Dahab 2007 (3)

Donderdag 24 mei 2007

"De Mozesberg. Je moet er maar opkomen."
     C.C. Cools

We zijn weer thuis. Dinsdagmiddag een afscheidslunch bij Hamada en Marion thuis, vis met rijst, salade en pitabrood, heerlijk. Fantastische mensen, ze hebben de hele week voor ons gezorgd en waren ongelooflijk gastvrij. Het bleek ook wel een feestweek, want zowel Tamim was jarig (hij werd negen) als Marion ( ze werd... een jaartje ouder).

Daarna de taxi naar Sharm-el-Sheik en 's avonds laat het vliegtuig naar Nederland. Op het vliegveld was het druk en rumoerig, allemaal proletariërs uit Nederland en Engeland, roodverbrand en lelijk, 'red fish' zou Hamada hebben gezegd. Als voormalig duikschoolhouder heeft hij de gewoonte mensen als vissen te zien. Christel was een 'sweet fish', en toen ze een keer lang uitsliep 'sleep fish'. Ik werd  octopus gedoopt omdat ik 'many arms' had. Enzovoorts. Om half vijf 's ochtends lagen we eindelijk in onze eigen Hollandse vissekom.



Zoals beloofd nog het verhaal over de Mozesberg. Mozes, dat was dat kereltje in dat mandje in de rivier, weet je nog? Toen hij groot was verloste hij zijn volk, de joden, van de slavernij in Egypte en leidde hen naar het beloofde land, Palestina. Onderweg kwamen ze door de Sinaï-woestijn. Daar zag Mozes een brandend braambos, als een teken Gods, en hij hoorde de stem van God die hem opdroeg naar de top van de berg te gaan.  Op de top vond hij twee stenen tafelen, stenen platen met daarin tien wetten gegraveerd, twintig in totaal dus. Hiermee daalde hij de berg weer af, maar onderweg ontglipte hem een plaat, gloeiendegloeiende-, het ding stuiterde naar beneden en barstte in honderd stukken uitelkaar. Vandaar dat we tegenwoordig maar tien geboden kennen en het zo'n zootje op de wereld is. Stevig balend kwam hij terug op de vlakte en zag de joden zingend en dansen rond een gouden kalf, de jaarlijkse filmprijs voor de beste bijbelverfilming. And the winner is...Jesus Christ Superstar! Etcetera. Ik doe het even uit m'n hoofd, want ik heb geen bijbel bij de hand.

Uberhaupt geloof ik er geen jota van. Anderen, echter, namen het verhaal wel serieus en bouwden op de plaats van dat brandende braambos een kapelletje, dat in de loop der eeuwen uitgroeide tot het huidige Katharinaklooster. Het hoort tot de Grieks-orthodoxe kerk en wordt bewoond door monniken met grote zwarte baarden. Inmiddels is het een befaamde pelgrimsplaats geworden. Vooral veel Russen komen hier naartoe en beklimmen  's nachts de berg om de zonsopgang te zien.

Sint Catharina-klooster

Het braambos
Vanaf Dahab is het twee uur rijden. We arriveren om half twee 's nachts en treffen een drukte van jewelste. Veel oude mensen, maar ook Russische glamourgirls met hoge hakjes en navelpiercings. Daar lopen wij dan weer tussen met onze bergschoenen... Het pad begint breed, maar wordt al snel een smal rotspaadje dat zich in alle bochten wringt om hogerop te komen. Het is aardedonker, je ziet alleen de lichtjes van zaklantaarns pinkelen. In het duister doemen steeds kamelen op die je onverstoorbaar omver lopen - alleen van mijn hoofdlamp schrikken ze en beginnen ze  zenuwachtig te grommen.

Na een uurtje of twee komen we aan het einde van het pad, op een vlak terras. Hier staan alle kamelen geparkeerd. Er volgt nu nog een steile rotstrap van 750 teden. Al met al is het een pittige klim en inmiddels is er ook een koude wind opgstoken. Tegen vijven staan we op de top, 2285 meter hoog. Er staat een klein kerkje, voor de rest weer veel mensen, in diverse stadia van verkleumski. Wij trekken onze jassen aan, slaan een slaapzak om onze schouders en wachten de zonsopgang af.


Het is nog helemaal donker om ons heen, maar geleidelijk komen er grijze vegen in al dat zwart en die vegen worden golven, het zijn de contouren van de bergen die rij na rij aan het licht komen en ons aan alle kanten als een zee omspoelen. Om zes uur verschijnt de zon. Op dat moment ziet het zwart van de mensen, de fototoestellen klikken, het valt me nog mee dat er niet geapplaudiseerd wordt. Ik ben moe en vraag me af wa ik hier eigenlijk doe. Want ga maar na...ik sta op een plek waar iets is gebeurd dat volgens mij niet is gebeurd, te kijken naar iets dat ik thuis elke dag kan zien, gratis.



Maargoed. De afdaling maakt veel goed. Het rotslandschap is schitterend en wordt meesterlijk uitgelicht door het zachte rood van de prille ochtendzon. Ik zoek naast het pad naar stenen voor de plantenbak in onze tuin. Vaag hoop ik scherven te vinden van de tien geboden, die ándere tien geboden, die de wereld zouden kunnen redden. Maar helaas, helaas. Wij mensen zullen het helemaal zelf moeten doen, vrees ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten