Mei 2011

Op de fiets, naar vakantiepark La Boverie in Rendeux.



Een bijzondere constructie ditmaal. De dames -Christel met m'n nichtjes Rafaella en Pharrèl, plus Katelijne met Charlotte en Olivier- gingen met de auto alvast vooruit, en ik zou hen op de fiets volgen. Op Koninginnedag, zaterdag 30 april, zwaaide ik hen dus uit in Utrecht en stapte meteen daarna ter fiets.



Voor de verandering wilde ik eens een andere route nemen, dus fiets ik de eerste dag in oostelijke richting, naar Nijmegen. Rivierenland. Brug, pontje, Waal. Al een week of wat is het mooi zonnig weer in Nederland en ook vandaag is het weer een stralende dag, maar wel behoorlijk fris en er staat een flinke bries die ik pal tegen heb, waardoor ik behoorlijk gesloopt in Nijmegen aankom. Ik zoek een camping in het bosrijke gebied ten zuiden van de stad en moet wat heen en weer fietsen voor ik hem gevonden heb. Klein plekje onder de bomen voor mezelf. Voor het eerst kan ik m’n nieuwe tentje gebruiken, na lang zoeken aangeschaft bij een enorme kampeerzaak in Barendrecht: een ultra lichtgewicht tentje (slechts 1,2 kilo) met de snelle naam ‘Spitfire Solo’, waarschijnlijk zo genoemd  omdat de vorm wel iets weg heeft van een straaljager. En dat ‘solo’, nou dat klopt ook helemaal. Meer dan een persoon past er echt niet in. Maar er schuilt een onweerstaanbare esthetiek in die beperktheid, het is de schoonheid van precisie, van efficiëntie en afgetraindheid, geen millimeter teveel, en ik vind het een schitterend tentje.

Bedoeling is nu: kant en klare pasta bolognese de pan in, borrel en slapen. Maar het gaat even anders. De overbuurman biedt me een biertje aan, en de rest van de avond zit ik bij hem en z’n vrouw voor de caravan. Ze zijn ergens in de dertig, hebben een klein kind en komen uit Alphen aan de Rijn. Om een of andere reden geloven ze niets van mijn verhaal over vriendinnen die met nichtjes alvast vooruit zijn, ze denken dat ik in een huwelijkscrisis zit en m’n gezin heb verlaten. Maakt niet uit. Het is gezellig, de biertjes blijven komen en flink zat tuimel ik ’s nachts m'n nieuwe tentje in. Bij deze gedoopt, zullen we maar zeggen.

De tweede dag wordt daardoor nog zwaarder dan de eerste. Weer zon en een blauwe hemel, maar ook weer kou en harde wind. En nu ook nog een kater. Langs de Maas daal ik af naar het zuiden, soms langs de linkeroever, soms langs de rechteroever. Gennep, Venlo, Roermond. Ik herken de namen en plekken van het Pieterpad. Op een gegeven moment passeer ik een man die met de fiets aan de hand op een landweg loopt.

Deja vu: in 2006 passeerden Christel en ik op de loeizware Passo di Bracco in Italië een jongen met fiets aan de hand. Het was in de afdaling, we schoten met 60 kilometer per uur voorbij, pas helemaal beneden konden we weer praten met elkaar. Ik dacht dat de jongen gewoon niet omhoog kwam, maar Christel wist beter. ‘Zag je dat hij een lekke band had?’ Daar stond ik dan, met mijn handige bandenplaksetje. Op dat moment nam ik mij voor nooit meer iemand voorbij te fietsen zonder even te kijken of ik misschien kon helpen. En dus, anno 2011, in de buurt van Venlo, keer ik om en fiets terug. Het is een oudere man en hij blijkt een probleem te hebben met z’n trapper. Ha! Komt dat even goed uit! Want sinds 2006 fiets ik al rond met een speciale sleutel voor trappers die ik zelf nog nooit nodig heb gehad. Met deze pedaalsleutel (zo heet zoiets) is het klusje is in mum van tijd geklaard. De man weet niet wat hem overkomt. Hij bedankt me omstandig. Ik fiets weer verder en denk aan die onfortuinlijke jongen in Italië.

Ik haal een camping ergens onder Roermond (de Reigershorst). M’n tentje staat aan de rand van een groot grasveld. ‘s Zomers zal het hier wel vol staan, maar nu in de eerste week van mei is het vrijwel uitgestorven. Laat wordt het niet die avond.

De derde dag koers ik eerst aan op Valkenburg, waar ik lekker lunch met een broodje spiegelei en me geestelijk voorbereid op de beroemde Cauberg, die zo’n beetje om de hoek van de straat ligt. Hij valt reuze mee: steil, maar kort. Voor het echt pijn gaat doen ben je al boven. Via Margraten kom ik bij het Gulpener dal uit en langs de Gulp fiets ik dan België binnen. Dat klinkt spannender dan het is, want de Gulp is maar een klein stroompje dat soms alleen te herkennen is aan de bomen langs de oever. Toch is het een echte rivier in die zin dat hij zoals alle rivieren van hoog naar laag stroomt, en aangezien ik stroomopwaarts fiets krijg ik dus te maken met een stijgende weg, een uur lang, twee uur lang. Daarna volgt eindelijk een afdaling en kom ik in Verviers. Op een bankje langs het water eet ik iets en stap dan op voor de laatste kilometers naar Theux, waar ik de camping opzoek. Opnieuw vond ik het een zware dag. Ik weet niet wat het is, misschien ben ik niet in vorm ben of word ik te oud, hoe dan ook zie ik enigszins op tegen de volgende dag, wanneer de Ardennen echt beginnen.

Maar ik had me geen zorgen hoeven maken. De vierde dag ontdek ik een geweldige route naar La Roche, eentje die zowel mooi is als gemakkelijk. Van Theux gaat het naar Remouchamps, waar ik onder dat enorme viaduct door fiets, net onder Luik, waar ik al zo vaak met de auto overheen ben gereden en het spectaculaire uitzicht heb bewonderd.  Vanaf daar volg ik kilometers lang het dal van de Amblève via een schitterend rustig weggetje. Okee, op een gegeven moment moet ik rechtsaf en kom ik echt niet meer onder een paar klimmetjes uit, maar dan ben ik al een eind op weg en ligt La Roche te lonken, met haar fantastische afdaling. En zo vlieg ik het stadje binnen en is het alweer gedaan. Op een terrasje aan de hoofdstraat drink ik een biertje en wacht op de komst van Christel en Katelijne en de kinderen. De gescheiden man is weer terug...


De rest van de week blijven we in La Boverie, een recreatiepark in Rendeux, kilometer of tien van La Roche. Het is een eenvoudig park zonder zwembadfratsen, gewoon wat houten chaletjes tegen een heuvel op. We gaan waterfietsen, bezoeken het Parc Gibier (wildpark) midden in het dennenbos en krijgen op de laatste avond een turnvoorstelling van Rafaella, Pharrèl, Charlotte en Olivier. Op de terugweg veel files zodat we elkaar halverwege kwijt raken, rendez-vous punt wordt de MacDonalds in Nieuwegein. Daar nemen we tenslotte afscheid van elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten