Santiago de Compostela 2

Maandag 18 september 2006
De zon schijnt, we zijn in Santiago de Compostela...ofwel, Sint Jacobus van het Sterrenveld. Het verhaal wil dat de plaatselijke bewoners een licht aan de horizon zagen schijnen, op onderzoek uitgingen en daar het graf vonden van de apostel Jacobus. Op die plek werd in de 9e eeuw Santiago gesticht.

Vanaf dat moment trokken pelgrims er naartoe, tot op de dag van vandaag. Waarom? Tha. Het was een bedevaart, dus men 'voer' naar Santiago voor een 'bede', een gebed, om vergiffenis te vragen vor alle begane zonden. Maar voor velen zal ook vroeger -net als nu- verlangen naar bezinning of avontuur en rol hebben gespeeld. Voor Wander en mij is het in ieder geval zo'n plaats waar je geweest moet zijn, die hoort bij je opvoeding, zoals dat heet. Wel een beetje laat, eerlijk gezegd...Terug naar de ZR-32-93. Het weer in St Jean Pied de Port bleef bar en boos, maar op vrijdag (dag 7) zijn we toch tussen de buien door verder gereden, naar de kust, in de hoop dat het daar beter zou zijn. Niet echt. Ook in Spanje regende het, lichte regen met af en toe een plensbui, dus we moesten langzaam rijden en regelmatig stoppen. Gelukkig had Wander de motor vlak voor vertrek nog voorzien van een nieuwe voorband, dat kwam goed van pas (nog bedankt voor je advies, Herman, en o ja, we hebben wat bagage verschoven naar voren...). Niet ver van Bilbao hielden we het voor gezien en dropen af in een hotel.

Regen...
 De volgende dag (zaterdag, dag 8) keek ik 's morgens uit het raam en zag een zwaar bewolkte hemel. %%&&$$% !!! Gelukkig was er een bemoedigend sms-je van m'n moeder: HEEL EUROPA MOOI WEER, BEHALVE WAAR JULLIE ZITTEN. Dit deel van Spanje, dat de Groene Kust heet, staat bekend om z'n slechte weer. Grote boze wolken komen aandrijven over de Atlantische Oceaan en knallen leeg tegen het kustgebergte, om vervolgens als lichte, rozige schapewolkjes het zonnige Spanje daarachter te drijven. Met de moed der wanhoop hebben we onszelf goed ingepakt en stapten weer op de motor. Ergens onder Bilbao, op de top van een pas, reden we pardoes een dichte mistwolk binnen en konden nog net een wegrestaurant bereiken. Kop koffie gedronken. Broodje gegeten. Nog een kop koffie. Op dat moment bracht Frieswijk senior zijn befaamde levensmotto te berde, wij en zijd bekend rondom Wieuwerd (dus zeker tot aan Mantgum en Scharnegoutum toe): "Stilstand is achteruitgang." Met die famous last words doken we de mist in - en verrek, een kilometer verderop klaarde het op en daalden we over een vrijwel verlaten snelweg af naar een prachtig groen heuvellandschap.

...en nog meer regen

In de vlakte daarachter pikten we het pelgrimspad weer op, in Santo Domingo de la Calzada. Aan het eind van de middag bezochten we de kerk, die deels nog uit de 10e eeuw stamt en een prachtig houten koor bezit - maar de ware attractie is het stenen hok met een levende kip en een haan. Iedere maand wordt dit stel ververst. Natuurlijk zit er een verhaal achter, als volgt.
Een jonge pelgrim overnachtte in de plaatselijke herberg. De dochter van de herbergier had een oogje op hem, maar hij was natuurlijk kuis en uit boosheid verstopte ze een zilveren beker in zijn bagage en beschuldigde hem -toen hij wilde vertrekken- van diefstal. De arme jongen werd berecht en opgehangen. Toen zijn ouders het lijk wilden ophalen, opende hij echter zijn ogen en vertelde dat Santo Domingo z'n leven had gered. De ouders snelden naar de plaatselijke magistraat, die net een gebraden kip en haan zat te eten en op hun verhaal reageerde met de woorden: Die jongen is net zo dood als de kip en de haan op mijn bord! Waarop de haan begon te kraaien.Vanuit Santo Domingo doorgereden langs de N120, de Camino de Santiago, tot het donker werd. Geen enkele camping onderweg, net als vroeger overnachten pelgrims kennelijk nog steeds in de talloze refugios onderweg, dus wij hebben tenslotte ook maar een hotel aan de weg genomen.
Toen werd het zondag, dag 9, een mooie dag om Santiago binnen te rijden. Nog 480 kilometer, het moest te doen zijn. Terwijl we ontbeten bleef een wildvreemde man bij ons tafeltje staan en zei: "Zo stoere mannen, ik wens jullie een goede reis verder." Die woorden gaven ons vleugels. Via de snelweg raasden de stoere mannen naar Santiago, waar ze tegen achten 's avonds binnenreden. Op de teller van de motor stond 2900 kilometer. Foto! Naar huis bellen!

De stoere mannen
En waren we al die 2900 kilometer niet een keer fout gereden, niet één keer, nu misten we in Santiago een campingbordje, namen een verkeerde afslag, reden om, weer terug, nog een keer de stad in, etcetera, en zodoende kwamen we voor de zoveelste keer weer uitgehongerd en in het pikkedonker op de camping aan. Gelukkig weten ze hier wat arme pelgrims nodig hebben. We kregen een goed bord eten in het restaurant en bier. Proost!
Vandaag moesten we even opladen. Uitslapen, koffie drinken, motor nakijken, kleren wassen. Daarna de stad in. Natuurlijk de kerk bekeken en in het voorportaal over het hoofd gestreken van Sint Jacobus.

De kunst van het motoronderhoud

Opladen in Santiago
 Morgen de reis terug. Groeten van twee tevreden jacquets, adios!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten