Luxor (slot)

28 - 30 april 2023

Dag 2 in Luxor. Ons plan was om fietsen te huren, maar vanwege de hitte besloten we dat een dagje uit te stellen. Morgen zou het ietsje koeler worden.


In plaats daarvan sliepen we eens lekker uit, namen een frisse duik en lieten ons toen per tuktuk naar de Nijl rijden waar we op een privébootje stapten dat ons naar de overkant bracht, zo dicht mogelijk bij de tempel van Karnak. Dit is een enorm tempelcomplex aan de rand van Luxor waar 1500 jaar aan is gebouwd; de oppervlakte staat gelijk aan tien kathedralen. Via een toegangsweg tussen rijen sfinxen door kom je langs allerlei poorten en pleinen tenslotte in de Grote Zuilenhal, waar 134 gigantische zuilen staan die gemodelleerd zijn naar papyrusstengels - tezamen verbeelden ze een papyrusmoeras. Omdat Karnak pal aan de Nijl ligt, stroomde deze hal ieder jaar weer vol water, wat het waarlijk tot een moeras moet hebben gemaakt destijds. Het is een ongelooflijke sensatie om tussen zoiets groots te staan.


Verderop vind je nog de ruïnes van oudere delen plus een flink waterreservoir, het zogeheten ‘heilige meer’. Hier dronken we het heilige zwarte water (zeg maar cola) en kochten zonnebrandolie, want Ra, de zonnegod, gaf ons er ongenadig van langs. We liepen terug naar de ingang. Bedoeling was om naar het centrum van Luxor te gaan, een kilometer of drie, en dat had een leuke wandeling kunnen zijn, ware het niet dat het veel te heet was vandaag. Daarom stapten we in een opwelling in een microbus, een busje volgepropt met locals dat overal stopt waar iemand zijn hand uitsteekt. We werden van alle kanten aangegaapt en na een onverwachte bocht was het even spannend of we niet naar een buitenwijk onderweg waren, maar uiteindelijk stonden we weer op straat bij het treinstation, hartje centrum. 


Lunchtijd. We vonden een restaurantje met een dakterras. Bondok heette het. Het uitzicht was fantastisch, we keken recht tegen de tempel van Luxor aan. Nu nog eten. Naast ons zaten een paar mannen in gelabya en zij kregen een volgestapeld bordje voorgeschoteld dat er bijzonder smakelijk uit zag. Wat het was, vroeg Christel. Koshari, kreeg ze te horen. Doe dat dan maar. Het bleek een koolhydraat-eiwitbom van rijst, pasta, linzen, gebakken uien en tomatensaus, uiterst voedzaam en zeer populair onder Egyptenaren. Vegetarisch ook nog, en dat was mooi meegenomen want hoewel je je ongans kan eten aan mezze’s – voorgerechten: – draait de Egyptische keuken heel duidelijk om kofta en kebab. Geen straf voor Wende die zich maar weer eens vergreep aan een soort wrap boordevol kebab.

Voldaan wandelden we naar de veerboot, langs de fraaie nieuwe boulevard van Luxor. Aan de overkant huurden we drie fietsen. Alvast voor morgenochtend, en ook handig om nu terug naar het hotel te fietsen. De namiddag brachten we weer rond het zwembad door en ‘s avonds fietsten we naar een hotelletje bij de Nijl met een dakterras waar je kon eten.

Dag 8, zaterdag, zou een lange dag worden. We stonden vroeg op en fietsten om negen uur bij ons hotel weg, door het steegje waar altijd een groepje vrouwen in zwarte niqaabs buiten zat en vriendelijk groette. Salaam aleikoem! Wa aleikoem salaam! Nog een korte tussenstop bij het winkeltje op de hoek voor een fles water en dan yalla! Op naar de tempel van Hatsjepsoet. Volgens onze reisgids is dit “one of the hottest places on earth, so an early morning visit is advisable”. We arriveerden er een half uurtje later. De tempel is een kolossaal bouwwerk van terrassen met zuilen, gebouwd tegen een 300 meter hoge rotswand aan; op een of andere manier oogt de tempel veel strakker en moderner dan je zou verwachten van iets dat al zo lang geleden is ontworpen en alles bij elkaar maakt de façade een verbluffende indruk als je komt aanlopen. What you see is what you get, trouwens. Van binnen valt weinig te zien, het gaat echt om dat samenspel tussen rots en tempel.


Terug fietsten we langs de beroemde Kolossen van Memnon, twee…eh… kolossen van beelden, liefst 18 meter hoog en elk uit één blok steen gehouden. Tenminste: dat dachten we. We stopten bij de eerste twee grote beelden die we tegenkwamen en maakten daar een foto van. Beetje vreemd dat er helemaal niemand was, dat wel. 

Slechts één busje kwam aan gescheurd en stopte om een toerist uit te laten. Nee!? Was dat… Ongelooflijk. Het was Jimmy, de geheim agent uit Aswan. Verrast schudden we elkaar de hand en maakten kort een praatje. Daarna moest hij snel door en stapten wij ook weer op de fiets, om even later te stuiten op… de beroemde Kolossen van Memnon waar het, natuurlijk, een drukte van belang was met tourbussen, toeristen en verkopers. Gauw verder. De beelden stellen trouwens farao Amenhotep III voor, maar de oude Grieken vonden ze op Memnon lijken, een Afrikaanse koning uit de Trojaanse oorlog, vandaar de naam. Grappig idee trouwens dat zelfs voor de oude Grieken de Egyptische beschaving tot een ver verleden hoorde. Baas boven baas.


Hiermee waren we klaar met de bezienswaardigheden. We leverden de fietsen weer in en keerden terug naar het Thebes Hotel waar we nog wat zwommen, onze rugzakken inpakten en een laatste maaltijd aten op het mooie dakterras. Om zes uur stapten we in een taxi - nou ja, de auto van een vriend van een vriend – en reden naar de luchthaven. Het was een flink stuk rijden en onderweg oefende Wende haar Arabisch. Ik had haar de getallen geleerd en ze had ook geleerd hoe je die moest schrijven; nu ontcijferde ze steeds de nummerplaten, die in Egypte bestaan uit 4 cijfers en 4 letters. Met haar kwieke hersenen kon ze het inmiddels sneller dan ikzelf. Uit de Lonely Planet had ze zichzelf ook wat woorden aangeleerd, zoals shukran en ismie Wende (ik heet Wende), maar die op het juiste moment kunnen gebruiken, en ook dùrven gebruiken, was nog een uitdaging, zo had ze gemerkt. 

Ik wist daar helaas alles van. Jaren geleden heb ik mezelf Arabisch aangeleerd en ik kan het lezen en een beetje verstaan, maar spreken, dus de juiste woorden op het juiste moment paraat hebben, blijft lastig. Dat vergt gewoon heel veel oefening. Het helpt ook niet dat het Egyptisch een dialect is van het Modern Standaard Arabisch dat ik heb geleerd. Niettemin kon ik deze reis gaandeweg steeds meer Arabische woordjes in het rond strooien en zoals het cliché luidt dat je in ieder reisgids weer tegenkomt: het doet wonderen voor je contact met mensen, ze beginnen te lachen en zeggen enthousiast iets terug, dat je dan natuurlijk zo snel weer nìet verstaat…

Ruim op tijd kwamen we aan bij de luchthaven van Luxor en omdat het een hele kleine luchthaven is zaten we ook in mum van tijd te wachten bij de gates. Làng te wachten. We waren namelijk vergeten dat onze vlucht een uur later dan gepland zou vertrekken, dus 3 uur wachten werd 4 uur wachten. In de wachtruimte viel weinig te beleven, behalve kijken naar de tv-schermen met vluchtinformatie - en daarop zagen we ineens dat onze vlucht een uur vertraging had, dus 4 uur wachten werd 5 uur wachten...

Nou is wachten niet zo erg, het hoort gewoon bij reizen, net zoals die duizend-en-een voertuigen waar je altijd in terechtkomt, maar er zat een addertje onder het gras (of een krokodil in de Nijl): morgenochtend zouden wij vanuit Caïro weer verder vliegen naar huis en elk uur dat we hier zaten te wachten betekende een uur minder slapen. Enfin. Om een lang verhaal kort te maken, of eigenlijk een lange nàcht kort te maken: we arriveerden kwart voor een in Caïro, moesten lang wachten op onze bagage en waren uiteindelijk pas kwart voor twee uur ‘s nachts op onze hotelkamer van het Novotel naast de luchthaven. Positieve nieuws: we kregen een upgrade. Dat betekent dat we maar 4 uurtjes hebben geslapen, maar wel 4 uurtjes in een fantastische suite.

 

De volgende ochtend, zondag, dag 9, moesten we haasten. Snel douchen, snel langs het enorme ontbijtbuffet, snel naar de airportshuttle… die net voor onze neus wegreed. Veel te lang wachten op de volgende, toen voordringen bij de incheckbalie, voordringen bij de beveiliging, rennen door de taxfree shop, nou ja, uiteindelijk zaten we 5 minuten voor vertrek in het vliegtuig. Pfff!

Ondanks dit ietwat chaotische einde konden we terugzien op een prima reis door Egypte. Veel gezien en veel gedaan in korte tijd. Voor mij was er weinig nieuws bij, al deze plekken had ik in 1999 ook al bezocht, en tegelijkertijd keek ik weer met hele andere ogen: zo vreemd en spannend als ik het toen vond - het was mijn eerste verre reis - zo makkelijk ging het reizen me dit keer af, nu ik zo veel meer ervaring heb en bovendien Arabisch ken. Plus: ik was dit keer niet alleen natuurlijk, maar samen met mijn favoriete reispartners. Het was geweldig om dit fascinerend land met z’n drietjes te verkennen en te kunnen afstrepen van onze familiebucketlist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten