Nendaz

15 - 22 maart 2008

Ik ben met veel dingen een laatbloeier en dat geldt zeker voor skiën. Pas op m’n veertigste stond ik voor het eerst op de lange latten. Met frisse tegenzin.

Ik ben niet opgevoed met skiën. Mijn ouders deden niet aan wintersport, niemand in onze omgeving trouwens. Ik geloof dat het decadent werd gevonden, al werd dat niet met zoveel woorden gezegd. Zeker is dat er geen geld en geen interesse voor was bij ons thuis. En toen ik het huis uit ging en zelf mijn vakanties kom bepalen was wintersport wel het laatste waar ik aan dacht. Nog los van het geld kon ik me er niets bij voorstellen dat zoiets nou leuk zou zijn. Koud, met een groep, op één plek, bespottelijk dure merkkleding... Ik kon een hoop redenen verzinnen waarom het niets voor mij was. Daarom liet ik de beker lekker aan mij voorbijgaan die paar keer dat ik in de bergen was ’s winters.

En toen kreeg ik een vriendin die van skiën hield. Die als kind elke winter met haar ouders op wintersport was geweest. Die moeiteloos een zwarte piste afdaalde. Een aantal jaren kon ik het onvermijdelijke nog uitstellen, maar toen werd het 2008 en moest ik wel aan de bak. Samen met haar zus en vriend - Merel en Jeroen - en nog een bevriend stel - Wim en Mariëlle - begaven we ons naar Zwitserland, waar we in het dorpje Nendaz een huisje hadden gehuurd. Chalet moet je zeggen, denk ik.

Chalet Lara


   
Het skigebied

 Wat me over de streep hielp, was dat mijn zwager Jeroen ook nog nooit had geskied en we dus samen op les konden gaan. Gezellig op een oefenweitje, dat we deelden met een hele sliert kinderen. Na een paar dagen haakte hij af vanwege problemen met zijn enkels en moest ik dus alleen verder, maar dat gaf toen al niet meer, want wat bleek: ik vond skiën ontzettend leuk! Koud? Welnee, het was lekker weer en ik ging goed gekleed in m’n geleende kloffie. Groep? Overdag ging ik lekker mijn eigen gang en ‘s avonds was het hartstikke gezellig in de chaletje, als we met rode konen aan tafel zaten en wat dronken en een spelletje deden. Eén plek? Ja, dat wel, maar wat een schitterende omgeving, dat besneeuwde berglandschap waar je op je gemak naar kon kijken vanuit het skiliftje. 

Op de laatste dag ging ik keer op keer een mooie helling af, ik kon er geen genoeg van krijgen, voelde me een echte topper zoals ik links rechts links rechts links rechts naar beneden zigzagde. Ja, ik had de slag aardig te pakken. Vond ik zelf.

De zwaan...

...en het lelijke eendje!


De laatste avond gingen we uit eten en aten we raclette, een typisch Zwitsers gerecht (van racler = schaven) met geraspte kaas als belangrijkste ingrediënt. Buiten begon het te sneeuwen en dat bleef het de hele nacht doen, zodat we de volgende dag eerst onze auto’s moesten uitgraven voor we konden vertrekken. 

Conclusie: een prima weekje waarin ik mij gedwongen zag afscheid te nemen van een hoop vooroordelen ten aanzien van wintersport. Toch zou het meer dan 10 jaar duren voor we opnieuw op skivakantie zouden gaan (HIER). Dat kwam vooral door de lange reizen die we in die tijd maakten, waardoor er geen vakantiedagen overbleven. Als we moesten kiezen tussen skiën of duiken in de tropen dan werd het toch het laatste, ook wat Christel betrof. (Over decadentie en luxeproblemen gesproken.) Maar ik ben blij dat ik heb kunnen ervaren wat skiën is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten