Odenwald

 1 - 5 april 2011

Het leek me leuk Christel voor haar verjaardag te verrassen met een weekendje weg. Zo kwamen we terecht in het Odenwald.

Christel is jarig op 30 maart. Dat valt op een mooi moment in het jaar: de winter is voorbij, de lente net gestart en het kriebelt om er weer op uit te kunnen trekken. Als je pech hebt, roert maart nog met zijn staart en zit het weer niet mee (zoals HIER), maar over het algemeen is het best lekker tegen die tijd. Zo ook deze keer, in het Odenwald.

Ik was uitgekomen op het Odenwald omdat ik typische voorjaarsvisioenen koesterde van boswandelingen en bergbeken, maar een keer iets anders wilde dan de Ardennen. Daar zouden we namelijk in de meivakantie al naartoe. En van het Duitse landschap ben ik ook groot fan,  dankzij de post-romantische literatuur van Herman Hesse waarvan ik als jongeling veel te veel heb gelezen. Op het internet, stiekem, speurde ik naar rustieke hotelletjes in bosgebieden en zo trof ik Restaurant-Cafe-Pension Birkenhof in Wald-Michelbach, vlakbij het Odenwald. Ik boekte en verraste Christel ermee.

 


Het Odenwald is een bosrijk middelgebergte (toppen tot 600 meter) dat in het hart van Duitsland ligt, ingeklemd tussen rivieren Rijn, Main en Neckar ten noorden van Heidelberg. Ons hotel bleek een soort reusachtig chalet met rijen balkons langs de gevel. Van binnen was het oubollig, burgerlijk, ouderwets en zeer Duits, met een donker interieur vol hout, kitsch en opgezette dieren, zeg maar zo’n beetje alles waar Christel niet van hield. Het hotel was uitgestorven, niemand ging zo vroeg in het seizoen naar deze streek kennelijk. Maar we werden hartelijk ontvangen, de kamer was prima en omdat de Birkenhof buiten het dorp lag was de rust oorverdovend. We keken uit over glooiende weides vol gele bloemen en daarachter begon het bos.

We bleven van vrijdag tot dinsdag. Hoe ons programma er precies uitzag kan ik me niet meer voor de geest halen, maar een aantal dingen herinner ik me nog. Zoals een lange wandeling door bosachtig heuvelgebied, in een heerlijk lentezonnetje; meest gedenkwaardig was dat we op een dode bruine slang stuitten, althans dat dachten we toen, maar later ontdekten we dat dit een zogeheten ‘hazelworm’ was ofwel een pootloze hagedis. En nog een andere mooie wandeling, langs de rotsachtige oever van een rivier. Ook gingen we een middagje naar Heidelberg . Ik was hier jaren geleden een keer geweest, tijdens mijn fietstocht naar Boedapest (zie HIER). Het is een mooi universiteitsstadje met een historisch centrum, dat laatste omdat het een van de weinige steden in Duitsland is die niet is gebombardeerd door de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog.

 

Culinair draait deze omgeving vooral om wild. Er wordt veel gejaagd kennelijk, ieder restaurant adverteerde met zwijn en hert. Dat was lastig, want juist dat jaar waren wij begonnen met onze eerste aarzelende stappen op het gebied van vegetarisme. In het Odenwald kwam je daar niet ver mee. Hoe we dat opgelost hebben weet niet meer, maar we zullen water bij de wijn hebben gedaan. Bovendien is wild per definitie geen bio-industrie en daar ging het ons destijds om.

Al met al was het een heerlijk ontspannend weekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten