St Jean Pied de Port

Donderdag 14 september 2006
Wat een eenvoudig motortochtje had moeten zijn, begint verdacht veel op een moeizame pelgrimstocht te lijken... Op en of andere manier raakt Santiago steeds verder uit zicht. We hadden gedacht er 'even' heen te rijden in vijf dagen, maar de realiteit is dat we vandaag, op dag zes, Spanje nog niet eens gehaald hebben!

Wel bijna... We zitten namelijk in St Jean Pied de Port, in de Pyreneën. Gisteravond zijn we hier aangekomen en vandaag blijven we hier, gedwongen door het weer, want il pleut pijpestelen. Niet dat het een straf is. Het is een alleraardigst klein plaatsje en een brandpunt van het Jacobstoerisme: overal lopen zwaar verregende wandelaars, er zijn speciale pelgrimshotels met slaapzalen (refugios) en de souvenirsshops verkopen wandelstokken, bedelnappen en heel veel kitsch met de Jacobsschelp erop, hét symbool van Sint Jacob. Ook wij hebben natuurlijk zo'n schelp achterop de motor - afkomstig uit de keukenla thuis waar hij gebruikt werd om garnalencocktails in op te dienen.

De schelp
 
Het gaat dus allemaal minder snel dan gedacht. We rijden niet zo snel, we stoppen vaak, we maken een praatje, we bekijken een kerk, we schuilen voor een bui, etcetera. Gemiddeld doen we zo'n 300 á 400 kilometer per dag. De eerste dag zijjn we naar Frankrijk gereden. Op de tweede dag merkten we voor het eerst de zegen van Sint Jacob. We moesten nodig tanken, maar omdat het zondag was waren alle pompen gesloten, dus we reden maar en reden maar, de motor begon te haperen, de reservetank werd aangesproken en tenslotte hield de motor er helemaal mee op, daar stonden we dan...twee meter voor de benzinepomp. Gered! Overbodig te zeggen dat het een Shell-pomp was. Hoezo? Kijk maar eens goed naar het logo van Shell... Die dag zijn we doorgereden naar Vezelay en hebben daar een stempel gehaald.

Camping bij Vezelay
De derde dag zijn we naar Mont Lucon gereden, en de vierde dag naar Montauban, via de tolweg, om kilometers te maken. In verband met de dreigende lucht besloten we een hotel te nemen, maar alles zat vol en uiteindelijk kwamen we op een boerencamping terecht, waar we om elf uur 's avonds de tent opzetten. De dag daarna, de vijfde dag, zijn we dus doorgereden naar St Jean Pied de Port en hebben daar eindelijk, eindelijk eens goed gegeten bij een restaurantje - een welkome afswisseling na vijf dagen brood en beerenburg.

St. Jean Pied de Port
Maargoed, hoe gaat dat nu op zo'n motor? Tja... We verschillen van mening wie het nou eigenlijk het zwaarst heeft. Wander vind dat ik het zwaarder heb, want hij zit tenminste achter een windscherm en kan lekker rijden; en ik vind dat hij het zwaarder heeft, want ik hoef tenminste niet te rijden en kan lekker muziek luisteren - als de koptelefoon nog goed zit nadat ik de helm heb opgezet, want menig keer ontdek ik na een paar minuten, bij een vaart van negentig per uur, dat ik niets hoor. Helaas. Dat betekent wachten tot de volgende stop. Maar we zijn het erover eens dat motorrijden verdacht veel weg heeft can Zen-meditatie: je moet de hele tijd stilzitten, in een zeer ongemakkelijke houding, en bij kramp kun je niets doen, alleen maar hopen dat het weggaat... Voor de rest gaat alles prima. Het op- en afstappen hebben we inmiddels onder de knie, we zijn slechts één keer -uit stilstand- gevallen. (En Goran, het zitje is uitstekend, ik ben nog steeds niet weggewaaid.)

Hopelijk morgen beter weer, dan kunnen we verder. Het is nog 800 kilometer naa Santiago, dat is zeker nog drie dagen rijden.

Deze weg loopt...eh...morsdood

Geen opmerkingen:

Een reactie posten