Heen

24 – 26 juli 2000

Een warme zomerse maandagmiddag. We reden naar IJmuiden voor de avondboot van DFDS Seaways naar Newcastle. Op de radio dé zomerhit van dat jaar, ‘I Would Stay’ van Krezip.

Wachtende auto’s op de kade. Een clown liep langs de rij, grapte en grolde wat met inzittenden, bleef toen bij ons geopende raam staan en leunde tegen de auto. Hij hijgde, zweet liep over z’n schmink. Pfff, zei hij. Het was een oudere man, zagen we nu. Hij had het zwaar. ’s Avonds zouden we hem weer tegenkomen op het podium van de ‘nachtclub’, ik ben vergeten wat hij deed. Er speelde ook nog een coverbandje met een mooie zangeres die halverwege de set wegliep en niet weer terugkwam. Het had iets armoedigs allemaal, bijvoorbeeld ook het ‘casino’ dat bleek te bestaan uit een roulette op een klein tafeltje in een hoekje van de ruimte.  


Wat gaf het? De vakantie was begonnen, en zo’n veerboot, simpel of niet, zorgt altijd wel voor een feestelijk gevoel. We sliepen die nacht nauwelijks. Uit zuinigheid (denk ik) hadden we geen hut gehuurd, maar sliepen we op stoelen, wat erop neer kwam dat we languit op de grond gingen liggen. Gebroken kwamen we in Newcastle aan en reden rond 9:00 ‘s ochtends de boot af. We zetten meteen koers noordwaarts, naar Schotland, maar omdat we geen kaart hadden verdwaalden we een paar keer en duurde het lang voor we uiteindelijk via een ‘pittoreske route’ –de A68– de grens bereikten. Carter Bar heet de plek. Een parkeerplaats op een heuveltje: mistig, nat en steenkoud. Het leek op de Schotse ansichtkaart die ik kende, met een afbeelding van een auto waarvan de voorste helft in een regenbui verdwijnt. Just passed the border.

Carter Bar (van internet)

Door het zuidelijke heuvelland reden we naar het plaatsje Kelso en zochten daar een camping op. Veel stacaravans, typisch Brits. In een pub dronken we een biertje en aten kebab en patat – de keuzes waren ongecompliceerd in die fijne foute tijd vóór vegetarisme en drooglegging (van Wim). Terug in de tent maakten we het niet laat. Regen tikte ons in slaap.

De volgende dag verlieten we de camping, parkeerden de auto in een woonwijkje en haalden onze fietsen van de fietsdrager. Tassen opbinden, spulletjes uitzoeken, dit mee, dat niet, o toch wel…het ging allemaal lichtelijk chaotisch. Maar uiteindelijk konden we allebei een been over de stang slingeren en op pad gaan.

We waren naar Schotland gekomen met de intentie om verspreid door het land een paar langere fietstochten te maken. Dat was Wim’s idee – voor mij betekende het vloeken in de kerk. En fietsvakantie stond voor mij gelijk aan thuis op de fiets stappen en zien hoever je kon komen in de tijd die je had. Zo was ik in Boedapest gekomen (HIER), in Cornwall (HIER), later in Rome (HIER).. Ik kende wel de verhalen over mensen die eerst ergens heen reden, naar de Loirevallei bijvoorbeeld, en daar dan een ‘leuk tochtje’ maakten. Slappe hap in mijn ogen. Niet avontuurlijk, niet stoer. Maar ik zal het meteen maar toegeven: onze mieterige aanpak in Schotland is me, tegen m’n eigen vooroordelen in, uitstekend bevallen. Schotland is landschappelijk een heel divers land, en doordat wij faggots ons met een auto konden verplaatsen was het mogelijk in verschillende gebieden te fietsen en drie fantastische fietstochten te maken die in al hun afwisseling een veelzijdig beeld van het land gaven. En okee, die tochten waren aan de korte kant, maar als je ze later voorzag van heroïsche, licht pathetische titels leken ze toch een groot avontuur. Om niet te zeggen: legendarisch.



O ja, nog een ding. We hadden een fotocamera mee, maar bij thuiskomst bleken vrijwel alle foto's mislukt. Het was dus nogal een afknapper toen ik opgewonden met het envelopje de Hema uitliep en bij m'n fiets gauw de inhoud inspecteerde – zo deed je dat in die tijd, weet je nog? Slechts drie foto's van onszelf overleefden, waarvan twee genomen in het uiterste noorden: ik toon ze hier alvast om een idee te geven van de protagonisten, destijds in 2000.



Het gedoemde fototoestel, wist Wim zich nog te herinneren, had hij gekregen bij de Praxis bij aankoop van een elektrische kettingzaag. Tja. We hebben het ding later vakkundig vernietigd door er met z'n tweeën ritueel op te springen en te dansen. Een beetje genoegdoening  – maar nog steeds geen foto's. Spijtig, want weinig landen zijn zo fotogeniek als Schotland. Het maakt onze onderneming misschien nog mythischer, zoals de Tour de France vóór de komst van televisiebeelden, maar toch heb ik hier en daar maar wat plaatjes van internet ingevoegd.

Daar gaan we.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten