Dahab 2007 (2)

Maandag 21 mei 2007

Vrijdag gaan we de Sinaï-woestijn in. We hebben een 4-wheel-drive met chauffeur tot onze beschikking en Marion gaat mee als onze gids. Ze zorgt ook voor het eten en drinken, maar blijkt de kaas/vleeswaren te zijn vergeten, zodat we in de stuiterende wagen zitten te klooien met brood en jam. Die kan haar fooi vergeten… Het is twee uur rijden naar de Coloured Canyon, waarvan het laatste stuk over een zandvlakte. Ooit was dit een moerasgebied, maar nu is het er onvoorstelbaar droog en verlaten, een desolaat landschap dat me doet denken aan de film Jesus Christ Superstar: precies dezelfde dorre rotsformaties, alleen de zingende hippies ontbreken. You started to believe/the things they said of you/you really do believe/this talk of God is true-ue… Jeeeesssus!!!



Anyway, we stoppen bij een bedoeïnentent, drinken Nescafé en verzamelen moed. Het is tien uur ’s ochtends en al 36 graden. Tenslotte stappen we over de rand en dalen af naar de canyon en lopen in een kleine anderhalve uur naar de andere kant. De kloof is niet spectaculair groot of hoog, maar bijzonder zijn de kleuren van de rotsen: zwart en wit soms, dan weer rood of geel of paarsachtig. Tezamen vormen die kleuren fraaie natuurlijke patronen, soms zo gestileerd dat ze wel geschilderd lijken.


Op de bodem ligt bijna poederachtig wit zand.
-Wat een fijn zand, zegt Christel gefascineerd
-Ja, fijn hé!



We klimmen de vallei aan de andere kant weer uit. Op miraculeuze wijze staat onze chauffeur weer voor onze neus. Ongelooflijk, het lijkt wel een wonder! Maargoed, het is er de plek voor. Er zijn in deze buurt wel gekkere dingen gebeurd volgens de bijbel.


De chauffeur brengt ons hobbeldebobbel naar een volgende canyon, de White Canyon. Onderweg passeren we Mushroom Rock, een grillig gevormd rotsblok waar Christel en ik elkaar even diep in de ogen kijken, want legende wil dat je dan de rest van je leven bij elkaar blijft. Mooi verhaal: drie jaar eerder was Marion ook hier, met drie bevriende Nederlandse stellen op leeftijd die al jaren met elkaar op vakantie gingen. Een paar maanden later ging een senior van het ene stel er vandoor met een seniore van het andere stel. Per ongeluk in de verkeerde ogen gekeken, kennelijk.


Voor ons doemt nu een oase op, zo eentje uit de stripboeken, allemaal hutjes en palmbomen. Er wonen hier een paar bedoeïnenfamilies en bij eentje lunchen we, in een hut gemaakt van palmbladeren met kleden en kussens op de grond. Het is vreselijk warm en er hangt een lome sfeer. Alle mannen liggen te slapen en ook wij zitten flink te suffen. Maar ja…die canyon dus. Om half vijf zetten we ons in beweging, we lopen van laag naar hoog, dus dat betekent flink klauteren af en toe. Gelukkig ligt de kloof in de schaduw en steekt er soms een windje op. Het is doodstil, geen mens te bekennen. De rotsen zijn overwegend wit en er ligt weer van dat, eh, fijne zand. Aan het eind klimmen we via een touw omhoog, de kloof uit. En jawel, daar staat onze chauffeur weer, maar dat verbaast me al niet meer. Uitgeblust keren we terug naar Dahab. Bij Marion thuis eten we kaas en vleeswaren, mea mea, lekker.


De volgende dag, zaterdag, gaan we weer duiken. Ditmaal heeft Christel een Duitse jongen als buddy, Alexander uit Keulen, en ik heb weer de instructeur Hesham aan m’n bodysuit hangen. Ditmaal laat hij me echter meer m’n gang gaan en we duiken tot 14 meter diepte. Ik vind het prachtig. Geen benauwdheid meer, ik kijk m’n ogen uit. Deze plek heet Eels Garden, omdat allemaal alen hun kop uit het zand steken, je ziet tientallen wriemelende slangen heen en weer wuiven, als je nadert steken ze snel hun kop weer terug in het zand. Na een kop thee aan de boulevard maken we een tweede duik, met z’n drieën ditmaal, omdat Alexander is afgehaakt. We zien een steenvis, vrijwel onherkenbaar gecamoufleerd tussen de stenen; we zwemmen door een zwerm jonge barracuda’s; en verderop passeert een hele school tonijn. Fascinerend allemaal!

’s Avonds dineren we aan het water en daarna drinken we, zoals elke avond, koffie bij Hamada en Marion. Ik speel go (Japans bordspel, twee letters) met Hamada, en Christel vermaakt zich met Marion en de kinderen.

Binnenkort meer, over onze tocht naar de Mozesberg en het Sint Catharine-klooster. Groeten uit Dahab!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten