Luxor

27 - 28 april 2023

Luxor is de voormalige hoofdstad van het oude Egypte, al heette de stad destijds Thebe. Dezelfde naam als ons hotel trouwens.



De huidige stad, met ruim 1 miljoen inwoners, ligt op de oostoever, ons hotel op de westoever. De veerboot brengt ons voor € 0,15 per persoon naar de overkant. Deze kant van de Nijl wordt geprezen om zijn rust, je vindt hier alleen een paar kleine dorpjes langs een irrigatiekanaal en voor de rest vooral akkerland op die luttele twee, drie kilometer voordat een gortdroge heuvelrij het begin van de woestijn markeert. En precies daar, aan de voet van die heuvels, bevinden zich alle grafmonumenten en tombes waar Luxor zo beroemd om is. Omdat de zon altijd in het westen ondergaat geloofden de oude Egyptenaren dat daar het dodenrijk lag en daarom begroeven zij hun doden op de westoever. Je hebt de Vallei Der Koningen, de Vallei Der Koninginnen, de tombes van de edelen, de tombes van de arbeiders, allerlei tempels enzovoort. Niet voor niets wordt Luxor wel het grootste openluchtmuseum ter wereld genoemd.


Omdat het nog zo vreselijk vroeg was - nog geen negen uur - besloten we niet meteen naar het hotel te gaan, maar eerst iets te bezoeken. Op de veerboot hadden we al een deal gesloten met een taxichauffeur. Dachten we. Eenmaal aan wal bleek hij meer een soort koppelaar en werden we met een vaag verhaal over auto’s en airconditioning naar een echte taxichauffeur geloodst, Abdullah. Ingewikkeld weer. Deze Abdullah bracht ons naar de Vallei Der Koningen. Onderweg begon hij over voetbal, zoals alle Egyptenaren. Kom je uit Nederland? Ajax good! Maar deze man was nog van een andere generatie. Holland, ah Gullit, Rijkaard, Van Basten! 

Deze Vallei Der Koningen is een doodlopende weg in de bergen - heet, droog, stoffig - waar tot heden 63 graftombes van farao’s zijn gevonden, daterend van 3500-3000 jaar geleden. Deze periode wordt het Nieuwe Koninkrijk genoemd, hoewel in onze oren het woord ‘nieuw’ misschien raar klinkt. Maar de Egyptenaren hadden er toen al 1500 jaar beschaving op zitten, vandaar. Even ter vergelijking: ten tijde van het Nieuwe Koninkrijk bouwden wij in Nederland nog hunebedden. Egyptenaren zijn enorm trots op hun verleden; het is, meen ik, Joris Luyendijk die beschrijft hoe hij, toen hij in Caïro woonde, wel eens de vraag kreeg hoe het was om uit een nieuw land te komen… Eigenlijk zoals wij tegen Amerikanen praten.

 

Een elektrisch karretje brengt je door de heteluchtoven heen naar het startpunt. Met je toegangskaartje kun je drie tombes naar keuze bezoeken; wij bezochten die van Ramses III, Siptah en Thoetmosis IV. Ze bestaan allemaal uit lange gangen, diep de bergen in, uitmondend in een grafruimte waar ooit een sarcofaag stond met de mummie omringd door vele schatten. Die schatten zijn nooit teruggevonden, de meeste mummies wel, hoewel soms op hele andere plaatsen, verstopt door gewetensvolle priesters die ze wilden beschermen tegen grafrovers. 

 

De tombe van Ramses III, van top tot teen versierd met hiërogliefen en schilderingen, ligt aan het begin en is populair, dus daar was het druk; daarentegen ligt de tombe van Thoetmosis iets hogerop de helling, een kwartiertje lopen, en daar was weer helemaal niemand. We troffen in de grafkamer alleen een ‘bewaker’, een arme drommel die zijn werkdagen moet slijten in een schemerige, benauwde tombe midden in een berg. Gretig wees hij ons de afbeeldingen van Thoetmosis aan en klom bovenop de sarcofaag om foto’s te maken met ons toestel, een service waarvoor hij dankbaar een kleine fooi accepteerde. Zoals onze Lonely Planet schreef: “Small change for bakshees is much needed , as guardians rely on tips to augment their pathetic salaries.”

De tombe van Thoetmosis IV werd in 1903 ontdekt door de Engelse archeoloog Howard Carter. Niemand had toen nog van Carter gehoord. Maar dat veranderde twintig jaar later, toen hij in 1922 de tombe vond van Thoetmosis‘ kleinzoon: Toetanchamon. Waarom? Omdat dat graf nog ongeschonden bleek en er naast een gouden sarcofaag met mummie een onvoorstelbare schat werd aangetroffen. 

 

Het is de grootste archeologische vondst uit de geschiedenis en over dat fascinerende verhaal heb ik uitgebreid geschreven HIER. Om dat graf, officieel KV 62 genaamd, te bezoeken moet je een apart kaartje kopen. Met zijn vier kleine kamers (waarvan maar twee zichtbaar) stelt deze tombe feitelijk weinig voor, maar je komt wel oog in oog te staan met de oorspronkelijke bewoner. De mummie van Toetanchamon is namelijk een aantal jaren geleden vanuit het museum in Caïro weer teruggebracht naar zijn laatste rustplaats hier op deze plek. Van de arme jongen - hij was 19 toen hij stierf en leed aan van alles en nog wat - is natuurlijk het beste wel vanaf na al die eeuwen, maar toch, het gaat om het idee. 

 

Na een paar uurtjes hadden we het wel gezien, nou ja Wende vooral. Het zwembad lokte. We lieten ons daarom naar het Thebes Hotel rijden en checkten in. Eigenaar Mohammed heette ons hoogstpersoonlijk welkom, al deed hij dat op een wat minzame wijze; hij leek vooral de mogelijkheid op tourtjes te willen aftasten. We moesten hem alleen teleurstellen, we hadden geen zin meer in gidsen en gedoe, en dat kwam zijn toeschietelijkheid niet ten goede. Niet getreurd. We kregen op de derde verdieping een familiesuite toebedeeld, 2 kamers met 2 badkamers en een zee van ruimte, plus een balkon dat uitkeek over de velden en de heuvels in het westen waar de beroemde tempel van Hatsjepsoet duidelijk te zien was. Prachtig! Een verdieping hoger bevond zich het dakterras met restaurant en zwembad waar we naar hetzelfde uitzicht keken terwijl we flat bread, falafal en een hamburger voor Wende aten. Er was niemand, we zouden de komende dagen nauwelijks gasten tegenkomen. Het zwembad hadden we ook voor onszelf de rest van de middag. 


‘s Avonds wandelden we naar een restaurantje verderop in het dorp, Wolf geheten. Prima eten, maar ook hier waren we de enige gasten. We hoorden dat het toeristenseizoen al een beetje op zijn einde liep, het werd te warm. Nou, dat laatste konden we beamen: met 35 °C was het inderdaad pittig overdag. Al moet ik zeggen dat het een prettige, droge hitte is - logisch in een woestijngebied - en je dus niet als een idioot loopt te zweten zoals in tropische landen. Je verbrandt alleen waar je bijstaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten