs reikt zo ver als je kunt kijken, boordevol bekende monumenten die we ondertussen wel kunnen dromen. Want we zijn hier natuurlijk vaker geweest, zelfs op deze plek, een dikke driehonderd meter de lucht in.




Toch is het anders dan anders dit keer. Ten eerste reist er een kleuter mee en moeten we ons verdiepen in een nieuw soort Parijs, dat van de kinderdingen. En ten tweede hebben we voor het eerst eens geboekt via Airbnb en staat er een volledig appartement tot onze beschikking, mét parkeerplaats (goud waard in Parijs) en een kinderslaapkamer vol speelgoed – jongensspeelgoed, robots en autootjes en zo, maar toch. Het bevindt zich in het 18e arrondissement, vlakbij de Sacre Coeur. Ook weer een nieuwe plek voor ons.


We hebben onze fietsen meegenomen –de Velib, het witte-fietsen-plan kent geen kinderzitjes – en peddelen zaterdag lekker de heuvel af naar het laagste punt van de stad, de Seine, en vandaar weer naar het hoogste punt, de Eiffeltoren. Na 700 treden en een wat kale picknick zonder tonijn en Nutella fietsen we naar het Jardin du Luxembourg, waar een speeltuin is. Was me in al die jaren nog nooit opgevallen. Wende kan er lekker bezig zijn, ongelooflijk hoeveel puf ze nog heeft na die hele Eiffeltoren. Ondertussen begint het wat te druppelen, maar wanneer we rond zessen het park verlaten regent het stevig en we moeten naar huis –de Butte Montmartre weer op – door een klein Parijs’ inferno van gladde kasseien, slippende autobussen en opspattende plassen. Wende maalt er niet om, ze heeft haar capuchon opgezet en zit achterop liedjes van K3 te zingen. Nou ja, de variant die ze van haar nichtjes heeft geleerd: In Afrika – en Amerika – word je doodgeschoten – door een paprika… ‘s Avonds valt ze als une bloque in slaap.


Zondag is het weer prima weer, warm en zonnig. ’s Ochtends vroeg met Wende op haar stepje naar de boulangerie, kijken of ze ‘spruitjes’ hebben, het codewoord voor macarones. Vorig jaar in Corsica is dat begonnen; helaas heeft deze bakker geen macarones, dus dan maar een aardbeientaartje voor ontbijt. Daarna fietsen we door rustige lekker-lang-Pinkster-weekend-straten naar Port Maillot, aan de rand van het Bois de Boulogne.


Hier vertrekt een speelgoedtreintje naar het Jardin d’Acclimatation, een groot en groen pretpark waar van alles te doen is, van zweef- en draaimolens tot achtbaantjes, paardrijden, schommels, bootjes, noem maar op. Het is populair, overal op het gras zitten gezinnen voor een dejeuner sur l‘herbe. Wende vindt het prachtig, maar het meeste plezier beleeft ze nog aan een simpel bassin vol fonteinen waarin ze als een waternimf kan rondhuppelen, enkel gekleed in onderbroek en grote blije grijns. Zo fijn dat ze –na een dwarse ik-wil-geen-jurkjes-winter– ineens weer jurkjes blieft te dragen. Handig bij een onverwachte waterpartij, maar vooral: ze stáán haar zo leuk.







Terug pikken we nog even een rondje Arc de Triomph mee, voor het oh-la-la-gevoel...



En daarna zetten we koers richting Sacre Coeur voor een laatste blik over Parijs. Het is druk bij de witte suikerkerk: veel toeristen, maar ook veel ‘Eiffeltoren-winkeltjes’ zoals Wende het noemt, ofwel de kleedjes vol souvenirs –Eiffeltorens en spinners zijn populair, dit jaar – van de straatverkopers. Wende likt een citroenijsje weg. Nog één keer kijken naar het fraaie stadspanorama waarover vlekken licht en schaduw dansen onder de hemelkoepel vol wolkenpartijen. Terug naar de fiets en een taai klimmetje omhoog, langs de Sacre Coeur; aan de andere kant weer afdalen en afremmen bij een pizzeria vlakbij ons appartementje. Het is nog steeds lekker weer en we kunnen buiten eten.



Dat was het dan weer. Geen musea en romantische diners dit keer, maar speeltuinen, ijs en een snelle pizza. Maar toch een heerlijk weekendje Parijs.

1 opmerking:

  1. Het plezier spat er vanaf. Moeten ook maar weer eens naar Parijs Liefs W&A

    BeantwoordenVerwijderen