Malta

Donderdag 9 mei 2013
Een weekje naar Malta geboekt. Voor het eerst eens luxe gedaan en een totaalpakketje gekocht: vlucht plus appartement plus auto.

Dat betekende dat er op Malta Airport een hostess voor ons klaarstond en een busje dat ons afleverde bij ons verblijfadres, alwaar weer een andere mevrouw klaarstond die ons de sleutels van de huurauto overhandigde, een knalgele Peugeot 107, een soort kanariepeugeotje. Kwart over zes ‘s avonds waren we daar, tien uur nadat we op de bus voor ons huis waren gestapt.



Qua reizen weer een hele nieuwe ervaring, zo met een baby van acht maanden erbij. Uiteraard veel meer bagage mee, en ook hele àndere bagage...een buggy en een maxicosi, om maar wat te noemen. In het vliegtuig niks ontspannen lezen of muziek luisteren, maar twee keer een luier verschonen op zo’n vliegtuig-wc en de hele tijd een kind bezighouden dat van alles wil doen, behalve in slaap vallen. Bijzonder aan Malta Air is dat, ook al duurt de vlucht maar drie uur, er toch een maaltijd wordt geserveerd. Hele tour die vlekkeloos weg te werken met Wende op schoot! Mazzel dat onze buurman geheel belangeloos, jaja, aanbood in een andere rij te gaan zitten, zodat we drie stoelen ter beschikking hadden in plaats van twee. Maar verder was Wende de vrolijkheid en nieuwsgierigheid zelve, dus het lijkt erop dat ze van reizen houdt, gelukkig.
Overigens verblijven we niet op Malta zelf, maar op buureiland Gozo. Eerst wat verrassende cijfers...enig idee hoe groot Malta is? Net iets groter dan Texel. Ietsiepietsie dus. Maar waar Texel slechts 13.000 inwoners heeft, telt Malta er meer dan 400.000, waarmee het met 1295 inwoners per km2 een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is. Daarentegen wonen er op Gozo, ongeveer formaat Ameland, slechts 30.000 mensen. Het is er dus veel rustiger en stiller, temeer omdat het gros van de toeristen op Malta verblijft en hooguit een dagtripje naar Gozo maakt. Vanwege die luwte sprak Gozo ons aan, want wij hebben onze eigen druktemaker wel bij ons. 
Het plaatsje waar we zitten heet Ghasri. Een gehuchtje. Drie straatjes, huizen van goudgele steen, een pleintje met politiebureau en ouderwetse Engelse telefooncel en tenslotte een idioot grote kerk. Ons appartementje is een soort bijgebouwtje van een verbouwd klooster: klein maar fijn, met twee eenvoudige kamers en een eigen terrasje en toegang tot een zwembad, dat we delen met de andere vijf appartementen. Slechts een daarvan is echter bezet momenteel. We hebben open uitzicht over een vallei en een tafelvormige heuvel waarop nog meer van die goudgele huizen staan, fraai oplichtend in de ondergaande zon. 
Zwembad en kerk van Ghasri

Dit alles blijkt meer dan typisch Gozotaans te zijn. Na twee dagen hebben we dat wel begrepen. Het eiland is een grote steenklomp waar erosie heeft gezorgd voor allerlei ‘tafelbergen’ van zo’n 100 meter hoog. Niet alleen Ghasri, maar zijn àlle dorpjes zijn klein, opgetrokken uit gele steen en in bezit van een bovenmaatse kerk. Die steen is een kalksteensoort met de naam ‘globigerine’. Ideaal bouwmateriaal, schijnt, en heel Gozo is ermee gebouwd, van het kleinste stoepje tot de grootste kerk. Door die zanderige kleur en de gevelloze, vierkante huizen doet het eiland een beetje Arabisch aan...los van die enorme kerken dan. Waarom die kerken zo belachelijk groot moeten zijn weet niemand, maar het is een feit dat je overal enorme koepelkerken de kop ziet opsteken. De grootste staat in Xewkija. Geloof het of niet, maar dit is na de Sint Pieter in Rome de grootste koepel van Europa. En dat dus voor een dorpskerkje op het Ameland van de Middellandse Zee. 
Pelgrimskerk Ta' Pinu, bij Gharb

Maar grote bouwwerken staan op Gozo wel in een traditie...want je vindt op Gozo ook een enorm prehistorisch monument, een tempel met de toepasselijke naam Ggantija (gigantisch). Gebouwd tussen 3600 en 3000 voor Christus, ouder dan Stonehenge of de pyramides. Doordat als bouwmateriaal het keiharde koraalrots is gebruikt staat deze nog steeds goeddeels overeind. We bezoeken Ggantija op de eerste dag.
Ggantija

Op de tweede dag nemen we een kijkje bij Fungus Rock, de ‘zwammenrots’,  die z’n naam dankt aan het feit dat hier een zeldzame zwam groeit waarvan vroeger werd gedacht dat hij geneeskrachtige werking had. Verder valt er weinig aan te zien. Ook vind je hier de Azure Window, een grote opening in de rots waardoor je de azuurblauwe zee ziet. Evenmin iets om uren naar te kijken, maar imposant is wel de hele setting van ruige, steile kliffen in een landschap dat bar en boos is. 
 
Afsluitend wilden we die dag uit eten gaan, maar helaas begon Tutje Tinus al om zes uur aan haar avondslaap en moesten we thuis blijven. We hebben geluk dat er op 50 meter van ons appartement een supermarktje zit, Lighthouse Supermarket, met een alleraardigste eigenaresse die –zoals alle Maltezers-  uitstekend Engels spreekt met een licht Italiaans accent. Hier haalden we een goedkope pizza met sardientjes, gemaakt van het plaatselijke brood, ftira. Leuk, zo’n produkt van het land zelf...maar helaas niet te vreten. Er was heel wat lokaal bier (Cisk) en lokale wijn (Medina) voor nodig om die smaak weer een beetje weg te krijgen.
Tot zover de eerste indrukken. Later meer over Gozo/Malta, maar eerst gaan we duiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten